DANCE OF DUST (RAKHS-E-KHAK)

Bakstenen, graan en onweer

Bakstenen maken in de leemgroeven

Na De stilte en Children of heaven gaat er in korte tijd opnieuw een Iraanse film in première. Met Dance of dust maakte Abolfazl Jalili echter geen idyllische portret van schattige kinderen, maar een hermetische impressie van het harde leven in een Iranese leemgroeve.

Dat de hoofdrollen in Dance of dust door kinderen worden gespeeld, zal geen filmliefhebber verbazen. Praktisch alle Iraanse films die ons land bereiken gaan immers over kinderen, of het nu het werk van Baahram Beizai (Bashu), Mohsen Makhmalbaf (De stilte), zijn dochter Samira Makhmalbaf (De appel), Abbas Kiarostami (Waar staat het huis van mijn vriend?) of Majid Majidi (Children of heaven) betreft. Het schijnt dat filmmakers zo de vele censuurcommissies in hun land gunstig proberen te stemmen. Films over de onschuldige kinderziel kunnen nu eenmaal geen subversieve inhoud hebben. In het geval van Dance of dust heeft dat overigens niet mogen baten. Hoewel de film al in 1992 was voltooid, hebben de censors de vertoning zes jaar lang verboden, naar het schijnt omdat regisseur Abolfazl Jalili openlijk kinderarbeid in beeld brengt. Het is ook nooit goed. Dance of dust is de eerste film die van de Iranese autodidact Jalili in Nederland is uitgebracht; wel besteedde het Filmfestival Rotterdam dit jaar een retrospectief aan zijn werk.

Babyvoeding
Zijn film wijkt sterk af van de zogenaamde ‘kinderfilms’ die voornoemde regisseurs maakten. De onbezorgde Iraanse kinderwereld die we kennen uit bijvoorbeeld Waar staat het huis van mijn vriend? of Children of heaven is mijlenver verwijderd van de dorre vlakte waar de elfjarige jongen Llia en het meisje Limua uit Dance of dust wonen. Hun leven in de kleine dorpsgemeenschap is hard en eentonig. Maanden achtereen werken de seizoensarbeiders in een leemgroeve om bakstenen te maken.
Jalili heeft dit zware bestaan in een experimenteel-documentaire vorm gegoten. In Dance of dust wordt geen woord gesproken, ook een verhaal ontbreekt vrijwel geheel. We zien zeer nauwkeurig hoe de bakstenen gefabriceerd worden en hoe het graan gemalen wordt. En telkens weer proberen de arbeiders met opgeheven handen regen op wekken. Want pas als het regenseizoen begonnen is, zit hun werk er op, en vertrekken de arbeiders weer.
Af en toe vallen enkele westerse luxe-producten op: een blikje babyvoeding of een paar plastic schoonmaakhandschoenen. Het zijn echte Fremdkörper in deze zeer inheemse gemeenschap. Jalili heeft oog voor zulke details; de beelden zijn zeer nauwkeurig gecomponeerd. Omdat de film zwijgend is, spelen geluiden een belangrijke rol, die Jalili subtiel in de soundtrack heeft verwerkt. Zo horen we het hart van een zwangere vrouw bonzen, en klinkt er een paar keer uit de onheilspellende wolkenmassa gerommel op. De arbeiders kijken verwachtingsvol naar de hemel: kondigt dat geluid de regen aan die een einde maakt aan het werk? Nee, er vliegt gewoon een vliegtuig over, zodat de hoop van de arbeiders ijdel bleek.

Amulet
Toch blijft de zeggingskracht van Dance of dust te beperkt. De zweem van een verhaal die Jalili door deze ingehouden impressie van het zware arbeidersleven heeft gevlochten, is wel erg minimaal. Llia en Limua, die allebei hard moeten meewerken in de leemgroeve, sluiten vriendschap, die — zoals alles eigenlijk in de film — zeer impliciet getoond wordt. Geen enkele keer zijn ze samen in beeld; hun contact blijft beperkt tot een steelse blik of een vage glimlach. Waarschijnlijk kunnen ze ook niet met elkaar praten, omdat ze een ander dialect spreken. Enkele voorwerpen lijken de band tussen hen te smeden. Limua maakt een afdruk van haar hand in een baksteen, die correspondeert met de handvormige amulet die Llia begraaft als Limua ziek wordt.
Veel van het drama in Dance of dust blijft onderhuids dankzij de strenge vorm die Jalili zich heeft opgelegd. Maar juist de momenten dat hij van zijn rigide filmstijl afwijkt, doen storend aan. Ze komen soms pathetisch over, omdat hij er bijzondere nadruk op legt. Een paar slowmotion-scènes of de maten van Beethovens negende symfonie in deze verder muziekloze film, roepen vooral veel vraagtekens op.
Jalili prikkelt met zijn beelden de verbeeldingskracht van zijn publiek. De toeschouwer kan zich mee laten slepen door de impressie van deze verloren kinderen in een grauwbruine leemgroeve. Maar hij kan er ook onverschillig naar kijken als een kip naar het onweer.

Pieter Bots