Burden

Trump-stemmers avant la lettre

In het South Carolina van 1996 openen rednecks met veel bombarie een Ku Klux Klan-­museum, midden in een zwarte gemeenschap waarvan de dominee juist naastenliefde predikt.

Een groep jongemannen werkt energiek aan de verbouwing van hun winkelpand, waarna ze bij een gemoedelijke barbecue neerstrijken. Er rennen honden en kinderen rond, een oude pick-up truck doet dienst als zwembad en ’s avonds mijmert men bij het kampvuur. Het schetst een chaotische, hecht ogende gemeenschap. Maar dan zien we een andere kant, bij de opening van hun Ku Klux Klan-museum. Deze zelfbenoemde rednecks, Trump-stemmers avant la lettre, worstelen opzichtig met een minderwaardigheidsgevoel, gebrek aan status, geld en educatie. En dat wakkert hun haat voor hun zwarte medeburgers maar aan.

Mike Burden werd ooit als verloren zoon opgenomen door Klan-leider Tom en laat zich diens hatelijke levensfilosofie sindsdien kritiekloos aanleunen. Tot Mike valt voor een alleenstaande moeder die niets moet hebben van hun racistische ideologie. Als Mike op haar aandringen de KKK verlaat, blijkt de band met de Klan-leden behoorlijk voorwaardelijk: hij verliest alles. Mike en Judy kunnen niet anders dan zich wenden tot de zwarte gemeenschap, waar dominee Kennedy en aanhang al snel hun hand over het hart strijken.

Andrew Heckler, die met dit drama als regisseur debuteert, schreef het scenario al zo’n twintig jaar geleden. In 2018 werd de film geproduceerd en anno nu blijkt het thema nog net zo relevant.

De opmaat van dit op ware gebeurtenissen gestoelde drama is het sterkst. Vooral de manier waarop de kijker een bijna familiair inkijkje krijgt in deze groep white supremacists in trailers, gefilmd met oog voor detail. Daarna ontvouwt het drama zich grotendeels volgens klassiek patroon. Heel spannend is dat niet: de zwarte dominee en zijn naasten zijn heldhaftige gelovigen zoals elke God ze bedoeld heeft. Vol naastenliefde, empathie, zelfbeheersing en vergevingsgezindheid. Het tegenovergestelde geldt voor de witte, haatdragende eikels die vol zijn van hun achterlijke wereldbeeld. Daartussen zweeft protagonist Mike, die evolueert van een gewelddadige klootzak naar een rechtschapen man die zijn fouten ruiterlijk erkent.

Enkele dierenanalogieën komen niet helemaal uit de verf, net als het rattige permanentje van Andrea Riseborough en de redneck-uitstraling van Tom Wilkinson. Daarvoor is hij, net als Riseborough, toch te beschaafd Brits. Hun acteerwerk is verder prima in orde en de doorgaans zo gelikt overkomende Garrett Hedlund is geloofwaardig als tabakpruimende, schmierende redneck die nors en met zijn nek tussen de schouders door het leven gaat.