ALL THINGS FAIR
Een droomminnares op zolder
Het ligt voor de hand dat een film over een romance tussen een scholier en zijn lerares over verloren onschuld gaat. Dat het ook anders kan bewijst de Zweedse veteraan Bo Widerberg die over het onderwerp een semi-autobiografische relatie-thriller maakt, waarin de spanning behoorlijk oploopt. Zijn eigen zoon vertolkt de hoofdrol.
De Zweden staan overal ter wereld bekend om hun vanzelfsprekende omgang met seks. All things fair illustreert dit gemak weer eens. De film begint met een wetenschappelijke uiteenzetting van de Zweedse bioloog Linnaeus over de puberteit. Hoewel de tekst uiterst neutraal is, roept het beelden op van onhandige versierpogingen en razende hormonen, die door de openingsscène, die zich afspeelt op een schoolplein anno 1943, worden bevestigd. Een groepje jongens gaat een weddenschap aan over de lengte, of beter gezegd het gebrek aan lengte, van iemands geslachtsdeel. De jongen in kwestie haalt in de wc een inderdaad buitengewoon klein piemeltje tevoorschijn, maar wint de weddenschap toch niet omdat een omstander roept dat hij een jood is. Een nieuwe scholier, de kalme, grote Stig (Johan Widerberg), roept de menigte tot de orde.
Met deze scène is de toon gezet. Stig behoort tot een andere orde dan de hitsige jongetjes in zijn klas, die besmeurde briefjes over orgiëen rondsturen. Hij is minstens even nieuwsgierig naar seks, maar hij gaat directer op zijn doel af. Thuis staat hij er alleen voor met twee werkende ouders, een broer in de marine en een bijbaantje in de bioscoop. Kortom, Stig is gewend om zijn eigen boontjes te doppen. Als een jonge, sensuele lerares zijn aandacht trekt, duurt het niet lang voordat hij haar op de zolder van de school in een hoekje drukt.
Droomminnares
Veel filmmakers zouden de schroom van een puber als dramatisch gegeven nemen en zijn seksuele inwijding als climax opvoeren. Omdat Widerberg al snel ’to-the-point’ komt, heeft hij alle ruimte om een veel interessantere verhaallijn uit te werken. De seksuele daad is voor hem geen eindpunt. Na enkele, prachtige vrijpartijen, die een hoog ‘natuurlijkheidsgehalte’ bezitten — Widerberg werkt niet met strategisch geplaatste lakens — wordt het tijd voor de echte climax. Stig en Viola doen het dag en nacht; na een tijdje ook met medeweten van Viola’s voor zaken rondreizende echtgenoot. Dat is allemaal geen probleem, maar wel de verstikkende bezitterigheid van Viola. Ook kan Stig de zieligheid van het zwaar drinkende echtpaar niet langer aanzien. Als zijn poging om beiden te helpen mislukt, maakt hij het uit met Viola, die hem in een hartverscheurende scène praktisch aanrandt met een gebroken wijnfles. Welke geile vijftienjarige geeft een rijpe, onverzadigbare droomminnares op omdat hij medelijden heeft met haar?
Widerbergs subplot over Stigs broer, die het liefst in een onderzeeër wil dienen, draagt niet werkelijk bij aan het drama. Het schetst een tijdsbeeld, maar meer ook niet. Toch is het wel goed voor een paar prachtige scènes, die tegen het surrealistische aanhangen. Widerberg is een van de weinige regisseurs die, net als Lars von Trier en Peter Greenaway, alleen al met originele visuele elementen de spanning kunnen op voeren. Hij mengt naturalisme met hyperbolen zonder dat dit stoort; alsof die twee bij elkaar horen. Bo Widerberg heeft dan ook vijfendertig jaar ervaring als filmmaker, naast een drukke carrière als romanschrijver, toneelschrijver en journalist. In 1962 publiceerde hij het boek The vision of Swedish film waarin hij zich beklaagde over het gebrek aan realiteit en creativiteit in de Zweedse cinema. Hij had toen allang het virus van de Franse Nouvelle Vague te pakken, zodat hij het werk van Godard, Truffaut en ook Antonioni tot zijn grote invloeden rekent. Zijn visuele kracht en voorliefde voor het ongewone komen dus niet uit de lucht vallen.
Nepotisme
In 1975 debuteerde Widerbergs zoon Johan op eenjarige leeftijd als acteur in zijn vaders speelfilm The man on the roof, een Sjöwall en Wahlöö verfilming die wereldwijd publiek trok. De jongen zou nog een paar keer in films van zijn vader figureren, maar All things fair is zijn eerste hoofdrol. Dat er geen sprake is van louter nepotisme blijkt uit Johans indrukwekkende optreden als Stig, een rol die Bo speciaal voor zijn zoon heeft geschreven. Stig is een personage vol tegenstrijdigheden dat toch geloofwaardig is. All things fair is Bo Widerbergs eerste speelfilm sinds negen jaar. De film won dit jaar een Zilveren Beer in Berlijn en kreeg een Oscar-nominatie voor de beste buitenlandse film. Het is geen film die zich met veel bombarie aan de kijker opdringt, maar die juist op slinkse wijze indruk maakt met zijn vreemde mengeling van het alledaagse en het ongewone. Kortom: een meesterwerkje voor intelligente bioscoopbezoekers.
Thessa Mooij