Blind Spot

Wat niemand zag

Blind Spot

Dit sterke psychologische drama, gedraaid in real time, vestigt subtiel en effectief de aandacht op ons beperkte vermogen om te zien wat er nu werkelijk in onze geliefden omgaat.

De digitale revolutie in het filmmaken bracht in de afgelopen twee decennia een hele nieuwe categorie films voort: films die zijn geschoten in één onafgebroken take. Gold in het analoge tijdperk een shot van tien minuten (ongeveer het maximale dat op één spoel past) als opmerkelijk lang, digitaal kan een volledige film worden gedraaid zonder ook maar één tussentijdse cut. Eenvoudig is dat natuurlijk niet, want een take van anderhalf uur of langer is een waar huzarenstukje dat om rigoureuze voorbereiding en immense concentratie vraagt. Het wow-gehalte van zo’n onderneming kan dan ook makkelijk de inhoudelijke kanten van de film gaan overschaduwen; de oogst aan recente one-shot (en quasi-one-shot) films levert daarvan genoeg voorbeelden.

De Noorse productie Blind Spot werd met twee simultaan draaiende camera’s (een handheld camera en een Steadicam) in real time gefilmd, waarna de shots op een paar overlappende momenten onzichtbaar door elkaar werden gemonteerd. Toch staat die technische prestatie in deze film nooit op de voorgrond. In een interview met Screen Daily legt debuterend scenarist en regisseur Tuva Novotny helder uit waarom ze dit verhaal per se in real time wilde vertellen: om zo min mogelijk te dramatiseren en juist al die tussenmomenten te tonen die normaal gesproken uit de montage worden weggeknipt.

De eerste vijfentwintig minuten van de film lijken een willekeurige (en opvallend banale) momentopname uit het tienerbestaan van Tea (Nora Mathea Øien). Na afloop van haar handbaltraining wandelt ze samen met een ander meisje, mogelijk haar beste vriendin, naar huis. We zien wat we zien: er wordt niet gefilterd, niets achtergehouden. Wel is onze blik op Tea oppervlakkig, zijdelings, onvolledig en terloops. Dat wordt met een schok duidelijk als zij van het ene op het andere ogenblik uit het kader verdwijnt.

Vanaf dat moment hecht de camera zich aan Tea’s moeder Maria (Pia Tjelta), om haar het volgende lange uur alleen nog sporadisch te verlaten. De gevoelsstadia die in dat tijdsbestek voorbijkomen – shock, hysterie, verdoving, agressie, woede, onbegrip, (zelf)verwijt, verdriet – contrasteren zo intens met de kalme normaliteit waarin de film begon dat het automatisch twijfels oproept over wat we hebben gezien, wat we niet hebben gezien, welke vragen we daar wel of niet bij hebben gesteld, en welke gevolgen dat kan hebben. In hoeverre is ons idee van normaliteit een projectie, een illusie waarmee we onszelf geruststellen? Hoe ga je om met een werkelijkheid waar geen begrijpelijk verhaal van te maken valt?

Novotny, hiervoor in de filmindustrie werkzaam als actrice, verdient alle lof voor dit sterke regiedebuut, waarin haar hoofdrolspeelster Pia Tjelta een emotionele krachttoer levert. In het kader van de real time-ervaring die Blind Spot is, wil en moet je eigenlijk niet meer weten dan dat.