Amazing Grace

Aretha Franklin zonder toeters en bellen

Amazing Grace

Aretha Franklins live-album Amazing Grace was in 1972 een enorme hit. De bijbehorende concertregistratie mislukte door filmtechnisch geblunder. Bijna een halve eeuw later zijn de opnamen, met hedendaagse technologie, alsnog verwerkt tot een memorabele muziekfilm.

Na het overweldigende succes van de festivalkroniek Woodstock (1970) wilde Warner Bros. opnieuw scoren met een muziekfilm. Die moest worden gemaakt tijdens een live opnamesessie van Aretha Franklin. De 29-­jarige zangeres was, dankzij hitparadekrakers als ‘Respect’, ‘Chain of Fools’ en ‘Think’, gekroond tot Queen of Soul. Franklins beslissing om na alle popsuccessen terug te keren naar haar gospelroots zorgde voor hooggespannen verwachtingen.

Regisseur Sydney Pollack, rijzende ster in Hollywood en fan van de zangeres, overtuigde de studiobonzen dat hij deze film moest regisseren. Ervaring met documentaires of muziekfilms had Pollack echter niet. Gedurende twee opnamedagen liet de regisseur zijn vier cameralieden filmen zonder clapper boards te gebruiken. Een enorme blunder, want met zo’n filmklapper plaats je de markeringen die essentieel zijn voor het synchroniseren van geluid en beeld. In de montageruimte werd duidelijk dat het onmogelijk zou zijn om het twintig uur durende basismateriaal gelijk te laten lopen met de muziek.

Op 1 juni 1972, viereneenhalve maand na de opnamesessie in de New Temple Missionary Baptist Church te Los Angeles, verscheen Franklins dubbelelpee Amazing Grace, die in korte tijd uitgroeide tot het best verkochte gospelalbum aller tijden. De op de platenhoes aangekondigde film van ‘Sidney’ Pollack kwam er niet.

Totdat muziekproducent Alan Elliott in 2010 een bedrijf vond dat de tientallen jaren ondergronds opgeslagen 16mm-films digitaal kon restaureren en synchroniseren – een procedé waar tevens een oven aan te pas moest komen. De door Elliott zonder toeters of bellen gemonteerde film toont hoezeer de filmopnamen ondergeschikt waren aan de plaatopname. Aretha heeft weliswaar enkele nette gewaden uit de kast getrokken en ook de enthousiaste amateurzangers van het Southern California Community Choir zijn in kekke zilveren hesjes gehuld, maar verder is niks in de sfeerloos verlichte armeluiskerk aangepast aan de meekijkende camera’s. Pollacks crew filmt uit ongemakkelijk aandoende camerahoeken en als wordt ingezoomd op Mick Jagger, die ineens tussen het publiek staat, oogt dat niet soepel.

Sterk is wel Pollacks keuze om één camera in close-up gericht te houden op Franklins met zweetdruppels bedekte gelaat. Zonder zich te laten afleiden door rondlopende technici of door een ietwat paternalistische toespraak van haar bombastische vader, dominee C.L. Franklin, stort de zangeres zich met haar hele hebben en houden op de muziek en de religieuze teksten. Ook wanneer je, zoals ondergetekende, weinig affiniteit hebt met Franklins stembandgymnastiek moet je erkennen dat je kijkt naar een artiest op de toppen van haar kunnen. Het besef dat hier muziekgeschiedenis wordt geschreven is voelbaar bij het publiek, dat zich door muzikaal leider en gospellegende James Cleveland gewillig laat aanmoedigen om sfeerverhogend hallelujah en amen te roepen.