Ciurè
Pretty Woman in Palermo

Ciurè
Modern, sentimenteel Siciliaans sprookje over de onwaarschijnlijke liefde tussen een Italiaanse macho en paaldansende trans vrouw.
Hij is misschien niet zo knap als Richard Gere, bitst trans vrouw Ciurè tegen ‘La Magnifica’, de eigenaar van het dragqueen-podium waar ze werkt als paaldanser. Het gaat over Salvo, de gesloten Siciliaanse macho die tegen wil en dank naast haar op het podium is beland omdat hij binnen drie dagen een schuld aan een maffiabaas moet zien af te lossen.
La Magnifica waarschuwt Ciurè dat zij Julia Roberts niet is en dat het leven geen sprookje is als Pretty Woman. Maar laat deze film dat nou juist wel zijn, en tegelijk ook het spiegelbeeld ervan: een modern sprookje over het echte leven, waarin een onwaarschijnlijke liefde ontstaat.
Hoofdpersoon is Salvo, een gefrustreerde, gespierde hunk en alleenstaande vader die kampt met een opeenstapeling van problemen: geen werk, een heroïneverslaafde ex, schulden bij de maffioze broer van die ex en zo nog wel wat meer. Dan ontmoet hij toevallig nachtclubdanser Ciurè die opmerkt dat hij meer zou kunnen verdienen in z’n blote kont op het podium. Wat ze er niet bij zegt, is dat hij daarvoor een jurk en make-up moet dragen. Kom daar maar eens om bij een Italiaanse macho. Maar de uitdagende, sexy Ciurè blijkt gaandeweg een soort beschermheilige, die de liefde belichaamt en de getroebleerde Salvo tot het goede inspireert.
Beschermheiligen duiken overal op in Ciurè: in een tattoo op Salvo’s bovenarm, een afbeelding op een muur bij een voetbalveldje, figuren in de kerk of op een huisaltaartje. De symboliek ligt er wat dik bovenop en dat geldt ook voor het wat vet aangezette spel, onder regie van Gianpiero Pumo, die zelf de hoofdrol van Salvo vertolkt en ook het scenario schreef. Zijn steevast neerslachtige, verkrampte blik werkt af en toe op de lachspieren.
Eigenlijk is alles nogal zwaar aangezet: de emblematische personages, de wat geforceerde plot, de cheesy synthesizermuziek, de camera die lustig langs Ciurè’s bevallige lichaam likt. Maar vooral de muzikale intermezzo’s tussen de optredens werken aanstekelijk. Met als hoogtepunt een verleidelijke paaldans waarin Salvo en Ciurè dezelfde outfit dragen: alsof ze elkaar spiegelen; zowel tegenpolen als tweelingen zijn.
Ciurè lijkt nog het meest op een soort levenslied uit Palermo: sentimenteel, met een snik, maar recht uit het hart en daardoor toch ook ontroerend. De moraal van het verhaal: geef elkaar liefde in plaats van haat. Daar valt weinig tegenin te brengen.