Black Girl
Het dienstmeisje doet alles en mag niets
Black Girl
Het debuut van de Senegalese regisseur Ousmane Sembène is een sublieme aanklacht tegen racisme en uitbuiting.
“Ik ben gekomen om op de kinderen te passen. Waar zijn ze? Waarom schreeuwt Madame de hele tijd tegen me? Ik ben geen kok. Ik ben geen schoonmaakster.” De Senegalese Diouanna is in de val gelopen: ze dacht haar armoedige, ongeletterde komaf te kunnen ontstijgen door het Franse echtpaar waarvoor ze werkt vanuit Dakar te volgen naar de Côte d’Azur, maar eenmaal in Frankrijk krimpt haar wereld al snel tot een mensonterend minimum.
In plaats van in een villa belandt ze in een flat, waar het hele huishouden op haar neerkomt – de drie kinderen uit het gezin blijken nog “in de bergen”. Madame had haar luxe en mooie winkels beloofd, maar verder dan het aanwijzen van een rijtje badplaatsen vanuit het raam komt het niet; Diouanna mag alleen de straat op om boodschappen te doen. Als er gasten komen moet ze rijst koken en opdienen terwijl er over haar gepraat wordt als over een exotisch object.
La noire de…, zo luidt de oorspronkelijke titel van de eerste speelfilm van de Senegalese grootmeester Ousmane Sembène, die nu op Mubi te zien is onder de Engelstalige titel Black Girl. Diouanna behoort haar werkgevers toe; als zwarte vrouw had ze overal vandaan kunnen komen, door haar huidskleur is ze sociaal gebrandmerkt in het diep-racistische Europa van de jaren zestig. Voor het script bewerkte Sembène een kort verhaal van eigen hand, dat hij weer had gebaseerd op een tragisch nieuwsbericht; het loopt met Diouanna niet goed af. Auteur Leïla Slimani zou jaren later eenzelfde soort rampscenario in huiselijke kring beschrijven in haar (ook uitstekend verfilmde) roman Chanson douce uit 2016, toevallig ook het jaar waarin Black Girl digitaal werd gerestaureerd en eindelijk aan zijn opmars tot klassieker uit de wereldcinema kon beginnen. Het was een lange weg.
Black Girl kwam uit in 1966, zes jaar na de onafhankelijkheid van Senegal, en trok internationale aandacht toen hij werd bekroond met de Franse Prix Jean Vigo. Sembène presenteerde als eerste regisseur uit sub-Saharaans Afrika een oorspronkelijk, eigen werk – een pionier, die met minimale middelen een daverend statement over de koloniale erfenis afleverde. Angelsaksische critici reageerden nogal zuur; met name de personages van Monsieur en Madame zouden te slecht zijn uitgewerkt. Waren dit geen stereotypen?
Inderdaad, dat zijn het. Robert Fontaine als Monsieur en vooral Anne-Marie Jelinek als Madame zetten met een bewonderenswaardig gebrek aan ijdelheid een archetypisch expat-stel neer; Senegal is voor hun een plek waar vooral veel te halen valt, met gedienstige bewoners. Mbissine Thérèse Diop als de zwijgende Diouanna staat mijlenver boven hun geklets, maar ze kan geen kant op.
Ondanks het schrijnende thema is Black Girl een esthetisch genot. De zwart-wit beelden zijn schitterend; de muziek gaat z’n eigenzinnig vrolijke gang. Diouanna’s feestelijke jurken vormen een stil verzet tegen haar miserabele positie. Haar waardigheid blijft intact.
Black Girl (La noire de…) is vanaf 26 september 2025 te zien op Mubi.