Black Is King
Beyoncé droomt van Afrika
De vergetelijke CGI-remake van The Lion King heeft toch iets moois opgeleverd, schrijft de Nigeriaanse filmcriticus Wilfred Okiche. Beyoncé’s pan-Afrikaanse project op Disney+ is een radicale verbeelding van Simba’s levenswandel die Afrikaanse roots en zwart cultureel erfgoed viert.
De Afrikaans-Amerikaanse belangstelling voor Afrika is altijd tegenstrijdig geweest, vooral als het gaat om gedeelde identiteit en ervaringen. Aan de ene kant hebben afstammelingen van met geweld uit het continent gehaalde en tot slaaf gemaakte voorouders de neiging om de connectie met een thuis dat ze niet echt kennen te bagatelliseren. Aan de andere kant is er het tot fetisj gemaakte beeld van een Afrika als ruraal land waar mensen in bomen leven en gered moeten worden van onafgebroken stammenoorlogen.
Filmisch gezien ontwikkelde deze belangstelling in Hollywood zich van John Landis’ komedie Coming to America (1988) naar de meer bedachtzame reflecties op ontheemd zijn in Ryan Cooglers Black Panther (2018). Beyoncé’s Black Is King, een zijtak van haar muziekproject The Gift (2019) en Jon Favreau’s remake van de Disneyklassieker The Lion King (2019), luiden een nieuw hoofdstuk van de verbeelding van de Afrika-diaspora-relatie in, met inclusiviteit als hoofdonderwerp.
Aan de hand van Simba’s levenswandel, voorzien van de nodige Bijbelse en Shakespeareaanse verwijzingen, brengt Beyoncé een eerbetoon aan Afrika, in een poging haar verbintenis met het moederland te portretteren. Dat doet ze niet met grove streken. Ze bouwt een brug door een overweldigende parade van samenwerkingen tot stand te brengen. Onder andere Blitz Bazawule (The Burial of Kojo), Jenn Nkiru, Kwasi Fordjour en de poëzie van Warsan Shire werken hier achter de schermen aan de visie van Beyoncé.
En wat is die visie? Een weelderige viering van zwarte afstamming, spiritualiteit en excellentie die meerdere culturen belicht. De muzikale invloeden zijn voornamelijk West- en Zuid-Afrikaans, maar Black Is King is op visueel gebied een meer inclusieve odyssee die meerdere regio’s verbindt, ook in de grotere diaspora-gemeenschappen van Amerika, Verenigd Koninkrijk en België.
Spetterend
Black Is King is een feest voor het oog, een werk op de grens van film, muziekvideo, fotografie, musical, video-essay en kunstinstallatie. Beyoncé’s kostuumwissels – elke look spetterender dan die daarvoor – zijn een compliment voor de gedetailleerde choreografie en production design van de film. De kennis en inzet van Afrikaanse cultuur is ook indrukwekkend: Dogon-maskers, Jollof-rijst, luipaardhuid, Yoruba-goden, sangoma’s en Adinkra zijn symbolische bouwstenen.
Black Is King kiest er niet voor om alle verhalende invalshoeken plat te walsen tot een makkelijk te verteren, monolithisch verhaal, zelfs als de focus voornamelijk bij koningschap ligt. Simba’s persoonlijke groei is toegankelijk voor iedereen. Elke persoon kan ervoor kiezen om aan deze visuele tocht te beginnen, wat past bij de verkiesbare vorm van monarchie in verscheidene Afrikaanse gemeenschappen.
Gevoel van trots
Black Is King is een geschenk voor mensen als Beyoncé, een diasporische afstammeling van mensen van Afrikaanse afkomst. De pan-Afrikaanse bonafides bieden een plek om je verbonden mee te voelen en documenteren geschiedenissen die ver voorbij de slavernij gaan. Dat is relevant, gezien alle rassenspanningen in de wereld. In Amerika is het de moord op George Floyd, Black Lives Matter-protesten en een president die geen eenheid kan bieden. In Europa zijn er kwesties rondom immigratie, grenspolitiek en golven van nationalisme. In delen van Azië en het Midden-Oosten worden zwarte mensen nog altijd als verwaarloosbare en tweederangsburgers beschouwd.
Afrikanen hebben ook iets aan dit project. Het talent dat met Beyoncé samenwerkt krijgt de kans om op haar gigantische canvas te schitteren. De Nigeriaanse zangeres Yemi Alade steelt de show met haar energie in ‘Don’t Jealous Me’. De Zuid-Afrikaanse artiest Busiswa houdt stand in de vrouwelijke formatie van ‘My Power’. De Ghanese dancehall-ster Shatta Wale neemt de leiding op ‘Already’ en spoort Beyoncé aan om zijn manische energie bij te houden. Wat ze natuurlijk doet. Bovenal zet het project aan tot een gevoel van trots, ook als het zwelgt in de schoonheid van Afrikaanse steden, het muzikale nalatenschap van het continent en de rijke culturele erfgoed.
Het is belangrijk om op te merken dat, ondanks alle goede intenties, Black Is King ook reactionair is. Jarenlang zijn Afrikanen door kolonialisme en imperialisme geconditioneerd om zichzelf als mensen met minder bevoegdheid te zien. Politici faalden in het verbeelden van een aspiratie die verder ging dan de strijd om onafhankelijkheid. Via film, muziek, theater en andere kunstvormen hebben Afrikanen zichzelf weer achter het stuur gehesen. Het is bovenal die ontwikkeling die heeft gezorgd voor belangstelling bij Beyoncé en haar Disney-team.
Verzet
Daarover gesproken: het is een kleine daad van verzet geweest dat Beyoncé Disney, hét bastion van geglobaliseerd kapitalisme, zo ver heeft gekregen om het budget op te hoesten, wat zeker geen gering bedrag moet zijn geweest. En om daarbij de creatieve controle uit handen te geven om een van de meest geliefde familietitels op radicale manieren opnieuw door haar te laten verbeelden. Het is zeker een van de meest interessante beslissingen die het risicomijdende Disney van Bob Iger heeft genomen. Beyoncé is immers de vrouw die een politieauto liet zinken in haar videoclip van ‘Formation’, die de Black Panther-groet incorporeerde in haar Super Bowl-halftimeshow en die de volgende dag haar headlineconcert op Coachella omvormde tot een viering van zwart-zijn.
Deze beslissing was misschien niet voor de hand liggend, maar het is wel de juiste. Uiteindelijk zal Black Is King, een gulle en feestelijke documentatie van zwarte cultuur, ervoor zorgen dat de film die eraan voorafging – Favreau’s lucratieve CGI-remake – niet volledig is veroordeeld tot de prullenbak van de geschiedenis. Het leverde toch iets moois op.
Black Is King is nu te zien op Disney+.