AN IDEAL HUSBAND
Roddel en achterklap
Oliver Parker verfilmde Oscar Wilde’s kluchterige toneelstuk ‘An ideal husband’, waarin een rechtschapen politicus wordt geconfronteerd met een jeugdzonde. Het is vooral de uitstekende cast die An ideal husband het bekijken waard maakt.
‘An ideal husband’ (1895), Oscar Wilde’s op een na laatste toneelstuk voor zijn verblijf in de gevangenis, is zijn vriendelijkste. En anders dan zijn beroemdere, laatste stuk ‘The importance of being Earnest’, is het pas één keer verfilmd. Bij het bekijken van Oliver Parkers filmversie met Julianne Moore en Rupert Everett komen de malicieus konkelende Markiezin de Mertieuil en Graaf Valmont uit het achttiende-eeuwse Les liaisons dangereuses (al diverse malen verfilmd) in het geheugen bovendrijven. Dat ligt echter meer aan de flair van de perfecte cast dan aan de inhoud, want Wilde’s ‘An ideal husband’ mist de scherpte, het venijn en de noodlottigheid van die Franse voorganger.
Toegegeven, het is niet zo vreemd dat An ideal husband geen noodlottigheid bevat, omdat het nu eenmaal een lichtvoetig drama is dat meer gaat over het goede en genereuze tussen mensen dan over het kwade en gevaarlijke. Zelfs ideale echtgenoten hebben fouten en gelukkig maar, is Wilde’s boodschap hier.
De fout van de als onkreukbaar geldende politicus Lord Robert Chiltern (Jeremy Northam) is een reeds lang verjaarde jeugdzonde, die desondanks een bedreiging voor zijn huwelijk vormt. Lord Chiltern is namelijk getrouwd met de rechtschapen Lady Gertrude Chiltern (Cate Blanchett), die haar puriteinse naam eer aan doet. Gertrude reageert diep geschokt als zij via een op Markiezin de Mertieuil gelijkende valse dame, Mrs Cheveley (Julianne Moore), te horen krijgt dat haar man minder ideaal is dan zij altijd gedacht had.
Principiële Gertrude krijgt van schrijver Oscar Wilde vervolgens een lesje in flexibiliteit en vergevingsgezindheid. Geheel volgens Wilde’s dandyeske credo ("It is absurd to divide people into good and bad. People are either charming or tedious.") staan humor, luchthartigheid en generositeit hoger in het vaandel dan rechtschapenheid en onbesprokenheid, en dus houdt mooie Gertrude aan het einde van de film alleen maar nog meer van haar Robert. Zijn misstap dient dan als geslaagde toets van hun ideale, want niet meer op volmaaktheid gebaseerde, huwelijk.
Achterklap
Oliver Parker heeft voor zijn verfilming van Oscar Wildes kletserige, kluchterige stuk de locaties uitgebreid en is niet te zuinig geweest met decors en kostuums: weelderige draperieën, kroonluchters, herenhuizen, schitterende japonnen, en zelfs wat rijtuigjes in een Londens park. Hij probeert met veel close-ups toneelmatigheid te vermijden maar gaat daarin jammer genoeg niet zo ver als Stephen Frears, bij wiens vergelijkbare Dangerous liaisons je soms bijna vergat dat het om een kostuumdrama ging, zozeer werd er ingezoomd op de gezichten.
Die nadruk op de gezichtsuitdrukkingen is gepast in een drama dat, zoals Dangerous liaisons en An ideal husband, van roddel, achterklap en goede manieren aan elkaar hangt. Toch is ze hier te weinig opvallend om te kunnen verhullen dat Wilde’s intrige inmiddels wat achterhaald en moralistisch is en dat anderzijds zijn toon te luchthartig is om indringend te zijn. Het is jammer dat Parker die wat belegen plot niet met een gewaagdere vorm heeft aangepakt, want een revolutionair als Oscar Wilde verdient een cinematografische waaghals om zijn oversteek naar de 21ste eeuw beter te laten slagen.
Losbol
Gelukkig doen de acteurs Wilde meer recht dan hun regisseur. Julianne Moore is prachtig als de manipulatieve Mrs Cheveley die Lord Robert Chiltern met zijn jeugdzonde confronteert, hem chanteert en zo een keten aan misverstanden binnen de negentiende-eeuwse Londense ‘society’ creëert. Met haar felrode haar, bleke huid, en stralende ogen die toch niets uitdrukken, oogt ze als een klassieke porseleinen pop. "A work of art, but showing the influence of too many schools" noemt Wilde Mrs Cheveley in zijn regie-aanwijzingen, en Moore slaagt erin om precies dat artificiële, onbestemde en daarom intrigerende van haar personage te belichamen.
Maar ook Minnie Driver, niet echt mijn favoriete actrice met haar altijd tuttige ‘public school British’, treft hier als de aristocratische, lichtzinnige en snedige Mabel Chiltern de juiste toon. Cate Blanchett en Jeremy Northam acteren effectief, zij het in minder dankbare, wat brave rollen. Alleen ster Rupert Everett had als losbol Lord Goring nog net iets meer van zijn valse nichterigheid uit My best friend’s wedding kunnen gebruiken.
Misschien dat Gorings heteroseksualiteit die toon hier in de weg stond maar een explicietere, ironische homoseksuele subtekst had een moderne uitvoering van Wilde’s ‘An ideal husband’ misschien ook juist dat extra’s kunnen geven dat nu ontbreekt. Tenslotte speelt Rupert Everett als de eeuwige vrijgezel Lord Goring zichzelf en Oscar Wilde tegelijk: de spreekwoordelijke Engelse ‘dandy’: altijd geestig, soms vals, maar ook wijs, erudiet en genereus, de ideale echtgenoot, eigenlijk, al zweert Goring het huwelijk af met een van Wilde’s fameuzere zinsnedes: "Is not to love oneself the beginning of a lifelong romance?"
Jann Ruyters