Captain Phillips
Weerloos op zee
Gelukkige timing kan Paul Greengrass niet ontzegd worden. Net terwijl Oost-Afrika weer op de Amerikaanse radar van probleemgebieden opduikt, verschijnt zijn film over Somalische piraterij. Verwacht echter geen Jack Sparrow.
‘No Al-Qaeda here, it’s just business!’ roept een van de Somalische kapers wanneer ze in Captain Phillips net een containerschip van rederij Maersk met geweld betreden hebben. Geen onbelangrijk zinnetje, door regisseur Paul Greengrass al vroeg ingebracht om iets duidelijk te maken. Dit wordt geen herhaling van Greengrass’ beste film, United 93. Het probleem van de Somalische piraterij in de Hoorn van Afrika gaat immers niet over terrorisme, maar over globalisering.
En toch roept Captain Phillips vaak dezelfde emoties op als die eerdere film van Greengrass. Het is een bij vlagen zeer spannende film, maar zorgeloos amusement wordt het nooit. Na ruim twee uur meeleven met kapitein Phillips ben je als kijker al bijna net zo uitgeput als de onfortuinlijke gezagvoerder. Phillips (Tom Hanks in een van zijn betere rollen) wordt door zijn rederij ingevlogen om een containerreus rond Afrika te loodsen. Voor de Somalische kust wordt het schip direct belaagd door twee snelle vissersboten vol gewapende mannen, waarna een kat-en-muisspel begint tussen de nerveuze kapers en de bemanning. In dit gedeelte is Captain Phillips vooral een opwindende thriller. Greengrass is een meester in het melken van spanning uit alledaagse elementen. Een simpele truc als het strooien van glas blijkt al een flink obstakel voor de blootsvoetse kapers. Halverwege verandert de toon van de film, als Richard Phillips plotseling op een geheel andere wijze met de piraten wordt geconfronteerd. Hier transformeert de thriller in een zenuwslopend drama, waarvan de uitkomst zeker niet vaststaat.
Veel komen we niet te weten over de vier Somalische kapers, waardoor ze minder beklijven dan de titelheld. Maar Greengrass maakt wel duidelijk dat voor deze mannen de keuze voor het piratenbestaan eigenlijk onvermijdelijk is. Ze zijn straatarm en hebben een gat in de markt ontdekt, waarbij ze het rijke westen kinderlijk eenvoudig het nakijken geven. De kolossale tegenstelling tussen derde en eerste wereld komt nog het beste tot uiting in de overkill waarmee de Amerikaanse marine de gijzeling tot een goed einde probeert te krijgen. Drie oorlogsbodems die uitrukken om vier kapers tot staan te brengen: de misplaatste superioriteit is bijna pijnlijk om te zien. Een confronterende eindscène (en de beste uit de film) bevestigt dit scheve beeld: Captain Phillips kent geen echte winnaars.
Mark van den Tempel