‘De werelden van animatie en live-action kennen elkaars waarde niet’

In preproductie: Buurman & Buurman: de film

De lange Nederlandse animatiefilm is bezig met een “waanzinnige inhaalslag”, aldus Peter Lindhout, Filmconsulent Animatie van het Nederlands Filmfonds. Zijn idee: animatoren koppelen aan ervaren live-action filmmakers. “De kennis van visuele ontwikkeling zit bij animatie. Die van dramatische ontwikkeling bij live-action.”

“Het schrijven van een goed verhaal heeft weinig met animatie te maken”, poneert animatieconsulent Peter Lindhout van het Filmfonds. En voordat ik een tegenwerping heb kunnen maken: “Ja, ik weet wel, mensen zeggen: in animatie kan alles. En dan vraag ik: wat dan? Dan zeggen ze: nou, dit bijvoorbeeld. En dan zeg ik: dat kan in live-action ook.”

Lindhout leunt op tafel in de zonnige tuin van het Filmfonds-kantoor in Amsterdam en heeft zijn belangrijkste punt gemaakt: een goed verhaal is een goed verhaal. Of dat nou live-action is of animatie. Maar toch: neem de psychedelische tak. Denk aan een animatieklassieker als Yellow Submarine (George Dunning, 1968) of de recentere waanzin van Mind Game (Masaaki Yuasa & Kôji Morimoto, 2004). Films waarvan de betekenis en waarde samenvalt met de stijl. Onmogelijk te vertalen naar live-action.

Dat gezegd hebbende: zo experimenteel en vol kleuruitspattingen en metamorfoses zijn de meeste animatiefilms niet. En dus wil ik, onder voorbehoud, wel meegaan in Lindhouts stelling dat Nederlandse animatoren die hun eerste lange film maken zouden moeten samenwerken met ervaren scenaristen, regisseurs en producenten uit de live-action hoek.

Twee werelden
“Mijn grootste probleem”, aldus Lindhout, “is dat de kennis van het productieproces van animatie bij de animatiewereld ligt, maar de kennis van dramatische ontwikkeling en internationale coproducties en markten en marketing bij live-action. En die twee kennen elkaars waarde niet. Ze zijn ontzettend lastig bij elkaar te brengen.” Terwijl: “Als je echt een groot project wilt doen, met een miljoenenbudget in een internationale coproductie, dan moet je die ervaring en kennis combineren. Dan kan je groot worden.” Bovendien: “Je mag bij het Filmfonds alleen een realiseringsaanvraag doen als je al minstens twee films in de bioscoop hebt uitgebracht. De meeste animatieproducenten hebben dat niet. Dus dan moeten ze wel een partner zoeken.”

Laten we even over de grens kijken. Speelfilmregisseur Wes Anderson, die de geweldige animatiefilm Fantastic Mr. Fox (2009) regisseerde. Charlie Kaufman, die zijn animatiedebuut maakte met het meesterlijke Anomalisa (2016). De Nederlander Michael Dudok de Wit, die voor zijn Japans-Frans-Belgische coproductie The Red Turtle (2016) steun kreeg van de Franse speelfilmscenarist Pascale Ferran (gemaakt zonder Nederlands geld, maar volgens Lindhout toch “waanzinnig goed voor de Nederlandse animatie”). En binnenkort te zien: de fraaie stop-motion animatiefilm Ma vie de courgette (Claude Barras, 2016), geschreven door Céline Sciamma, beroemd van live-action jongerenfilms. Voorbeelden van een vruchtbare samenwerking.

Documentaire
Lindhout komt op stoom: “In mijn ideale wereld heeft elke filmproducent ervaring met live-action en animatie en kiest hij per project wat het meest geschikt is. Dat animatie in Nederland op een eiland heeft gezeten, met een eigen afdeling bij het Filmfonds en een eigen instituut, is begrijpelijk, maar heeft ons misschien meer kwaad gedaan dan goed. Je moet animatie gewoon behandelen als een techniek, een filmtaal, net als bijvoorbeeld documentaire. Dat is ook het beleid van het Filmfonds: om de grenzen tussen speelfilm, documentaire en animatie steeds meer te slechten. In Nederland is de scheiding heel strikt geweest. Als katholieken en protestanten. Wat ik nu zeg zal zeker niet iedereen mij in dank afnemen, maar ik ben er heilig van overtuigd: animatie moet volledig worden opgenomen in film. Mijn grootste doel is eigenlijk om mijn functie overbodig te maken, haha!”

Dat zou ook tot een toename van hybride films kunnen leiden: speelfilms en documentaires met animatiefragmenten (en vice versa.) “Je ziet ook dat steeds meer documentairemakers doorkrijgen dat je met animatie dingen kunt vertellen waarvan je geen footage hebt.”

Consulent
Pas in 2009 begon het Filmfonds met het actief stimuleren en ondersteunen van lange animatie. “Daarvoor dachten we gewoon niet dat we het konden.” Tot 2013 was Willem Thijssen animatie-intendant van het Filmfonds, waarna het fonds overging naar een consulentensysteem, met Lindhout op animatie. En een consulent is? “Eigenlijk gewoon een commissie, die projecten beoordeelt. Maar dan in je eentje.”

Ook belangrijk: sinds 2014 vergoedt de Production Incentive van het Filmfonds tot dertig procent van de in Nederland gemaakte productiekosten. Bij lange animatiefilms, die bijna per definitie internationaal worden gefinancierd, maakt dat Nederland aantrekkelijker als coproductiepartner.

De eerste golf lange animatiefilms was gericht op jonge kinderen, op basis van televisieseries [zie overzicht Nederlandse lange animatiefilms]: Sprookjesboom de film (niet door het Filmfonds gesteund), Nijntje de film, Pim & Pom: Het grote avontuur, Trippel Trappel Dierensinterklaas (waarvan een televisieserie in de maak is) en Woezel & Pip: Op zoek naar de Sloddervos. Eén per jaar gemiddeld, sinds 2012, en in de nabije toekomst misschien twee, zegt Lindhout. “Er komt een nieuwe golf aan.”

Frankrijk
“We moeten volwassen worden”, zegt Lindhout. “Grote jongens. We moeten af van dat idee: ja maar, de wereld begrijpt ons niet. Nee, we gaan de wereld wat laten zien.” En dat wordt tijd. “Er is al twintig jaar een enorme Europese animatiemarkt. Gedomineerd door Frankrijk, omdat die er vanuit hun cultuurpolitiek altijd vreselijk veel geld in hebben gepompt. Wij komen pas net kijken.”

Maar ook in Nederland groeit de markt. “Animatoren hebben ineens overal werk. Opeens klagen mensen: we kunnen het juiste personeel niet vinden. Ik zeg ook tegen elke live-action producent: het is een groeimarkt, waarom zit je er niet in? Als je kijkt naar België en Ierland kan het hier zeker nog drie keer zo groot worden. Dat betekent ruimte voor een paar grote studio’s en productiehuizen.” En het talent hebben we al: “Zoals Job, Joris & Marieke, dat is zo Nederlands, zo origineel. Dutch Design in beweging. En dan Mascha Halberstad, Rosto, Hisko Hulsing – dat zijn beeldtalen, die knallen erin.”

Maar, benadrukt Lindhout, het moet wel echt van twee kanten komen: “Animatoren zijn meestal op kunstopleidingen geschoold. Die hebben het idee dat ze alles zelf kunnen. Aan de andere kant merk je dat mensen uit de speelfilmwereld totaal geen kaas hebben gegeten van visual development. Ik heb aanvragers die zeggen: we gaan eerst het scenario schrijven, dan gaan we naar een vormgever, die laten we een paar personages ontwerpen en dan gaan we een film maken. Nee! Visuele ontwikkeling duurt net zo lang als een scenario ontwikkelen. Dat is een proces. Dat is niet iets wat je ergens bestelt! Maar ja, ze hebben het nog nooit gedaan hè?”

Volwassen
Intrigerend klinkt in elk geval Lage Zwaluwe (voorheen Scherven), een oorlogsfilm voor jongvolwassenen onder regie van live-action veteraan Erik de Bruyn. Of Victor Vleermuis, waarvoor Karen van Holst Pellekaan het scenario schrijft. “Dat is toch iemand met een staat van dienst”, zegt Lindhout, zichtbaar tevreden. “Ze schreef Loenatik, theater, Oorlogsgeheimen – een heel mooie film.”

Ook dat is een jeugdfilm; animatiefilms voor volwassenen, geeft Lindhout toe, “dat gaat nog niet zo verschrikkelijk hard”. Heinz kun je daartoe rekenen, in zekere zin. Rosto’s Mind My Gap. En Vincent, de verfilming van Barbara Stoks stripbiografie van Van Gogh. En The Red Turtle natuurlijk, maar dat is geen Nederlandse productie. Maar veel is dat nog niet, als je jaloers kijkt naar internationale voorbeelden als Persepolis (Marjane Satrapi, 2007) en Waltz with Bashir (Ari Folman, 2008).

Maar goed, Nederland zit in een fase. Drie decennia na Als je begrijpt wat ik bedoel (1983) komt de lange Nederlandse animatiefilm eindelijk structureel van de grond. Na films voor de allerkleinsten en met de eerste projecten voor jongeren en jongvolwassenen voor de boeg, lijkt het de goede kant op te gaan. Een serieuze lange animatiefilm voor volwassenen kan dan niet uitblijven. Net zo min als die wilde, psychedelische animatiefilm die volledig rust op de verbeelding en stijl van de kunstenaar en nooit door live-action filmmakers bedacht had kunnen worden.


Op dit interview kwam een reactie van Michiel Snijders en Arnoud Rijken, eigenaar-directeurs van animatiebedrijf il Luster: ‘Het Filmfonds ziet de verschillen wel, maar snapt ze niet’.

Nederlandse lange animatie vanaf 1983

Een overzicht van lange animatiefilms, gereed of te verwachten, die substantieel (vanwege auteurs, financiering en/of productie) Nederlands zijn te noemen. Nederlandse meerderheids- en minderheidsaandelen in financiering en productie bij internationale coproducties worden ‘majoritair’ en ‘minoritair’ genoemd.

Gereed
1983 Als je begrijpt wat ik bedoel, regie en scenario Harrie Geelen, Bjørn Frank Jensen en Bert Kroon (naar het stripboek van Marten Toonder)
1991 Beertje Sebastiaan: De geheime opdracht, regie Frank Fehmers, scenario Richard Felgate
2001 Osmosis Jones, regie Bobby en Peter Farrelly, animatieregie Piet Kroon en Tom Sito, scenario Marc Hyman (Amerikaanse productie, grotendeels animatie, waarvan Nederlandse coregisseur)
2008 The Tale of Despereaux, regie Robert Stevenhagen en Sam Fell (Nederlandse coregisseur van Amerikaans-Engelse coproductie)
2012 Sprookjesboom de film, regie Hans Walther, scenario Tingue Dongelmans, Dirk Nielandt en Jimmy Simons
2013 Moshi Monsters: The Movie, regie Wip Vernooij, scenario Steve Cleverley en Jocelyn Stevenson (Nederlandse regisseur van Engels-Ierse coproductie)
2013 Nijntje de film, regie Hans Perk, scenario James Still en Fine Trossel
2014 Pim & Pom: Het grote avontuur, regie Gioia Smid, scenario Tingue Dongelmans en Fiona van Heemstra
2014 Trippel Trappel Dierensinterklaas, regie Albert ’t Hooft en Paco Vink, scenario Arnoud Rijken en Michiel Snijders
2016 Woezel & Pip: Op zoek naar de Sloddervos!, regie Patrick Raats, scenario Arnoud Rijken, Michiel Snijders en Dinand Woesthoff
2016 The Red Turtle, regie Michael Dudok de Wit, scenario Michael Dudok de Wit en Pascale Ferran (Nederlandse regisseur van Japans-Frans-Belgische coproductie)

In productie
Hieronymus, regie en scenario Erik van Schaaik
The Little Vampire 3D, regie Richard Claus en Karsten Kiilerich, scenario Richard Claus en Larry Wilson (Duitse en Deense coregisseurs van een majoritair Nederlandse coproductie)

Preproductie
Buurman & Buurman: De film, regisseur nog onbekend, scenario Kees Prins en Patrick Stoof
Heinz, regie en scenario Piet Kroon (naar de strip van René Windig en Eddie de Jong)

In ontwikkeling
[zonder titel], regie en scenario Sil van der Woerd
Agent 327: Dossier Manhattan, regisseur nog onbekend, naar de strip van Martin Lodewijk
Bloom, regisseur nog onbekend, scenario Jantiene de Kroon
Coppelia, regie Jeff Tudor en Thierry Marchand, scenario Tamara Bos
Cosmos Laundromat, regie Blender (crowdfunded opensource project)
De kleine kapitein, regie Arne Toonen, scenario Luuk van Bemmelen, naar het boek van Paul Biegel
De wraak van Knor, regie Mascha Halberstad, scenario Fiona van Heemstra
Jonathan, regie Onno de Jong, scenario Daan Remmerts de Vries
Kleine Sofie en Lange Wapper, regie en scenario Berend en Roel Boorsma
Lage Zwaluwe, regie Erik de Bruyn, scenario Philip Delmaar
Mind My Gap, regie en scenario Rosto
Mozes, regie Ruud den Drijver
Oliver’s Travels, regie Nadadja Kemper en Ferry van Schijndel, scenario Nadadja Kemper
Opgescheept, regie Joost van den Bosch en Erik Verkerk, scenario Tingue Dongelmans en Marc Veerkamp
Roboy, regisseur nog onbekend, scenario Michiel Snijders, Patz van der Sloot en Arnoud Rijken
Spitsbergen, regie en scenario Suzie Templeton
Victor Vleermuis, regisseur nog onbekend, scenario Karen van Holst Pellekaan
Vincent, regisseur nog onbekend, scenario Fabie Hulsebos (naar de stripbiografie door Barbara Stok)
Vos en Haas redden het bos, regie Mascha Halberstadt (op basis tv-serie)
Weerzien (De Oversteek), regie en scenario Job, Joris & Marieke