Black Dog
Koppig eigenzinnige genremix

Black Dog
Een ex-gevangene keert terug naar zijn geboortedorp in de Gobi-woestijn en sluit daar vriendschap met een bijtgrage zwerfhond, in deze vervreemdende mix van genres.
Alleen het openingsshot van Black Dog (Gouzhen) is al een bioscoopbezoek waard. Door een uitgestrekte, pokdalige vlakte loopt een zandweg. In de verte komt een bus aanrijden. Het zand stuift, stepperollers stuiteren over de zwarte grond. Plots komt een roedel van tientallen honden het beeld inrennen. Ze denderen de weg over, en in een poging de dieren te ontwijken, kantelt het busje.
Een van de inzittenden is Lang Yonghui. Vervroegd vrijgelaten keert hij terug naar zijn geboortedorp in de Gobi-woestijn, maar wat hij aantreft is een schim daarvan. Een eroderende plek waar alles stoffig en roestig is en meer honden wonen dan mensen. De lokale autoriteiten gaan die ‘plaag’ van zwerfhonden te lijf met stroomwapens en vangnetten. De voormalige stuntrijder Lang sluit zich aan bij deze ‘opruimdienst’, tot hij oog in oog komt te staan met een zwarte windhond die al even ongrijpbaar is als hij. En net zo van zich af bijt.
Lang ontwikkelt een vriendschap met die ranke, zwarte hond. Twee onbegrepen buitenbeentjes zijn ze, man en hond, in een landschap dat in het camerawerk van Weizhe Gao soms iets buitenaards heeft. Regisseur Guan Hu maakt de band tussen de twee nooit sentimenteel of antropomorfisch.
Dat er een bijrol is voor filmmaker Jia Zhang-ke is een leuke knipoog: Black Dog is als een zonderling broertje van het werk van Jia, al decennia chroniqueur van de grootschalige omwentelingen in China en de impact daarvan op individuen. Ook in Guans film walst de modernisering binnen, in dit dorp waar een afgebroken brug de toegangsweg vormt. Black Dog heeft daarmee een maatschappelijke ondertoon, maar die blijft goeddeels onder het oppervlak en vloeit soms ook weer de film uit. Wie hem terugbrengt tot zijn thematiek komt wat karig uit, maar daarmee doe je deze koppig eigenzinnige film tekort.
Black Dog is vooral een licht vervreemdende vertelling die elementen leent van de western, noir en misdaadfilm en hevig leunt op de beeldtaal van zwijgende film. Een gegeven dat versterkt wordt doordat Lang (met een uitgestreken gezicht gespeeld door Eddie Peng) nauwelijks een woord spreekt. Hoewel de toon vrij somber is, zit de film vol momenten van absurdisme en slapstick, met een wat afstandelijke droogheid gefilmd. Soms vanuit een perspectief laag bij de grond of juist vanuit de heuvels, alsof we de mens gadeslaan via de ogen van de honden. Daarbij beweegt de camera geregeld traag van links naar rechts, alsof ze bij de aanblik van die mensen met hun eeuwige vooruitgangsdrift de kop mismoedig schudden.