Voorjaarsoverleg 2022
Positieve energie, veel losse eindjes en zorgen over NPO-fonds
Na tweeënhalf jaar coronapauze kwam de filmbranche afgelopen woensdag weer bijeen in de Amsterdamse bioscoop Het Ketelhuis voor het Voorjaarsoverleg, de halfjaarlijkse debatavond over brandende kwesties in de sector.
“Buurman, wat doet u nu?” Met die roemruchte aanrandingsscène uit Flodder opende de uitdagende verzamelclip Grensoverschrijdend gedrag in Nederlandse Films, die op haar beurt weer een veelbelovende aftrap was van het Voorjaarsoverleg 2022.
Alleen beloofde die clip iets te veel. Want grensoverschrijdend gedrag was geen onderwerp tijdens de Ketelhuis-bijeenkomst en tot een pittig debat kwam het ook niet echt. Daar was de sfeer veel te gemoedelijk voor. Alsof iedereen gewoon blij was elkaar weer te ontmoeten. Wat op zich ook positief uitgelegd kan worden. Misschien helpt het zelfs bij het oplossen van strijdpunten die er op dit moment wel degelijk zijn. Waarover straks meer.
Voorzichtig optimisme
Eigenlijk was deze avond, die veel positieve verwachting uitstraalde, een mooie illustratie van de ervaring zoals Filmfonds-directeur Bero Beyer die met zijn bekende enthousiasme beschreef. Beyer, een van de gasten op de door het Ketelhuis-team Floortje Smit (adjunct-directeur) en Alex de Ronde (directeur) gemodereerde avond, blikte daarbij terug op de twee Covid-jaren die precies een week na zijn benoeming losbraken. “Een historisch dramatische periode”, noemt hij het. Hij wil niet de positivo uithangen, en ziet wel degelijk hoe heftig en ingrijpend het voor de sector was, maar hij wil ook benadrukken dat het veel goeds heeft gebracht. Namelijk dat iedereen in deze crisis naar elkaar toe bewoog, dat er onder druk allerlei oplossingen mogelijk werden, dat iedereen elkaar wilde helpen, dat het gezamenlijk belang uitsteeg boven het individueel belang. “Laten we dat vasthouden.”
Lef en ambitie tonen, nieuwe makers beoordelen op hun passie, verbreding van de talentenpool, ook ruwe plannen serieus nemen, waar nodig streng en scherp zijn maar ook met elkaar praten en mogelijkheden stapelen. Dat is globaal de insteek van Beyer, of het nu gaat om samenwerking met streamers of het toch wel pijnlijke verschil tussen de resultaten in Cannes van België en Nederland.
Het klinkt als voorzichtig optimisme, al werd het jammer genoeg niet veel concreter. Op verschillende plaatsen zijn op dit moment beleidstukken in ontwikkeling en geen van de aanwezigen had behoefte daarover alvast uit de school te klappen. Wat Alex de Ronde op zeker moment de verzuchting ontlokte: “Dit gaat een avond van losse eindjes worden.”
Een nieuwsgierige staatssecretaris
Mooi voorbeeld is de Hoofdlijnenbrief Cultuur 2022 die op 23 mei werd gepubliceerd door de staatssecretaris Cultuur en Media Gunay Uslu. Uslu was in het Ketelhuis als hoofdgast, maar hoeveel van die beloofde 135 miljoen extra voor cultuur (met ingang van 2023 wordt dat 170 miljoen) er naar de filmsector vloeit, en voor welke doeleinden, dat is iets wat eerst intern nog moet worden fijngeslepen en onderhandeld. Met enige relativering stelt ze dat het in ieder geval genoeg is ter compensatie van eerdere bezuinigingen en de inflatie.
Wel was de avond een mooie gelegenheid voor branche en staatssecretaris (“ik ben nieuwsgierig”) om op tamelijk informele wijze nader kennis met elkaar te maken. Lieden die haar aanvankelijk hadden afgeraden dit ‘hol van de leeuw’ te betreden hadden het mis.
Ze vertelde onder meer hoe de ontwikkeling van haar filmliefde veel te maken heeft met de befaamde serie Twin Peaks, waarmee David Lynch je binnenvoerde in een vreemde nieuwe wereld en je uit je comfortzone haalde. En ook hoe verbijsterd ze was toen Hugo de Jonge zich vorig jaar liet ontvallen dat je ook een dvd kan opzetten als de bioscopen gesloten zijn.
Cultuur verbindt en daagt uit
Cultuur, zo blijkt ook uit de Hoofdlijnenbrief, ziet ze als iets heel breeds, een verbindende kracht die ons bij elkaar brent maar ook uitdaagt. Cultuur moet het grachtengordelframe ontstijgen, zo merkt ze in het Ketelhuis op. Als kersverse staatssecretaris (ze kwam tijdens de laatste lockdown in functie) was ze er zeer op gespitst om bij zoveel mogelijk overleggen van de ministerraad te zijn en uit te vinden hoe alles werkt en hoe ze haar stempel kan zetten. Cultuur uit de bubbel halen.
Haar primaat ligt bij de makers. Ze wil inhoudelijk bezig zijn, werken aan beleid, in plaats van reageren op allerlei incidenten. Ook Floortje Smit kon het niet laten naar haar mening over de kwestie Ongehoord Nederland te vragen. Die heeft ze wel, maar houdt die voor zich, want er zijn goede procedures en regels om zo’n zaak mee te lijf te gaan.
Naar aanleiding van het contrast tussen België en Nederland in Cannes merkt ze op dat er in de Nederlandse film niet alleen voor publieksfilms ruimte moet zijn, maar ook voor artistieke producties die lef en durf vereisen. Ook Bero Beyer stelde iets dergelijks. Een filmmaker moet armslag krijgen met geld en vertrouwen, niet telkens iets afknibbelen en net te weinig budget. Daarbij komt dat een auteur moet groeien. Niet alle films hoeven helemaal gelukt te zijn. Ik ben heel benieuwd of na twee jaar crisismanagement nu inderdaad een andere wind gaat waaien.
Kwesties
En hoe gaan een paar brandende kwesties opgelost worden, die er, zo bleek, toch wel zijn? Er werd onder andere gesproken over de investeringsverplichting, de lengte van de kunstenplanperiode en de mogelijke opheffing van het NPO-Fonds.
De investeringsverplichting is een plan dat op het Voorjaarsoverleg 2018 ook al ter sprake kwam. Het idee is om met heffingen op exploitatie van films en series een fonds te vullen dat de Nederlandse filmmakers ten goede komt. Eigenlijk een soort uitgebreide versie van het huidige BTW-convenant waarmee het Abraham Tuschinski Fonds wordt gevoed. Verschillende aanwezigen in de zaal wilden dolgraag weten of alleen streamers deze verplichte afdracht krijgen (zoals in het regeerakkoord genoemd) of dat ook de bioscopen meedoen. Uslu wil alleen zeggen dat men nog aan het finetunen is en hoopt voor de zomer duidelijkheid te geven.
Iets vergelijkbaars kan gezegd worden over de mogelijkheid dat de kunstenplanperiode langer wordt, of juist korter. Voor beide kanten zijn argumenten, maar ook dit moet eerst aan andere tafels bediscussieerd worden. Uslu wil op dit moment alleen kwijt het mooi te vinden dat het tegenwoordig lukt om partijen met verschillende belangen aan één tafel te krijgen om een en ander te bespreken.
Zorgen over NPO-fonds
Dan het grootste zorgenkind: het NPO-fonds dat jaarlijks 16 miljoen euro beschikbaar stelt voor hoogwaardige series en documentaires van de publieke omroep. Denk aan I.M., Klassen, Hollands hoop of Het jaar van Fortuyn. Na vijf jaar gaat dit fonds verdwijnen, zo is aangekondigd, wat al tot een brandbrief van protesterende makers leidde. Waarop NPO weer stelde dat we ons zorgen maken voor niets, omdat het fonds wordt geïntegreerd in het nieuwe genresysteem van de omroep. Maar dat heeft nog niet iedereen gerustgesteld, zoals blijkt uit reacties uit de zaal.
Kristel Baele, voorzitter van de Raad voor Cultuur, vat de zorgen nog even voor me samen. In de eerste plaats is er de vrees dat de onafhankelijke positie van makers, die zowel bij het NPO-fonds als bij de voorloper het Mediafonds heel belangrijk was, in gevaar komt.
Daarnaast is er de vraag of talentontwikkeling in de nieuwe vorm ook wel goed uit de verf gaat komen. Bij het huidige fonds vinden de makers dat de terugkoppeling die ze krijgen echt helpt. De zorg is dat ook dit onderdeel gaat verdwijnen. Hoe in de nieuwe vorm met al die genremanagers de verhoudingen komen te liggen is verre van duidelijk, aldus Baele. Ze bekritiseert daarmee het gebrek aan transparantie waarmee de ontwikkeling van de nieuwe plannen, die hopelijk eind dit jaar rond zijn, is omgeven.
Piepklein lichtpuntje is misschien dat de staatssecretaris laat weten graag meer te willen horen over de mening van de makers, zoals verenigd in het Dutch Directors Guild. Plus dat ze ter plekke toezegt over de kwestie met de NPO in gesprek te gaan.
Toch nog iets concreets dus op een avond die misschien gewoon te vroeg was gepland. Over een paar maanden zullen veel zaken ongetwijfeld duidelijker liggen en zullen de degens echt gekruist kunnen worden. We kijken al uit naar het Najaarsoverleg.