Cannes 2014: Droombeelden

Lost River
De dromen en nachtmerries van John Boorman in Queen and Country, Bird People van Pascale Ferran, Ryan Goslings regiedebuut Lost River en nogmaals Jauja van Lisandro Alonso.
"Dit is een veel knappere versie van mezelf. Maar ja dat kan, want het is film." Zo stelde regisseur John Boorman gisteren in de Quinzaine des Réalisateurs acteur Callum Turner aan het publiek voor. Queen and Country is een semi-autobiografische film waarin de regisseur van hallucinante en beklemmende films als Leo the Last en Deliverance terugkijkt op zijn jongelingsjaren in het Britse leger. Boorman gaf in Hope and Glory (1987) al eerder een terugblik op zijn kinderjaren tijdens de Londense Blitz. In Queen and Country springen we naar de jaren vijftig, de kroning van Elizabeth II, een heleboel Daar komen de schutters-achtige (Dad’s Army, in de jaren zestig en zeventig populaire tv-serie) legerscènes waar Boormans alter ego en zijn beste vriend Percy het aan de stok hebben met de legerleiding en achter de meisjes aan zitten. Niet alleen voor zijn jongere zelf heeft Boorman een mooiere versie gekozen, ook zijn jeugdherinneringen zijn met een idyllisch sausje overgoten. Zijn nostalgische droom eindigt als hij zijn eerste amateurfilmpje draait.
Ook Pascale Ferran (Lady Chatterly) had een droom die ze wilde verfilmen. Voor Bird People trok ze naar het Hilton Hotel bij het Parijse vliegveld Charles de Gaulle om daar de reizigers en de blijvers te filmen, de post-moderne en post-industriële dynamiek van vrijheid en ontheemding die van alle mensen een soort zwerf- en trekvogels heeft gemaakt. Met behulp van echte en radiografisch bestuurbare helikopters draaide ze vervolgens ook een geweldige sequentie vanuit dit ‘vogelperspectief’, het dichtste wat ze bij haar droom om te kon vliegen kon komen. Behalve dat ze weinig plezier had vertelde ze later in het interview met de Filmkrant "omdat ze de hele vlucht boven een kotszakje gebogen zat".
Echte nachtmerries werden het pas in Ryan Goslings regiedebuut Lost River. Alsof David Lynch een remake van Taxi Driver had gemaakt in de post-apocalyptische straten van Detroit. Ik zag alleen nog maar het eerste uur van de film, maar dat beviel me een stuk beter dan de eerste reacties moeten doen geloven. Gosling staat sterk onder invloed van zijn leermeester Nicolas Winding Refn met wie hij Drive en Only God Forgives maakte, maar hij heeft de vrijheid van de acteur die gaat filmen om uit de bocht te vliegen. Festivaldirecteur Thierry Frémaux vergeleek Gosling met acteurs als Sean Penn en Marlon Brando toen die hun eerste film regisseerden. Maar Lost River is een stuk vreemder en prikkelender.
Het herinnert er weer aan dat er dit jaar in Cannes een hoop ‘goede’ films te zien zijn, maar zelden eentje die durft te ontsporen en persoonlijke obsessies en beelden tevoorschijn tovert. In Lost River rijden er brandende fietsen door de straten, rijdt er een gestoorde prediker door de straten, ligt er een verdronken stad op de bodem van een stuwmeer, en zijn alle personages spookbeelden die verloren zijn geraakt tussen het realisme van de film en het realisme van de wereld.
Er worden veel te weinig films gemaakt waarvan het niet helemaal duidelijk is tot welke werkelijkheid ze behoren. Jauja van Lisandro Alonso is er ook zo een. Die film creëert niet alleen een mythisch verleden, een spookachtig parallel universum waar tijd en geschiedenis doorsmeulen nadat ze in onze wereld zijn uitgedoofd. Hij laat z’n personages tijdreizen door tijdlussen, poelen en wormgaten, zonder dat er ook maar iets wordt uitgelegd. Een oude vrouw kan de dochter zijn van een Deense legerkapitein, maar ook haar moeder.
In Lost River zegt het meisje Rat: "De enige manier om de vloek [die er op de stad en haar grootmoeder rust] de doorbreken is door het monster aan het oppervlakte te brengen." Maar het is, hoeveel eclectischer ook dan het raadselachtige minimalisme van Alonso, een film die de roes, de vloek, en de betovering in stand kan houden door met het monster te vechten. Geweldig camerawerk van Benoît Debie en een intuïtieve montage van Nico Leunen en Valdís Óskarsdóttir maken van Lost River het soort film dat je eigenlijk vaker zou willen zien, al is het maar om de braafheid van al die keurig gestructureerde dramaturgieën van films als Turist en Deux jours, une nuit te kunnen zien voor wat ze zijn: sociologische traktaten. De echte verwarring over wat de mens is komt vooralsnog alleen in dromen tot uiting.
Dana Linssen