Nieuwe Dutch Academy for Film wil eigen prijzen

  • Datum 27-09-2013
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Ruim 200 filmmakers hebben de Dutch Academy for Film opgericht "om de inhoudelijke belangenbehartiging van de Nederlandse film vanuit één organisatie, geleid door de filmmakers zelf, te bundelen." Ze willen onder andere eigen prijzen gaan uitreiken. De Academy presenteerde vanmiddag haar plannen op het NFF.

Met de oprichting van de Dutch Academy for Film moet volgens woordvoerder en initiatiefnemer Jules van den Steenhoven (bekend als cameraman voor onder andere All Stars en Lek) een einde komen aan de versnippering van de belangenbehartiging van de Nederlandse film. De daartoe opgerichte Federatie Filmbelangen is per 1 januari 2013 opgeheven "omdat die de inhoudelijke en de economische belangen van de Nederlandse film door elkaar haalde."

De nieuwe Dutch Academy for Film wil naar buitenlands voorbeeld de culturele belangen van de Nederlandse film vertegenwoordigen door het uitreiken van eigen prijzen, vergelijkbaar met de Engelse Bafta’s en de Duitse Lola’s, die de door een onafhankelijke jury uitgereikte Gouden Kalveren tijdens het Nederlands Film Festival zouden moeten gaan vervangen. Verder wil zij debatten organiseren, aan kwaliteitsbevordering doen door workshops en cursussen, en het nationale en internationale aanspreekpunt worden. Claudia Landsberger van EYE International is momenteel dat internationale aanspreekpunt, maar werd nog niet door de nieuwe Academy benaderd: "Een Nederlandse Academy is een heel goed initiatief. Omdat ik geen idee heb van de plannen van de Academy op internationaal terrein willen we natuurlijk graag met de Academy om de tafel gaan zitten en over een samenwerking van gedachten wisselen."

Als die nieuwe Academy zich vooral op de culturele taak toelegt, zouden de economische belangen van de Nederlandse film volgens Van den Steenhoven moeten worden vertegenwoordigd door een alliantie van producenten: "De sector is bij het opheffen van de Federatie Filmbelangen november vorig jaar met die scheiding akkoord gegaan. Dat leidde uiteindelijk tot de oprichting van de Academy."

Momenteel wordt Doreen Boonekamp, directeur van het Filmfonds, gezien als het aanspreekpunt voor de economische belangenbehartiging van de Nederlandse film, zeker waar het politiek Den Haag aangaat. Dat is volgens Van den Steenhoven echter een misvatting: "De sector is verantwoordelijk voor zijn eigen functioneren." Boonekamp juicht het enorm toe dat de DAFF dat culturele en inhoudelijke debat wil gaan voeren. "De FPN, de vereniging van Film Producenten Nederland speelt nu al die voorstrekkersrol op het gebied van de economische belangenbehartiging. Het Fonds werkt beleidsvoorbereidend en creëert draagvlak."

Ook de prijsuitreiking op het Nederlands Film Festival moet volgens Van den Steenhoven anders: "De belangen van het festival stroken niet altijd met de belangen van de sector. Nu heeft de sector zelf geen invloed op de prijzen in Utrecht. Je wilt als sector zelf bepalen wat je het belangrijkste vindt. Dat is geen kwestie van ons eigen vlees keuren, want we hebben niets te verkopen. Het gaat erom dat we onze eigen erkenning willen organiseren." Hij ontkent dat de prijzen die de Academy wil gaan uitreiking gezien moeten worden als een reactie op de Gouden Kalveren, die tot grote ontevredenheid van een aantal producenten van populaire publieksfilms, de afgelopen jaren vaker naar hoogwaardige artistieke producties gingen dan naar de films die door de meeste mensen waren bezocht.

Wel gaat hij met het festival overleggen hoe de Academy "de selectie van de jaarlijkse filmprijzen kan overnemen". Van den Steenhoven: "Voor het publiek is het nu verwarrend. Er zijn prijzen voor films die al in première zijn gegaan, maar films die op het festival pas in première gaan doen ook mee. Maar die heeft het publiek helemaal nog niet kunnen zien. Wij willen dat het prijzen achteraf worden." Daaruit moeten we niet begrijpen dat het festival in zijn ogen overbodig is: "Dat is dus geen kritiek op het festival. Die films kunnen dan volgend jaar meedoen. Of daar kunnen ze hun eigen prijzen aan uitreiken. Maar wij willen de Gouden Kalveren gaan bepalen. Die prijsuitreiking is de belangrijkste communicatie-tool van de Academy met het publiek. Kijk maar hoe de Academie voor Wetenschappen de wetenschap in gunstige zin op de kaart heeft gezet. Die zitten nu voortdurend aan tafel bij De Wereld Draait Door."

Directeur Willemien van Aalst juicht namens het Nederlands Film Festival de komst van een Academy toe: "We hebben dezelfde missie en doelstellingen. Het NFF is opgericht als een festival voor makers en dat is het nog steeds, naast dat het inmiddels een groot  publieksfestival is geworden. De belangen van de sector zijn divers en als festival proberen wij die al 33 jaar goed te vertegenwoordigen."

"Zo’n Academy gaat over veel meer dan prijzen", aldus Van Aalst. "Maar ik begrijp heel goed dat men samen wil optrekken als het om de Gouden Kalveren gaat." Van Aalst vertelt bovendien dat het festival al in 2008 zelf de mogelijkheid van een Academy-systeem voor de Gouden Kalveren heeft onderzocht. Daarbij stuitte men op een aantal vragen die niet één, twee, drie te beantwoorden waren aangaande financiering, draagvlak en organisatie. "Wij staan positief tegenover een mogelijk Academy-systeem voor de Gouden Kalveren. De DAFF en het NFF zijn het er ook over eens dat het niet wenselijk is om naast het Gouden Kalf nog een tweede nationale prijs te introduceren. Daarvoor is Nederland te klein." 

Wel wil Van Aalst dat het systeem, zeker gezien het eerdere eigen onderzoek van het NFF, eerst tot in detail wordt uitgewerkt. "Dan kunnen we pas beslissen. Hoe wordt het gefinancierd en georganiseerd? Hoe gaat het om met de andere categorieën waarin Gouden Kalveren worden toegekend? De DAFF richt zich op lange speelfilms en documentaires in de bioscoop. Wij reiken ook prijzen uit aan korte films en documentaires en televisiedrama. Bovendien dingen in de competitie voor lange documentaire ook films mee die alleen op televisie te zien zijn. Het allerbelangrijkste in dit stadium is dat de makers zelf zich goed en duidelijk uitspreken over de systemen. Het NFF is er voor de makers, dus wordt hun mening bij de besluitvorming zwaar meegewogen."

Jules van den Steenhoven hoopt eind oktober een eerste algemene ledenvergadering te kunnen organiseren en voor het einde van het jaar een bestuur van de Dutch Academy for Film te kunnen kiezen. 

Dana Linssen