David Byrne’s American Utopia

Hopen tegen de klippen op

David Byrne’s American Utopia

Vergeet gewone concertfilms: het door Spike Lee geregisseerde David Byrne’s American Utopia is veel meer dan een simpele registratie. Tussen de aanstekelijk dynamische banduitvoeringen van zijn songs door geeft Byrne zijn visie op Amerika.

Somber, maar ook hoopvol. Of toch niet? Een concertfilm die met kindertekeningen begint? Ja, we zien het goed. Vervolgens zingt de 68-jarige David Byrne (every inch a gentleman en verbazingwekkend goed bij stem) op het podium van het prachtige oude Hudson Theatre in Manhattan, begeleid door een tiental muzikanten waarvan de helft percussionisten, een lied over de menselijke hersenpan. Daarbij heeft de zanger een model van onze hersenen in zijn handen.

Geen toeval dat hij met een nummer over het (volwassen) brein begint, want daarover heeft Byrne wat te melden. Hij wijst op de kloof tussen kinderen en volwassenen: “Kinderen zoeken verbinding, volwassenen discrimineren.” Hij voegt eraan toe dat de mens bij het opgroeien “dommer en dommer” wordt. En conformistischer en kleurlozer, suggereert de grijze wereld op het podium. Byrne en alle bandleden dragen grijze pakken en staan in een grijs decor dat omzoomd wordt door een grijs sliertengordijn.

Het woord ‘utopia’ in de titel van de show moet wel ironisch bedoeld zijn, vermoedt de kijker. Als Byrne fragmenten uit het nonsensgedicht ‘Ursonate’ van Kurt Schwitters voordraagt en zegt dat de dadaïsten onzin gebruikten om zin te geven aan een zinloze wereld, lijken we in een dansen-op-de-vulkaan-show terecht te komen. Zeker als de band losbarst in het door dadaïst Hugo Ball geïnspireerde Talking Heads-nummer ‘I Zimbra’. Laten we nog even uit ons dak gaan, want de wereld vergaat toch wel, lijkt de boodschap.

Tussen de geweldig dynamisch uitgevoerde nummers door horen we meer doom en gloom van Byrne. Hij herinnert zich dat hij in 1976 voor het eerst in zijn leven een televisie kocht, omdat hij dacht dat hij daarvan iets zou leren over zichzelf en zijn mede-Amerikanen. Niet dus. Nog een weetje van Byrne: de opkomst bij lokale Amerikaanse verkiezingen is 20% en de gemiddelde kiezersleeftijd 57 jaar. Leve de democratie, mogen we er zelf bij denken. Imposant is Byrne’s uitvoering van Janelle Monaé’s protestlied ‘Hell You Talmbout’, over het politiegeweld tegen zwarte Amerikanen. Terwijl Byrne zingt zien we foto’s van vermoorde jonge en oude zwarte Amerikanen.

Maar Byrne is ook een Amerikaan en dus gezegend met optimisme tegen de klippen op. Aan het einde van het optreden wordt duidelijk dat hij het woord utopia niet ironisch, maar serieus bedoelt. Byrne citeert James Baldwin, die ondanks alles in Amerika bleef geloven: “Ik geloof nog steeds dat we iets kunnen doen in dit land dat niet eerder is gedaan.” Gelooft Byrne het echt? Dat het optreden eindigt met de Talking Heads-klassieker ‘Road to Nowhere’ doet toch anders vermoeden.


David Byrne’s American Utopia is vanaf 22 februari beschikbaar voor digitale download via o.a. Pathé Thuis, Google Play, iTunes en Amazon Prime.