BELLA MARTHA
De wiskundige geest van een chef-kok
Films over eten doen het altijd goed met de feestdagen. Vooral omdat ze de maaltijd als metafoor voor het leven beschouwen. Bella Martha van de Duitse regiseusse Sandra Nettelbeck schaart zich in die traditie.
Met nominaties voor de European Film Awards voor acteurs Martina Gedeck en Sergio Castellito stond de kleine Duitse film Bella Martha opeens op de Europese filmkaart. Televisieregiseusse en actrice Sandra Nettelbeck zag haar speelfilmdebuut onder de Engelse titel Mostly Martha al een onverwacht succes worden in de Amerikaanse arthouses. Maar in plaats van ‘mostly’ gaat haar film helemaal over Martha, de perfectionistische chef-kok van een sjiek restaurant in Hamburg, en nauwelijks over de mensen om haar heen.
Nettelbeck schoot haar film net zo strak en kil als Martha zich in de eerste minuten van de film laat kennen. Die zelfingenomen stijl waarin ijskoude kleuren en symmetrische composities overheersen, weerspiegelt het karakter van de kokkin, die liever een klant schoffeert dan toe wil geven dat het vlees misschien een minuutje langer had mogen braden.
Italiaan
Net zoals liefde door de maag gaat, is de bereiding van een maaltijd een geliefde (film)metafoor voor mensen en hun levens. Nettelbeck laat er geen twijfel over bestaan dat Martha met mathematische precisie weet hoe je duif moet roosteren, foie gras moet maken en borden decoreren, maar dat haar wiskundige geest weinig ruimte voor emoties laat. Verhaaltechnisch is het dan ook niet verwonderlijk dat er iets moet gebeuren om Martha’s georganiseerde leven te ontregelen. Met een bewonderenswaardig, maar volmaakt en in haar perfectie onsympathiek hoofdpersonage kan de toeschouwer zich noch snel noch lang identificeren.
Vanaf dat moment volgt de plot een scenarioboekje voor beginners. Hoe voorspelbaar dat juist een kind en een man Martha’s nauwgezette leven gaan openbreken. Het kind is de dochter van haar plotseling overleden zus en de man is de kok die haar in de keuken bij moet gaan staan. Natuurlijk is hij een Italiaan, want de flair en de joy de vivre komen met de nationaliteit zullen we maar zeggen.
Mario (Castellito) neuriet Puccini, kneedt het pastadeeg met zijn masserende handen, slurpt sauzen van een lepel die hij daarna weer gebruikt om de soep te roeren, hakt kruiden, inhaleert wellustig hun geur. Eerst krijgt hij Martha’s nichtje weer aan het eten, dan Martha aan het lachen en voor je het weet neurie je als toeschouwer de bruiloftsmars.
Martha blijft lang een onsympathiek personage. Nettelbeck doet erg haar best om alle ‘feel good’-vallen te omzeilen. Als haar hoofdpersoon bijvoorbeeld vergeet haar nichtje van school te halen, moet je enige moeite doen om in Martha enige vorm van schuldgevoel te herkennen. Dat het meisje weigert te eten (uit verdriet om haar moeder of een onuitgesproken vorm van anorexia) is voor haar vooral onbegrijpelijk. Mensen dienen te eten. Net zo onbegrijpelijk is het trouwens voor de warmbloedige Mario. Dat de beide koks geloven in het adagium dat je leeft om te eten, is dan ook geen dramatische, maar vooral een formalistische overeenkomst tussen de beide karakters.
Bella Martha boeit dankzij zijn acteurs, maar niet diep en oprecht genoeg om tijdens de feestdagen aanzet te geven voor gefilosofeer over het leven, zoals bijvoorbeeld die onovertroffen film over eten en existentie La grande bouffe.
Dana Linssen