Wang Xiaoshuai over 11 Flowers

  • Datum 05-07-2012
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Foto Bram Belloni

Na het verboden Frozen is Wang Xiaoshuai terug met 11 Flowers, een persoonlijk verhaal over een vergeten Chinese geschiedenis.

Frozen was in 1995 een sensatie op het Filmfestival Rotterdam. Onder het pseudoniem Wu Ming maakte Wang Xiaoshuai toen een door de Chinese overheden verboden film over een kunstenaar die met een blok ijs zelfmoord pleegt. Na So Close to Paradise en Beijing Bicycle is Wang Xiaoshuai’s terug met het toegankelijke 11 Flowers, dat zich afspeelt in 1975, een jaar voor het einde van de Culturele Revolutie. De jeugd van de kleine Han wordt gekleurd doordat alle mensen uit het dorp gedwongen worden naar de bergen te verhuizen.

U moet voor 11 Flowers veel uit uw eigen geheugen hebben geput, omdat er nagenoeg niets is gedocumenteerd over die gedwongen verhuizing. Die is inderdaad bij weinig mensen bekend. 11 Flowers en Shanghai Dreams zijn voor een groot deel gebaseerd op mijn eigen ervaring. Ik wilde niet van een afstandje naar de gebeurtenissen kijken. Ook heb ik weinig onderzoek gedaan naar de politieke situatie. Het grootste deel van de film bestaat uit mijn eigen herinneringen. Omdat film en literatuur moeten worden gemaakt vanuit een persoonlijke blik. Zo kunnen ze een aanvulling vormen op de feitelijke geschiedenis. Films gemaakt vanuit een persoonlijk standpunt voegen iets toe aan de officiële geschiedenis, ze zijn niet noodzakelijk minder waar dan de officiële geschiedenis.

De vader in de film zegt tegen zijn zoon dat de bloemen die hij schildert individuen zijn waar je goed naar moet kijken. Die nadruk op het individu klinkt als een statement. De meeste van de gesprekken over schilderkunst tussen de vader en de zoon in de film gaan helemaal niet over schilderen, ze gaan meer over een levensfilosofie. De vaderfiguur is gebaseerd op mijn eigen vader, hij stak boven het maaiveld uit, hij was een zeer ongebruikelijke man die nooit met de stroom meeging. Hij dacht op een unieke en individuele wijze. Wat hij mij geleerd heeft is om het leven te respecteren en de deur uit te gaan, om te schilderen en te observeren.
Hij vertelde niet alleen veel over impressionistische schilderijen, hij nam me ook mee op wandelingen naar afgelegen dorpen. Ik herinner me uit die tijd dat de huizen in de winter met stro bedekte daken hadden, met ijspegels eraan. Hij nam me mee zodat ik ze kon schilderen. Voor mijn films zocht ik speciaal naar die huizen, maar ze waren allemaal verdwenen.
Mijn vader heeft me vaak het huis uit ‘verjaagd’, kinderen moeten niet de hele dag binnen zitten vond hij. Zelfs toen in de vakanties op de universiteit iedereen naar huis ging, zei mijn vader: ik wil niet dat je thuis komt, ga er op uit en doe wat je moet doen. Op deze manier heeft hij me gevormd tot een onafhankelijke vrije geest. Ik kreeg een zeer ongebruikelijke opvoeding.

Toen u aan het verboden Frozen werkte onder uw pseudoniem Wu Ming, wist uw vader dat? Natuurlijk waren mijn beide ouders erg bezorgd toen ik deze ondergrondse film maakte. Vooral mijn vader was zich zeer bewust van China’s politiek. Tegelijkertijd vond hij het dapper en geweldig dat ik de film maakte. Hij wist dat het mijn recht was om mijn eigen beslissingen te nemen, omdat hij me getraind had om onafhankelijk te denken. Mijn vader zelf was zo goed op de hoogte van de politiek dat hij alle confrontaties vermeed.

Vanaf 2003 kon u films maken met toestemming van de regering. Welk proces heeft u als filmmaker doorlopen? Er is veel gebeurd sinds Frozen. 2003 is het jaar dat de Chinese filmwereld iets vrijer werd. Filmmakers als ik kregen toestemming om weer films maken. Sommigen kozen voor commercials. Ik ben nooit geïnteresseerd geweest in de box office. Wat mij gelukkig maakt is mezelf kunnen uitdrukken. Dus heb ik gebruikgemaakt van de mogelijkheid om heel snel Shanghai Dreams te maken. Het filmbureau is zich maar al te goed bewust van mijn achtergrond en mijn underground-geschiedenis, ze zijn daardoor voorzichtig met hoe ze me behandelen. Ik zou zeggen dat we op dit moment een soort balans hebben gevonden.

Het Filmfestival Rotterdam organiseerde in de 2012-editie het themaprogramma Hidden Histories rond filmmakers die nog steeds ondergronds werken, kent u deze filmmakers of is het een aparte wereld? Ik weet wel dat er onafhankelijke documentaire- en filmmakers in China zijn, maar de media besteden alleen aandacht aan welke filmster in welke film speelt. Voor een onafhankelijke filmmaker is het heel moeilijk om te overleven. Toen ik in Rotterdam aankwam, ontdekte ik dit programma pas. Ik vind het echt goed, het laat zien dat het festival dit fenomeen heeft opgemerkt. Door er aandacht aan te besteden kunnen ze hen helpen.

Kent u zelf ook ondergrondse festivals? Er zijn heel weinig festivals voor de onafhankelijke film, soms valt de politie binnen en sluiten ze de tent. Er is er één in Nanjing die al een aantal jaren bestaat, en waar ik in de jury en het bestuur heb gezeten. Ook in Beijing organiseert een documentairemaker sinds enkele jaren vertoningen in een festivalvorm. Al die festivals hebben last van de komst van nieuwe festivals, ze staan onder grote druk van de overheid en de commercie. Zo werd er in Beijing een ander festival georganiseerd dat het oorspronkelijke festival wegdrukt. Het maakt niet uit, uit welke hoek de bedreiging komt, uit de politieke of de commerciële hoek, het wordt sowieso steeds moeilijker om een festival te laten plaatsvinden.

Had het huisarrest van kunstenaar Ai Weiwei impact in China? In de mainstream media of van officiële zijde is niets gemeld over dit onderwerp, dus mensen weten het niet.

Wat zijn uw informatiebronnen dan? Ik hoor dat via vrienden, informeel. Of via het Chinese Twitter, wij noemen dat Weibo. Je kunt daarmee communiceren door bepaalde gevoelige woorden en tekens te vermijden.

Wat houdt u nu bezig? Wat mij het meest bezighoudt is hoe je onafhankelijke films kunt maken en hoe we kunnen worden opgemerkt. Hoe kan een onafhankelijke filmmaker de creatieve vrijheid krijgen? Om dat voor elkaar te krijgen zijn twee dingen nodig: aan de ene kant moeten we publiek trekken, want misschien kunnen we het publiek overhalen om te investeren in onafhankelijke films. Aan de andere kant moeten de autoriteiten de films waarderen voor wat ze zijn en ons meer vrijheid geven om de films te maken die we willen maken.

Mariska Graveland