DIE SIEBTELBAUERN

Tussen het Wilde Westen en de Alpen

  • Datum 05-02-2011
  • Auteur
  • Gerelateerde Films DIE SIEBTELBAUERN
  • Regie
    Stefan Ruzowitzky
    Te zien vanaf
    01-01-1997
    Land
    Oostenrijk
  • Deel dit artikel

Cowboys bij hun ranch in de Alpen

Met Michael Haneke’s Funny games en Ulrich Seidls Der Busenfreund hebben we de meest spraakmakende Oostenrijkse oogst wel zo’n beetje gehad. Voeg daarbij Die Siebtelbauern — tijdens het Filmfestival Rotterdam goed voor een Tiger Award — en het levert een bijzonder Oostenrijks drieluik op met een opvallend tegendraads karakter.

Die Siebtelbauern is een stevig boerendrama, gesitueerd in de jaren dertig op het Oostenrijkse platteland. Een muf ‘genrestuk’ is het echter niet geworden. Scenarioschrijver en regisseur Stefan Ruzowitzky is zich terdege bewust geweest van de valkuilen die het genre biedt. Hoewel hij van huis uit een historicus is, vaart hij niet blind op historische details. De knecht draagt onder zijn met bretels opgehouden hoogwaterbroek een lange onderbroek — dat wel — en de struise boerenmeid mag zich vooral in strak gebreide truitjes en bloemetjesjurken hullen, maar de kleding oogt tegelijkertijd ook tijdloos, of misschien wel weer gewoon modern. Ook vermeende historische details als wit gesauste muren en geloogd grenen ontbreken hier volledig. Het is de kleurenrijkdom van het boereninterieur die Ruzowitzky benadrukt.

Apocalyps
Het drama dat zich op die boerenhoeve afspeelt, na de mysterieuze moord op de boer zonder erfgenaam, roept de al even tijdloze strijd om erfenis en macht in herinnering. De boer heeft de hoeve nagelaten aan zijn knechten, maar dat stuit op verzet bij andere boeren. Knechten zijn knechten en boeren zijn boeren, zo luidt het motto. Een andere orde is voor hen niet denkbaar, laat staan bespreekbaar. En zo komen zeven knechten onder aanvoering van de strijdlustige Emmy in opstand. Ze zullen de hoeve houden en ze zullen ervoor werken en vechten tot ze erbij neervallen. Ze zullen vooraan in de kerk luidkeels meezingen en voor het eerst over vrije tijd beschikken. En de domme ongeletterde knecht Lukas, die nog nooit over iets heeft nagedacht en die daardoor altijd vrolijk kan zijn, zal symbolisch het territorium afbakenen door ’s nachts tegen hùn hoeve aan te pissen. Tussendoor wordt er door Emmy en Lukas stevig gevreëen in het hooi. En het is de zachtjes klinkende voice-over van de ooit op de hoeve gestrande buitenstaander Severin die in retrospect verslag doet van deze vreemde geschiedenis, die weliswaar zal eindigen in een apocalyps, maar die ook de grote aanstichter uiteindelijk de das zal omdoen.
Gemakshalve wordt Die Siebtelbauern ook wel aangeduid als ‘Alpen-western’ en die speciaal in het leven geroepen genre-aanduiding is goed getroffen. ‘Der Gasthof’ fungeert immers als ‘saloon’. ‘Der Hof’ kan doorgaan voor een ‘ranch’. ‘Lederhosen’ zijn ‘spijkerbroeken’. Boeren met geladen geweren zien er even gevaarlijk uit als cowboys. Het Oostenrijkse berglandschap doet niet onder voor de Rocky Mountains. En John Wayne is ingeruild voor een vastberaden vrolijke deerne. Een geweer heeft ze niet, maar wel een grote bek.

Stripfiguren
Het is een klinkend scenario dat Ruzowitzky schreef, maar het is vooral de uitwerking waarmee hij hoge ogen gooit, zoals uit de toekenning van de Tiger Award voor jonge, veelbelovende filmmakers eerder is gebleken. Severin, de buitenstaander, vertelt zijn verhaal op fluistertoon, waardoor het idee dat hier een geheim wordt ontvouwen, versterkt wordt. Het boerengezelschap — de aardappeleters van Van Gogh zijn er niets bij — bestaat bovendien bepaald niet uit woordkunstenaars. De boeren zijn doeners, geen praters. Severin zegt zelf dat hij er nooit aan gewend is geraakt. Af en toe, zo vertelt hij, moest hij zelfs zijn toevlucht zoeken tot een koe, gewoon om een beetje te kunnen praten.
De aandacht voor kleur is behalve in het boereninterieur vooral terug te vinden in het landschap. Het gras is niet groen maar gifgroen. En de luchten zijn niet blauw maar hemelsblauw. En die kleuring (misschien wel inkleuring) geeft een aardig kitsch-effect. Het sluit mooi aan bij de manier waarop Ruzowitzky zijn personages zo nu en dan als stripfiguren in het landschap plaatst. Die Siebtelbauern krijgt dan iets van een burleske. Theatrale opstellingen mijdt hij evenmin. Als het gezelschap bijvoorbeeld zwijgend rond een grote pan soep zit, is het even alsof Ruzowitzky een opname van een toneelstuk heeft gemaakt. Het duidt geenszins op gebrek aan filmisch gevoel. Met vervreemdende effecten door gebruikmaking van groothoeklenzen weet hij ook wel raad. Op een overdonderende geluidsband hoeft hij niet terug te vallen. Heel schaars zijn de momenten waarop hij een beetje pianomuziek laat klinken of voor de verandering een Weense wals inzet. Meer heeft hij niet nodig. Ruzowitzky heeft er vertrouwen in en dat straalt ervan af.

Belinda van de Graaf