DAS VERSPRECHEN

Margarethe von Trotta: Nooit meer naar Berlijn

  • Datum 18-02-2011
  • Auteur
  • Gerelateerde Films DAS VERSPRECHEN
  • Regie
    Margarethe von Trotta
    Te zien vanaf
    01-01-1994
    Land
    Duitsland
  • Deel dit artikel

Margarethe von Trotta heeft een haat-liefde verhouding met Duitsland. Haar films gaan over cruciale momenten in de Duitse geschiedenis: Rosa Luxembourg, links terrorisme en rechtse media-manipulatie. Trotta’s nieuwste film, Das Versprechen heeft de geschiedenis van de Muur tot onderwerp. Een gesprek over de Duitse identiteit, filmkritiek en de geur van bruinkool.

Het is niet vreemd dat Von Trotta gemengde gevoelens heeft over het land waarin ze in 1942 werd geboren in een armetierig Berlijns huishouden. Haar ongetrouwde moeder stamde uit een Moskous aristocraten-geslacht en weigerde de Duitse nationaliteit. Tot haar eerste huwelijk was Margarethe von Trotta statenloos. Sinds 1988 woont ze met co-scenarist Felice Laudadio in het buitenland, eerst in Rome en nu in Parijs. Zelf zegt ze dat haar voornaamste karaktertrek nieuwsgierigheid is. Op haar achttiende trok ze naar Parijs en bezocht dagelijks de westerns en Nouvelle Vague films die in de Cinematèque werden vertoond. Pas toen ze Bergmans Zevende zegel zag, sloeg de bom in. "Bergman is mijn grote meester". Ze moest en zou een film maken. Na een carrière als actrice bij Fassbinder, Chabrol en Zanussi ging ze in de leer bij Volker Schlöndorff, met wie ze later trouwde. Met Die Verlorene Ehe der Katharine Blum (1975), Das zweite Erwachsen der Christa Klages (1978) en Die bleierne Zeit (1981) veroverde ze een vaste plaats in de Neue Deutsche Welle, de vruchtbare jaren zeventig, toen de Duitse cinema floreerde. Het was de tijd van de linkse maatschappijkritiek en Margaretha von Trotta leverde die vanuit een feministische invalshoek, wat haar na het maken van Heller Wahn (1982) op een flinke afstraffing van de heren critici kwam te staan. De opmerking van een criticus dat ze haar films alleen maar gefinancierd kreeg omdat ze geen penis had, staat nog steeds in haar geheugen gegrift. Maar Von Trotta is net een rubberen balletje dat altijd veerkrachtig terugkaatst. Onverstoorbaar gaat ze door met het maken van films over Duitsland, gevangenissen en het innerlijke leven van vrouwen.
Das Versprechen is het verhaal van twee mensen die er 28 jaar van dromen om elkaars geliefden te worden. Ze zijn aanvankelijk gescheiden door een rioolput, maar naarmate de tijd verstrijkt komen er meer obstakels bij. De film opende dit jaar het filmfestival van Berlijn en werd neergesabeld door de Duitse critici, die vonden dat Von Trotta met zevenmijls-laarzen door de porseleinkast van de Duitse eenwording stampte. Von Trotta maakte de film vanuit de optiek van een buitenstaander, daarom zullen niet-Duitsers de film wellicht meer waarderen.

Wat voelde u zich toen de Muur werd afgebroken? "Ik was natuurlijk erg blij, maar ik vond het idee van de eenwording ook verlammend, omdat het kort daarvoor nog zo ondenkbaar was. Zonder aandringen van mijn Italiaanse zwager zou ik er nooit een film over hebben gemaakt. Dan was ik net als alle ander Duitse regisseurs nog jarenlang verlamd geweest. Het feit dat ik in het buitenland woon, gaf me de moed om het onderwerp aan te snijden. Toch hoopte ik dat andere regisseurs zich er ook aan zouden wagen, zodat ik er niet helemaal alleen voor zou staan. Want ineens kreeg ik alle verantwoordelijkheid op mijn schouders. Das Versprechen moest dé film over de Muur worden, maar geen enkele speelfilm kan dat waarmaken. De Berlijnse filmcritici probeerden me kapot te maken, maar hun collega’s uit München begrepen niet waarom ze zo fel waren. Iedere Berlijner vindt dat hij als enige de waarheid over de Muur in pacht heeft."

Ook uw film Heller Wahn, waarin een man zijn best doet om een vriendschap tussen vrouwen te vernietigen, kreeg destijds felle kritiek van de pers. Hoe gaat u om met kritiek? "Op dat moment was ik bezig met de voorbereiding voor mijn film over Rosa Luxembourg, die in Duitsland enorm veel weerstand opriep en veel wrede vijanden had. Ik vond dat ik op zijn minst de opschudding rond Heller Wahn moest doorstaan, wilde ik een film over zo’n vrouw kunnen maken. Zij heeft me de kracht gegeven om het te overleven. Mijn collega’s verklaarden me voor gek dat ik met Das Versprechen naar Berlijn ging, want de film had even goed in Venetië vertoond kunnen worden. Maar ik zou mezelf een lafaard vinden als ik een film over de Muur niet in Berlijn durf te vertonen. Nu weet ik zeker dat ik nooit meer een film in Berlijn zal presenteren."
Eén van de mensen die het hardst waren in hun kritiek, was hoofdrolspeelster Corinna Harfouch, die zich een week na de première in een interview met een voormalig Oostduits weekblad distantieerde van de film. Von Trotta weet waarom: "Toen we in 1990 research deden, waren de Oostduitsers heel open, omdat ze behoefte hadden om hun verhalen over de onderdrukking te vertellen. Corinna Harfouch was één van de eerste actrices die het scenario lazen. Ze vond het toen een authentieke weerspiegeling van de gebeurtenissen. Maar op het moment dat de film in première ging, waren vijf jaar voorbij gegaan sinds de val van de Muur en hadden veel Oostduitsers heimwee gekregen naar het verleden. Sommigen vonden het oude systeem achteraf toch niet zo slecht. Met deze gevoelens bekeek Harfouch de film. Het is haar kijk op de DDR die is veranderd."

Harfouch’s grootste klacht was dat Das Versprechen één grote ‘Negativwertung’ was geworden voor de voormalige DDR, waar volgens u de politiestaat en corruptie hoogtij vierden. Maar u heeft met Die verlorene Ehe der Katharine Blum toch dezelfde kritiek geuit op de Bondsrepubliek? "Mijn films waren altijd kritisch over West-Duitsland, waarom mag ik dan niet negatief zijn over Oost-Duitsland? Ik neem het haar niet eens kwalijk, ze is een produkt van de maatschappij waaruit ze voortkomt. Ik heb altijd mijn twijfels gehad over de DDR, maar tijdens de research voor de film stuitten we op dingen, die ik nooit heb geweten. Toen we op zoek waren naar locaties, kwamen we terecht in een lege gevangenis. Daar zijn er wel meer van in het Oosten, omdat de politieke gevangenen zijn vrijgelaten. Ik hoorde toen dat de autoriteiten aan het begin van ieder jaar bepaalden hoeveel zogenaamde dissidenten moesten worden opgepakt, want die kon de staat voor 80.000 Deutsche Marken aan het Westen verkopen. Je kunt het niet helemaal vergelijken met de Nazi-periode, maar het regime was zeker een voortzetting van de Nazi-geest."

Uw films verschillen enorm van vormgeving. Zo zitten er in Paura e amore prachtige beelden van de mistige Po-vlakte en van eeuwenoude binnenplaatsjes, terwijl Das Versprechen eerder theatraal is, met veel contrasterend licht en duidelijke kleuren. Kiest u per film voor een visuele stijl? "In Duitsland, in het bijzonder in Oost-Duitsland, kun je geen mooie film maken. Het grauwe klimaat maakt alles lelijk. Er hangt een vreselijke geur in Oostduitse gebouwen, een mengeling van ontsmettingsmiddel en bruinkool. Mijn ex-man Volker Schlöndorf heeft de Babelsberg Studio’s overgenomen, dus het was voor mij vanzelfsprekend om daar te draaien. Ook in de oude gedeelten van Babelsberg kom je die geur tegen. De Oostduitsers ruiken het niet eens meer."’

Toen u een paar jaar in Italië had gewoond, verklaarde u in een interview dat u woede was weggeëbd. Waar kwam die woede vandaan? "Ik voelde me altijd een gevangene in Duitsland. Al mijn films gaan eigenlijk over gevangenschap. Je kunt gevangen zijn in een cel, je hoofd, je eigen lichaam of in de maatschappij. Das Zweite Erwachen der Christa Klages begint met het hoofdpersonage dat zegt: "Ik moest mijn eigen gevangenis creëren om te begrijpen wat er met me was gebeurd." Gevangenschap is lijden, het is een gesteldheid. Ik voelde leed en het kwam automatisch in mijn films terecht, zonder dat ik het precies kon analyseren. Met dat gevoel ga ik door het leven en het wordt erger zodra ik in Duitsland ben."

Als u zo’n hevige controverse oproept met een film over de Muur, waarom maakt u dan uw nieuwe film over een nog grotere wond in de Duitse geschiedenis, namelijk de jodenvervolging? "Misschien is het wel mijn lot om dat soort wonden open te halen. Ik voel me wel Duits, maar toch verzet ik me ertegen. De financiering is nog lang niet rond, maar ik wil graag een film maken over de laatste grote razzia in 1943, toen de joodse echtgenoten van Arische vrouwen werden opgepakt. Die vrouwen protesteerden zo hard dat Goebbels hun mannen wel moest vrijlaten. Duitsland had met Stalingrad en het eerste Britse bombardement voor het eerst nederlagen geleden. Een opstand van Arische vrouwen konden ze niet gebruiken. Dit was misschien het enige moment in de nazi-geschiedenis, waarin de moed van eenvoudige burgers succesvol was, maar het incident is de doofpot ingegaan. Na de oorlog wilde niemand geconfronteerd worden met dat soort moed, want de Duitsers hebben de neiging om zich lijdzaam op te stellen en iemand anders de schuld te geven."

U maakte deel uit van een generatie die in de jaren zeventig felle kritiek uitte op de maatschappij. Vindt u het niet vreemd om in de cynische jaren negentig te werken? "Ik geloof niet dat er in de wereld veel is veranderd in de afgelopen decennia. Ik schreeuw mijn eigen idealisme niet meer zo hard van de daken, maar het zit nog steeds in mijn films. Ik vecht in mijn eigen omgeving voor de dingen waarin ik geloof en dat zal ik tot mijn dood blijven doen. Iedere generatie moet zijn eigen weg vinden, je kunt je eigen levenservaring niet doorgeven aan jongere mensen. Ze moeten het allemaal zelf ervaren."

Thessa Mooij