Critics’ Choice: Menno Kooistra over Francofonia

  • Datum 03-02-2016
  • Auteur
  • Deel dit artikel

In het Critics’ Choice programma van het International Film Festival Rotterdam presenteren acht Nederlandse en buitenlandse filmcritici een film of documentaire die de aandacht verdient. Elke vertoning wordt vooraf gegaan door een video-essay. Thema van dit jaar is Whose Cinema. De curatoren van het programma Dana Linssen en Jan Pieter Ekker kozen voor Francofonia. Op hun verzoek worden niet zij, maar de co-auteur van hun video-essay, editor Menno Kooistra, geinterviewd. Maar in lijn met film en essay roept ook het gesprek een vraag op: wie is verantwoordelijk voor beeld?

Aleksandr Sokoerovs Francofonia is een film over de geschiedenis van het Louvre, te zien als overdenking, essay en reconstructie ineen. Zelf was je niet betrokken bij de keuze voor deze film. Wat vond jij er eigenlijk van toen je hem zag? "Ik vind het een hele goede film. Het roept veel vragen op: wat gebeurt er met kunst als je het niet meer kunt zien, als het niet beschikbaar is voor publiek. Vanuit mijn persoonlijke interesse raakt dat mij met film nog meer: van wie is film, wat blijft er over van een film als hij niet gezien kan worden? Maar Francofonia is ook visueel heel interessant. Onder andere door de mengeling historische beelden en nieuwe beelden die juist weer oud zijn gemaakt, of door het gebruik van verschillende aspect ratio’s. Daar heb ik ook op in proberen te spelen in het video-essay."

Want hoewel jij later bent ingehaakt hebben jullie het video-essay wel met zijn drieën bedacht? "Nee, dat is niet waar. Het idee komt van Dana en Jan Pieter. Die hebben me er bij gevraagd als editor. Toen hebben we allereerst een keer met elkaar gezeten, voor de rest gebeurde alles in Google Docs of via chat of mail. Zo zijn we de hele tijd gaan schuiven, schetsen maken, beelden over en weer sturen."

Kan je laten zien hoe dat in zijn werk ging? Ja hoor:

Klik voor een grotere versie
Klik voor een grotere versie.

Merk je tijdens zo’n proces dat de techniek opeens het onderwerp gaat beïnvloeden? "Ja, absoluut. Maar dat gebeurt spontaan. Bij het achter elkaar plakken, vallen de puzzelstukjes gaandeweg op hun plek. Dan ga je op zoek naar beeldrijm, leuke overgangen en zie je het steeds meer ontstaan. Zoals het gebruik van de zwart/wit-verdeling waar Francofonia mee begint, dat hebben we gewoon overgenomen voor ons essay. De bruikbaarheid van dat soort dingen, referenties en visuele grapjes, die zie je pas als je gaat monteren. Maar Dana en Jan Pieter hebben wel heel duidelijk gezegd wat ze wilden. Ik heb het aan elkaar geplakt."

Jullie essay gaat over het onbeschikbaar worden van kunst: wat is kunst nog waard als niemand het ziet? Als editor maak je de hele tijd keuzes wat je wel of niet laat zien. Voel jij daar vanuit je vak ook een soort verantwoordelijkheid in? Natuurlijk, dat is het kill your darlings-principe. Dat doet bij sommige beelden wel pijn, maar daar kan ik verder niks aan doen."

Maar heb je dan weleens een beeld laten staan omdat je het zo mooi vond, terwijl je wist dat het voor het verhaal eigenlijk niet kon of nodig was? "Ja, dat wel. Dat zit bijvoorbeeld ook in dit essay. Er zit een shot in van een witte sculptuur van een hand met pijl en boog die langzaam wordt gestreeld door een echte hand. Dat is zo’n prachtig beeld, dat het er van mezelf toch in moest blijven. Maar voor wat we willen vertellen voegt het eigenlijk niet heel veel toe."

En toch zie je jouw rol in het essay als puur technisch? "Ja, zo zie ik het zelf wel. Ik stond aanvankelijk ook als editor op de credits, maar uiteindelijk hebben Jan Pieter en Dana besloten dat ik ook deel was van het team. We hebben het toch met zijn drieën gemaakt. Maar het blijft hun idee. Dus wat dat betreft heb ik de puzzelstukjes aan elkaar geplakt. Maar natuurlijk, als je dat doet, ga je automatisch ook nadenken over vorm. Dan ga je nieuwe insteken zien. Dus ok, het klopt wel. Ik ben het eigenlijk wel eens met mijn credit als mede-auteur."

Alexander Zwart