Directeur Joanne Oldenbeuving over Cinekid 2025

'We willen kinderen bereiken die we dreigen te verliezen aan TikTok'

Joanne Oldenbeuving. Foto: Cinekid

Morgen begint de 39ste editie van Cinekid. Het is de eerste editie van Joanne Oldenbeuving als directeur. Filmkrant ondervroeg haar over de rol die het festival volgens haar kan en moet spelen, het bereiken van kinderen die niet vanzelfsprekend in contact komen met film, wat ‘kwaliteit’ nou eigenlijk is en de noodzaak van een bredere blik met betrekking tot financiering.

“Ik ben er echt net”, zegt Joanne Oldenbeuving (1981) en daarmee overdrijft ze niet. Iets meer dan drie maanden geleden trad ze aan als de nieuwe directeur van Cinekid, ’s werelds grootste en belangrijkste festival voor kinder- en jeugdfilms, dat morgen begint. Door op een rijdende trein te stappen moest zij zich de organisatie en de festivaldynamiek in versneld tempo eigen maken.

“Voordat ik begon dacht ik – misschien naïef – over Cinekid als een week met heel veel films. Maar ondertussen weet ik hoeveel lagen zo’n programma heeft, hoe kritisch naar de selectie wordt gekeken en hoe veelomvattend media voor jeugd tegenwoordig zijn. Ik heb ook gemerkt dat Cinekid echt een merk is met autoriteit. Selectie voor ons programma betekent zoiets als ‘approved by Cinekid’. We zijn meer dan een festival, maar echt een instituut.”

Dat brengt ook verantwoordelijkheid met zich mee. “Die voel ik ook! En er is bij ouders behoefte aan iemand die verantwoordelijkheid neemt. Mediagebruik onder kinderen is in korte tijd erg veranderd, soms op een zorgelijke manier. Er zijn kinderen die alleen op TikTok en Snapchat zitten en het gevoel hebben een heel compleet aanbod te zien. Wij willen een helpende hand bieden door te laten zien wat een goede film is en wat dat met jou en je perceptie kan doen. Wij hebben onszelf de grote opdracht gesteld er voor alle kinderen te zijn. Ook voor de kinderen die alleen achter een scherm zitten en misschien geen ouders hebben die hen iets anders bieden.”

Maar die kinderen bezoeken niet uit zichzelf een filmtheater, komen er waarschijnlijk niet eens mee in aanraking. Hoe bereik je die groep? “Via kanalen en partners die die groepen wel bereiken. Zo benaderen we bijvoorbeeld houders van de Amsterdamse Stadspas met een speciale aanbieding. In Amsterdam Noord, waar het hoofdfestival plaatsvindt, hebben we onder meer veel gesproken met Fatima ait Messaoud van Stichting Moedersmomentje. Dit is een organisatie die zich inzet voor moeders van kinderen met een beperking. Samen met haar hebben we een prikkelarme ochtend georganiseerd.
“De tijd is voorbij waarin culturele organisaties konden zeggen: wij organiseren iets moois en jij moet komen. We moeten de vraag stellen: wat vinden jullie dat we zouden moeten doen? Mensen moeten het gevoel hebben dat het ook hun festival is. Ieder kind moet zich gerepresenteerd voelen.”

Als festivalorganisatie werk je al met structureel te weinig mensen in een snelkookpanplanning. Vergt het niet teveel om er ook nog eens buitenstaanders zonder professionele filmachtergrond bij te betrekken? “Die samenwerking is een constante blikopener. Voor wie doen we dit eigenlijk? En hoe zorgen we ervoor dat ze komen? We moeten ons daarom soms ook afvragen: zitten kinderen hierop te wachten?”

Je voorganger, Heleen Rouw, pleitte voor een bredere selectie: naast de gedegen kwaliteitsfilms ook de nieuwe Mees Kees. Hoe sta jij daarin? “Wij draaien de nieuwe Mees Kees! Kinderen moet je ook verleiden met dingen die misschien iets makkelijker zijn. Maar kwaliteit vind ik een moeilijk begrip. Natuurlijk zijn bepaalde dingen toetsbaar: is een film met aandacht gemaakt, komt er geen discriminatie of racisme in voor, et cetera. Maar wat is een goede film als niemand hem ziet? Anderzijds kun je beargumenteren dat populaire films een podium als Cinekid niet nodig hebben, die worden al gezien.”

Hiervoor was je directeur van de Jeugdtheaterschool en werkte je bij BNNVARA. Hoe helpt die achtergrond je in je huidige functie? “Op de Jeugdtheaterschool zag ik wat kunst en cultuur kan doen voor kinderen, hoe het hun zelfbeeld en blik op de wereld in positieve zin kan vormen. Bij BNNVARA heb ik veel gewerkt met makers. Net als bij Cinekid was ik daar bezig een podium te bouwen voor zoveel mogelijk verhalen. Ik heb ook gewerkt voor het jongerennetwerk van AVROTROS en daar koppelde ik makers aan subsidies of aan elkaar. In de culturele sector heb je elkaar nou eenmaal nodig.”

In hoeverre helpt het bij je functie als directeur Cinekid dat je twee tienerdochters hebt? “Ik zie hoe zij media consumeren. En ik ervaar de struggle van veel ouders: hoe ga ik ermee om, wat verbied ik en wat niet? Achteraf gezien zou ik het anders doen en eerder de lijn hebben gekozen die veel scholen nu trekken: geen mobieltjes in de les en leer maar echt met elkaar praten. Ik probeer mijn kinderen duidelijk te maken wat de bron is van bepaalde content. Media consumeren moet je leren en ik denk dat Cinekid daar een rol in kan en moet spelen. Dat doen we door kinderen niet alleen aan te spreken als kijker maar ook als maker. In het MediaLab leren ze beter snappen hoe iets gemaakt is, en waarom. Het heeft geen zin kinderen weg te houden van bijvoorbeeld AI, maar ze moeten leren aanvoelen wanneer AI gevaarlijk kan zijn: als het gaat over meningen of conflicten.”

Is dat het stempel dat je wilt drukken op Cinekid, nadruk op mediawijsheid? “Wij willen de kinderen bereiken die we nu aan TikTok dreigen kwijt te raken. Misschien zijn de ouders daarin een nog belangrijkere doelgroep dan de kinderen. Het zou mooi zijn als die het bezoek aan een paar goede films per jaar als vanzelfsprekend onderdeel beschouwen van een geslaagde opvoeding.”

Zijn er nieuwe elementen in het festival dit jaar? “We vertonen de openingsfilm, Koning van de zwervers, ook in het Wilhelmina Kinderziekenhuis in Utrecht. Er worden twee workshops georganiseerd en hoofdrolspeler Niyara da Rocha Pereira komt er langs. De komende jaren willen we dit soort activiteiten ook op andere locaties organiseren, zodat we meer kinderen bereiken voor wie een bezoek aan het festival niet vanzelfsprekend is.
“Naast Amsterdam, waar het hoofdfestival zich afspeelt, is een deel van het programma ook te zien in steden door heel Nederland. Daar zijn dit jaar twee locaties bijgekomen. Natlab in Eindhoven is terug van weggeweest en Cultura in Ede is een nieuwkomer.
“Met de opblaasbare mobiele bioscoop zijn we de afgelopen weken al langs scholen gegaan om kinderen die minder snel in aanraking komen met film ook een workshop aan te bieden. Volgend jaar bestaan we veertig jaar en zouden we iets willen doen om echt alle kinderen in Nederland te bereiken. Hopelijk kunnen we dan met de bioscopen regelen dat ieder kind gratis naar de film kan.”

Dat soort plannen kost geld en daarvan lijkt er steeds minder te zijn. Ook Cinekid heeft een tegenvaller moeten incasseren doordat er geen geld vanuit Creative Europe meer komt voor de filmmarkt. Hoe vang je dat op? “Het nieuws van die korting kwam letterlijk een dag voordat ik begon als directeur. We scoorden genoeg punten op onze aanvraag maar belandden net onder de zogenaamde zaaglijn. Heel jammer dat Creative Europe geen extra punten toebedeelt voor het feit dat Cinekid een van de weinige festivals is met een professionals programma gericht op kinder- en jeugdfilms. Als dat wegvalt, mis je een wezenlijk deel van de keten. En op den duur sloop je ook het festival omdat goede content wegvalt.
“Het professionalsprogramma gaat dit jaar overigens wel door, in ongewijzigde vorm. Hoe we het volgend jaar doen, hangt af van verschillende factoren. We hebben meteen een tweede, extra aanvraag gedaan bij Creative Europe waarvan we deze maand horen of hij wordt gehonoreerd. Ondertussen zijn we in gesprek met het Ministerie van OCW en een aantal fondsen, waaronder het VSB Fonds en het Nederlands Filmfonds, die het programma al voor een deel ondersteunen.”

Ook structurele ondersteuning is geen automatisme. In 2020 kreeg Cinekid een ‘nee, tenzij’-advies van de Raad voor Cultuur waardoor het festival ruim 8,5 ton dreigde mis te lopen. Hoe wapen je je tegen dit soort tegenvallers? “Een festival dat al zo lang bestaat, moet kunnen rekenen op een zekere continuïteit. Maar we moeten scherp blijven en onszelf kritisch bevragen: liggen we op koers en lossen we onze missie in? Het is terecht dat wij onszelf moeten verantwoorden, maar het is verontrustend dat de beschikbare middelen steeds verder onder druk komen te staan. Natuurlijk kijken we naar andere bronnen van financiering, zoals het bedrijfsleven en vermogende particulieren. We zijn een aaibaar merk met een aaibaar verhaal, dus daar zit potentie. Maar als je met een bedrijf als McDonald’s in zee gaat, gaan er andere krachten spelen. Krachten die je als onafhankelijk festival liever niet binnenhaalt.”

Waar kijk je het meeste naar uit dit festival? “Om het hele festival mee te maken, van A tot Z, voor en achter de schermen. En om er daarna over te kunnen praten. Maar ik verheug me er ook enorm op het ontmoeten van het publiek. Daar doen we het uiteindelijk toch voor.”


Cinekid | 11 t/m 26 oktober 2025 | Hoofdlocatie Pathé Amsterdam Noord (vanaf 18 oktober) en in 35 bioscopen door heel Nederland