Confidante
Bedolven onder brokstukken vrouwenhaat
Confidante
In het compacte kamerdrama Confidante excelleert Saadet Aksoy als een Turkse sekswerker. Tijdens een aardbeving ziet ze zich voor een morele keuze gesteld die haar leven zal veranderen.
In de jaren negentig waren erotische telefoondiensten big business. Dat deze tak van de seksindustrie ook voet aan de grond kreeg in het conservatieve Turkije zien we in Confidante. In de zomer van 1999 werkt een groepje vrouwen hun telefoonsekscliëntèle af vanuit een vreugdeloos kantoorhok in een buitenwijk van Ankara.
Vergeleken met de collega’s die vlak naast haar plichtmatig zitten te hijgen en kreunen, pakt Arzu (Saadet Aksoy) haar klantencontacten een stuk grondiger aan: in een schriftje houdt ze zaken als voorkeuren, fantasieën en huwelijkse staat nauwkeurig bij. Met haar belangstellende aanpak houdt ze vaste klanten lang aan de lijn. En dat betekent kassa.
Het telefoonsekswereldje in Confidante lijkt in niets op de kleurige retro-camp in de Nederlandse sekslijnserie Dirty Lines (2022). Regisseurs Guillaume Giovanetti en Çağla Zencirci leggen de nadruk juist op de banaliteit en de sleur. Totdat aan die sleur een eind komt door een aardbeving. De schade in Ankara blijkt minimaal. Maar als er weer elektriciteit is, zien de vrouwen op televisie dat Istanboel wel zwaar getroffen is. Wanneer de telefoons weer beginnen te rinkelen, reageert een sekswerker cynisch: “Ze zitten met hun pik te spelen terwijl mensen liggen te sterven onder het puin.”
Een van die mensen onder het puin is een tiener die kort daarvoor puberale praatjes uitkraamde tegen Arzu. Als hij haar opbelt en om hulp vraagt, levert dat hoofdbrekens op. Want als daardoor zou uitkomen wat voor werk ze doet, kan dat haar – we zijn nog steeds in Turkije – de voogdij over haar zoon kosten. Daarna buitelen de verhaallijnen over elkaar heen. Al telefonerend stuit Arzu op een undercoveroperatie in een vrouwenhandelorganisatie, politieke machinaties én seksuele intimidatie op de werkvloer. Dat alles tegen de achtergrond van een van de hevigste aardbevingen in de Turkse geschiedenis, samengepakt in een film van 76 minuten. Het lijkt te veel van het goede, maar het pakt wonderwel uit.
Net als in hun ongepolijste plattelandsdrama Sibel (2018) portretteren Giovanetti en Zencirci een vrouw die zich probeert te ontworstelen aan knellende sociale normen. In Confidante voel je die beknelling in elk strak kader en elke extreme close-up. De met een kruk lopende Arzu probeert te bewegen in de krappe en donkere kamertjes waar ze werkt, maar nergens vindt ze een centimeter ruimte. Zoals die tiener is bedekt met puin, zo is zij bedolven onder brokstukken vrouwenhaat. Met veel vindingrijkheid probeert ze daar onderuit te klauteren.