A Family
Wie gooit roet in het eten
‘Een familie’. Een gewoner woord is moeilijk denkbaar. Een vader, een moeder, een kind. Maar familie kan ook een façade zijn, waarachter de meest gruwelijke drama’s schuilgaan. Zo ook in de derde film van Pernille Fischer Christensen, waarin een jonge galeriehoudster zich moet ontworstelen aan haar dominante vader.
Het is zo’n telefoontje dat je een gat in de lucht doet springen. Of ze naar New York wil komen, ‘as soon as possible’, om te gaan werken voor één van de topgaleries van The Big Apple. Het leven straalt Ditte tegemoet. Manhattan, vernissages, the beautiful people…
Het is niet omdat er al zoveel familiedrama’s in Scandinavië zijn gemaakt, dat de kijker onmiddellijk voelt dat dit nieuws de voorbode van naderend onheil is. Het zit in het spel van acteurs, de kleine aarzeling waarmee de vreugde wordt geuit. En natuurlijk in de serie foto’s, die tijdens de begintitels een korte schets geven van de familiegeschiedenis. Hoe ooit overgrootvader Rheinwald met een zak graan onder de arm van Duitsland naar Denemarken trok. Een zaadje dat zou uitgroeien tot een bakkerszaak dat zich nu vol trots ‘hofleverancier’ mag noemen.
Gestaalde kaken
Het is knap hoe Fischer Christensen de spanning in de eerste helft van de film opbouwt. Je vermoedt dat het de vader zal zijn die roet in het eten zal gooien. Daar is hij het type wel voor. Als hij van kanker genezen lijkt te zijn, vraagt hij zijn nieuwe vriendin niet hem te trouwen. Nee, hij deelt het mee. Het is een man die iedereen dreigt te vermalen met die gestaalde kaken van hem. Iedereen, behalve zijn dochter, zijn oogappel, die als enige altijd op een glimlach kan rekenen.
Is het dan misschien toch haar vriend? Maar ook hij ziet het avontuur wel zitten. Hij is kunstenaar, werken kan hij overal. Ook als Ditte zwanger blijkt te zijn, is dat voor hem geen reden de verhuizing uit te stellen. De abortus is pijnlijk, maar wordt weggespoeld met een goed glas wijn en het vergezicht van een mooie toekomst. Niets of niemand zal Ditte tegenhouden. Niets of niemand wil haar tegenhouden. Daarvoor lacht ze de wereld te veel tegemoet.
Alles stort in als weer eens blijkt dat kanker een grillige, onvoorspelbare ziekte is. Hoe lang de vader nog heeft is onduidelijk, maar lang zal het niet zijn. Daarmee stort niet alleen het leven van de Rheinwalds in, maar de gehele film. Halverwege zijn we op het kruispunt aangekomen. Zal Ditte haar eigen plan trekken of zich neerleggen bij de dominantie van haar vader? Zal ze zich schikken in haar lot; het overnemen van de bakkerij om zo de erfenis van de Rheinwalds in stand te houden?
Wat jammer dat de zo zorgvuldig opgebouwde spanning ineens wegvloeit. Als het drama zich in al zijn ellende ontvouwt, is daar al meteen de catharsis. Wat rest in de tweede helft is een langslepend ziektebed. Is hij nog niet dood? Tussen de woorden ‘klassiek’ en ‘drama’ moet ineens ‘melo’ worden geplakt.
Jeroen Stout