Bewariërs
Eens gestolen, altijd gestolen?
Opeens bleek de bewaarder van Perzische kleedjes deze zélf nodig te hebben toen de Joodse eigenaar en kampoverlevende terugkeerde.
Weken voordat Joden in de Tweede Wereldoorlog een oproep kregen om zich te melden voor deportatie, werd door Nederlandse ambtenaren, in opdracht van de Duitse bezetter, alvast een inventaris gemaakt van hun bezittingen. Vaak stonden er daarna snel professionele verhuisdiensten op de stoep om alles op te halen: de ‘formele roof’.
Veel Joden vroegen daarom aan buren, vrienden of collega’s om hun dierbare spullen in bewaring te houden gedurende de tijd dat ze ‘weg’ zouden zijn. Velen keerden nooit terug. Maar ook diegenen die wél uit de vernietigingskampen of uit onderduikadressen terugkwamen, kregen niet altijd hun in goed vertrouwen achtergelaten spullen terug: de ‘informele roof’. Deze Nederlanders, die sieraden, servies of kleden opeens zélf ‘nodig’ hadden, worden in de Joodse gemeenschap ook wel ‘Bewariërs’ genoemd. Niemand hoeft uit te leggen welke twee sleutelwoorden hier zijn samengetrokken.
In de leerzame documentaire die naar die term is vernoemd, wordt zowel vanuit geschiedkundig als persoonlijk perspectief gekeken naar dit pijnlijke deel van de Nederlandse geschiedenis. Dat doen regisseurs Sanne Kortooms en Timon Moll door onder meer (cultuur)historici, conservatoren, hoogleraren en onderzoekers aan het woord te laten. Zij spreken over de historische gebeurtenissen, over de persoonlijke band die mensen met hun spullen kunnen hebben, de ondoordringbare bureaucratie van Nederland na de oorlog en over de impact van dit onrecht, ook generaties later nog.
Daarnaast worden concrete, persoonlijke casussen behandeld, aan de hand van verhalen van nakomelingen van kampoverlevenden, maar ook via de verhalen van mensen van wie de ouders of overgrootouders spullen ter bewaring kregen van Joodse naasten. Het zijn verhalen waarin de verloren spullen nooit meer naar boven zullen komen, maar ook hoopgevende vertellingen over bewaarders die actief zoeken naar rechtmatige erfgenamen. Soms drie generaties later. Ook daarvan is de impact – in positieve zin – levensgroot. De zorgvuldig bewaarde viool die decennia later alsnog de rechtmatige erfgenamen aan de andere kant van de wereld bereikt, biedt een beetje hoop op de goedheid van de mens.
Nog altijd blijken er soms ronduit lelijke aspecten van de Tweede Wereldoorlog naar boven te komen die een grotere bekendheid verdienen. Zoals het feit dat Joden na de oorlog op allerlei manieren nog een schop na kregen – waaronder van ‘bewariërs’.
Door het grote aandeel aan talking heads lijkt Bewariërs als film visueel vooral gemaakt voor het kleine scherm en heel geschikt voor vertoning met een educatieve invalshoek. Want de boodschap – de opbouw voelt als een betoog – is wel degelijk van belang. Wie weet realiseren kijkers zich dat ook zij nog ergens een servies of kast hebben geërfd die eigenlijk een andere familie toebehoort. Voorwerpen zijn niet zomaar spullen: zelfs een gebarsten serviesstuk kan staan voor een allerlaatste lijntje tussen een overledene en een nazaat.