Opening NFF: ‘Politiek kleedt film uit’

  • Datum 26-09-2013
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Janina Pigaht wint de Prijs van de Stad Utrecht.

Tijdens een sobere openingsceremonie voor het 33ste Nederlands Film Festival deden directeur Willemien van Aalst en bestuursvoorzitter Jeltje van Nieuwenhoven een stellige oproep aan de politiek om de afbraak van de Nederlandse film een halt toe te roepen.

Het wordt al jaren gedacht, maar is nog nooit zo luid en duidelijk hardop gezegd als door bestuursvoorzitter van het Nederlands Film Festival Jeltje van Nieuwenhoven gisteren bij de opening van het 33ste NFF in Utrecht: waarom laten niet meer producenten en distributeurs hun films tijdens het festival in première gaan? Van Nieuwenhovens oproep aan de Nederlandse filmwereld om niet alleen met z’n allen gezellig dat "feestje voor de Nederlandse film" met elkaar te komen vieren, maar door het beschikbaar stellen van films ook het belang van het festival te onderschrijven kwam tot slot van een karakteristiek Van Nieuwenhoviaans-betoog waarin in simpele bewoordingen en met een grote glimlach een aantal ernstige zaken werden aangestipt.

Zo hekelde ze de falende filmpolitiek van Economische Zaken en OCW, die hadden beloofd al voor de zomer met een brief over belasting- en andere stimuleringsmaatregelen te komen: "Nou die brief, die is er dus nog niet." Gisteren werd bekend dat EZ en OCW ‘langere tijd’ nodig hebben om de resultaten van hun onderzoek te presenteren. Ondertussen brokkelt volgens Van Nieuwenhoven de infrastructuur van de Nederlandse filmwereld af, en dreigt instorting. Ze sloot af met een oproep om na te denken wat elke individuele filmmaker, -producent en -liefhebber kon doen om het zelfbewustzijn van de Nederlandse film te vergroten. We moesten in haar woorden "meer trots" zijn.

Festivaldirecteur Willemien van Aalst zei het in mildere bewoordingen: "De etalage is nog rijk gevuld, maar de winkel erachter is leeg." En met een verwijzing naar het hoofdthema van het festival ‘Naakt’: "De politiek kleedt de Nederlandse film uit."

Opvallend was dat op cruciale punten in het betoog de term ‘Nederlandse film’ was vervangen door ‘filmindustrie’, waarmee de culturele en artistieke noodzaak en kwaliteiten van een eigen filmproductie ondergeschikt werden gemaakt aan de bedrijfsmatige kant van de sector. Dat is begrijpelijk in tijdens van crisis en oplopende werkloosheid in een sector, waarin bovendien het merendeel van de mensen ZZP-er is en niet in het sociale vangnet past. Tegelijkertijd vormt de kunstzinnige inspiratie natuurlijk het voegsel in het bouwwerk van zo’n nationale filmindustrie. 

Openingsfilm Hoe duur was de suiker van Jean van de Velde is een goed voorbeeld van een film die vakmatig op niveau is, maar waarin de artistieke eigenzinnigheid ontbreekt. Alles is functioneel, tot en met de naakte borsten van de slavinnen toe, en ook het thema heeft een nuttig doel. Schrijfster Cynthia McLeod beklemtoonde na afloop dat "door deze film heel veel Nederlanders kennis zullen maken met een deel van hun koloniale verleden waar ze niets van afweten."

Verder werden traditiegetrouw de eerste prijzen van het festival uitgereikt. De Prijs van de Stad Utrecht was voor Janina Pigaht voor haar korte documentaire Dagboeken van een olifant. Monique van Schendelen kreeg het Gouden Kalf voor de Cultuurprijs voor de manier waarop zij de afgelopen decennia de publiciteit voor tientallen Nederlandse films verzorgde en het vak van publicist op de kaart zette.

Dana Linssen