D.O.A.P. (DEATH OF A PRESIDENT)
De enge blik

d.o.a.p. (death of a president) laat onbedoeld zien dat we alles moeten wantrouwen wat ons in beelden wordt verteld.
Er zijn een paar onderwerpen die instant publiciteit opleveren en de moord op George Bush later dit jaar, op negentien oktober om precies te zijn, is er daar een van. Aan publiciteit ontbrak het d.o.a.p. (death of a president) — dan ook niet sinds de première vorig jaar op het filmfestival van Toronto. De vraag is: was alle commotie terecht?
Op negentien oktober bezoekt de Amerikaanse president een hotel in Chicago om een speech te geven voor een groep lokale ondernemers. Buiten protesteren tegenstanders van het regime en die protesten worden steeds grimmiger, net zoals het beleid van el presidente ook steeds grimmer is geworden. Speciale eenheden proberen de betogers in het gelid te knuppelen. Die beelden zijn doorsneden met interviews van geheim agenten die, achteraf, vertellen dat ze "toen al een slecht gevoel" over het bezoek hadden. Ze adviseerden de president om na afloop van de speech niet nog even met het publiek buiten te gaan babbelen — er stonden ook aanhangers voor de deuren — maar de president wil niet wijken. Want in films wijken presidenten niet. En dan, terwijl hij buiten handen schudt en lacht, gebeurt het onvermijdelijke.
De film vertelt het verloop van het jaar na de moord. Hoe aan een moslimextremistische terreuraanslag werd gedacht. Hoe mensen werden opgepakt die in die theorie pasten. Hoe anderen, die daar niet in pasten, niet werden opgepakt. Hoe de bevoegdheden van geheime diensten en politie onder een aangepaste Patriot Act ‘voorlopig’ werden uitgebreid om deze ellende in de toekomst te voorkomen. En hoe het allemaal anders bleek te zitten dan iedereen dacht.
Shock
d.o.a.p. is geen fictiefilm maar een ingenieus in elkaar gedraaide nepdocumentaire die archiefbeelden combineert met fictieve actiescènes, fictieve interviews en fictieve beelden van bewakingscamera’s. De film overtuigt zoals een journalistieke onderzoeksdocumentaire dat zou doen en dat realisme is een van de redenen waarom de film voor controverse zorgde. Maar het is wel een gemakkelijk verteerbare controverse.
Bij het zien van death of a president wordt je eerst getroffen door het realisme. Daarna doet de tweede shock je realiseren dát en hóe veiligheidsdiensten — vrij naar Bram Moszkowicz — "teleologisch" te werk kunnen gaan. Dat wil zeggen, ze denken te weten hoe het zit en proberen daar bewijzen bij te vinden. Of zoals Freek de Jonge het vorig jaar in zijn verkiezingsconference verwoordde: "We hebben onderzoek laten aantonen dat…" Gegevens die niet in de theorie passen, worden genegeerd.
Maar dan zet de dooi in. Er wordt in deze film een heleboel gesuggereerd, maar wat wordt er nou eigenlijk echt gezegd? Al die speculaties en verdachtmakerijen leveren een boeiende mockumentary op, dat wel, maar hij overtuigt alleen de onderbuik. Het is een flitsend verpakt, maar gemakkelijk oordeel.
Een verontrustender idee dat achterbleef, is het idee dat met beelden inmiddels alles bij elkaar gelogen kan worden. Misschien geen novum maar death of a president’s overtuigende kunstje zorgt onbedoeld voor het besef dat journalistiek ook maar een vorm van fictie is.
Ronald Rovers