Carte postale de Cannes 11

Inside Llewyn Davis

De Filmkrant doet elke dag verslag van het 66ste Filmfestival Cannes. Vandaag probeert Dana Linssen in het hoofd van Steven Spielberg te kijken. (Zaterdag 25 mei 2013)

Vanaf nu is het leukste moment van het Filmfestival Cannes aangebroken. Het is een spel. En het heet: in het hoofd van Steven Spielberg proberen te kijken. De Amerikaanse filmmaker (zijn Jaws werd hier nog op het strand vertoond tijdens een van de weinige droge avonden die het festival kende) is voorzitter van de jury van het 66ste Filmfestival Cannes. En Spielberg is niet alleen een wereldberoemde regisseur (E.T. is waarschijnlijk even iconisch als Jezus, Popeye en Charlie Chaplin), maar ook een industrie, een genre, een stroming, een stijl en een mentaliteit op zichzelf. En daardoor is het makkelijk vergeten dat de jury nog acht andere leden telt. Misschien heeft straks de Japanse filmmaakster Naomi Kawase wel de sterkste argumenten. Of Roemeen Cristian Mungiu. En waarom zouden de vermeende tranen van Nicole Kidman na Le passé (maar het blijft plezant om ze te memoreren, want het brengt haar toch ietsje dichterbij ons gewone stervelingen) de doorslag moeten geven, en niet… (vul maar in)?

Wat die prijzen straks ook zullen blijken te zijn, Cannes 2013 zal de geschiedenis ingaan als een weinig spectaculaire editie. Er waren goede films, maar vooral veel degelijke. Er was eigenlijk niet een film in competitie waarvan je het gevoel kreeg dat de filmgeschiedenis er een schop van onder z’n kont kreeg. Ook het alom (en terecht) geprezen La vie d’Adèle van de Tunesisch-Franse regisseur Abdellatif Kechiche (Black Venus, La graine et le mulet) niet, die nu weer de pech heeft de geschiedenis in te gaan als die film met die twintig minuten durende lesbische seksscène (zoals ooit Irréversible die film met die zoveel minuten durende verkrachting was). Want La vie d’Adèle gaat waarschijnlijk maar ten dele over seks (al merkte Manohla Dargis in The New York Times terecht op dat het in Black Venus ook al over voyeurisme ging, en dus in Adèle ongetwijfeld ook over de manier waarop dat overwegend witte hetero-publiek in Cannes naar die seksscène kijkt. Maar in die zin gaat Adèle ook over zichzelf en over wat film is, en zou het net zoals Paolo Sorrentino’s La grande belazza (die ik niet zag, maar Filmkrant-collega Ronald Rovers wel) een terechte winnaar kunnen zijn. Het moet raar lopen willen de Gouden Palm voor Beste Film en de Grote Juryprijs niet tussen deze films verdeeld worden. Al zoemt ook nog steeds het lichtelijk sentimentele maar ook bitterzoete verwisselde-kindmelodrama Like Father, Like Son van Kore-eda Hirokazu rond als compromisfilm in een van deze categorieën (in welk geval Adèle Exarchopoulos de prijs voor Beste Actrice mee kan nemen voor haar met volle overgave vertolkte rol als het titelpersonage in Adèle).

Het was ook het jaar van de Amerikaanse auteurs. Gaat Spielberg er eentje bekronen? Vallen hij en zijn jury voor het vakmanschap van Steven Soderbergh (die volgens sommigen een prijs moet krijgen omdat de vermakelijke biopic van Liberace Behind the Candelabra zijn laatste ‘film’ is)? Maar ja, ‘verdient’ eigenlijk Michael Douglas geen acteerprijs als de glamourpianist? Heeft de Amerikaanse pers inderdaad gelijk met hun collectieve omhelzing van The Immigrant van James Gray (de vergelijkingen met Elia Kazans America, America en Sergio Leone’s Once Upon a Time in America en andere mythevormende films waren niet van de lucht)? Of moet Joaquin Phoenix bekroond worden als de complexe en duistere held uit die film? (Een rol die we hem misschien al al te vaak hebben zien spelen). Of gaat het om het subtiele vakmanschap in Alexander Payne’s melancholische roadmovie Nebraska? En dan waren er nog de Coens met Inside Llewyn Davis, zo langzamerhand ook al een hors-categorie op zichzelf. Wie Beste Regisseur gaat worden ligt dus ingewikkelder. Cannes koos de beste van de Amerikaanse auteurs van dit moment uit. Want eigenlijk komt ook Jim Jarmusch met zijn elegante vampierfilm Only Lovers Left Alive (misschien wel stiekem een van mijn favorieten) in aanmerking. En wat te denken van al die andere auteurs die goed werk afleveren: Roman Polanski met een intiem Kammerspiel over het immer wisselende rollenspel tussen regisseur en actrice (en nee, probeer in die bewerking van sm-roman Venus in Fur maar eens géén reflectie op al dat gedoe rondom zijn persoon en de verkrachtingszaak te zien). En dan zijn er nog Jia Zhank-ke’s fijne wraakfilm A Touch of Sin, Mahamet Saleh-Harouns liefdevolle mix van smokkelthriller, outsidersmelodrama en Afrikaans ritueel in Grisgris. Regisseur of Juryprijs? Wie zal het zeggen?

Zondagavond weten we het. En dan, als het duiden van de beweegredenen van de jury is weggeëbd, breekt het moment aan waarop al die films weer voor zichzelf mogen gaan spreken. Veel ervan zijn aangekocht voor distributie in de Nederlandse bioscopen en filmtheaters. Want uiteindelijk is het Nederlandse publiek de winnaar. Dat krijgt de kans om bijna de helft van de Cannes-selectie binnenkort in een theater bij u in de buurt zelf te bekijken. De Filmkrant was de afgelopen tien dagen graag uw verkenner in filmland.

Dana Linssen