Victor Kossakovsky over Aquarela

‘Wij mensen vinden onszelf veel te belangrijk’

Zuidwesters (en oordoppen) mee naar de nieuwe eco-doc Aquarela van Viktor Kossakovski. Een film over water. Over ijs en smeltende poolkappen. Over stormen en tsunami’s. In framerates waar je ogen van uit hun kassen knallen en decibellen die je trom-melvliezen doen sidderen.

Soms heb je het gevoel dat het water van het doek komt rollen. Zo hoog en overweldigend zijn de golven in Aquarela van IDFA-habitué Viktor Kossakovski (Tishe!, ¡Vivan las antipodas!). De eco-doc ging met veel metal-geraas in première op het Filmfestival Venetië en is nu te zien op het International Documentary Filmfestival Amsterdam.
“Geloof het of niet, maar deze film was enorm moeilijk te pitchen”, vertelt Kossakovski in Venetië. “Wat nou een film over water? En als ik dan zei: come on, kijk naar de zee, het ziet er elke seconde anders uit, zou dat niet geweldig zijn om een film over te maken, dan wisten ze niet waar ik het over had. Wil je een soort filmische schilderkunst maken? Dus ik moest een truc verzinnen. Zo kwam ik op het idee om de film als een gewoon drama te beginnen, met menselijke figuren. En dan, na twintig minuten, spert het ijs opeens zijn muil open, als de tanden van een haai, en dan realiseer je je dat het water de hoofdpersoon is. Je ziet twee mannen proberen om een lijk uit het ijs te krijgen, maar het lukt ze niet. Die tragedie heeft dan ook nog eens plaats in het mooiste landschap wat je je kunt voorstellen. En dan bam: een ongeluk. We waren het landschap aan het filmen en opeens rijdt er een auto een wak in. Daar waren we niet op voorbereid. Maar ik realiseerde me dat dat een manier was om van de mens naar de natuur over te gaan.
“Wij mensen vinden onszelf veel te belangrijk. Onze plek in de natuur is veel kleiner dan we denken. De mens is deel van de natuur, en tegelijkertijd gedragen we ons niet zo. Er is geen een andere diersoort die elkaar, en zichzelf, zo systematisch uitroeit als de mens. Wij zijn de enige soort die sadisme en martelingen kent, die concentratiekampen hebben bedacht.”

Is dit uw meest politieke film? “Dat zou kunnen. Maar ik ben nu een film aan het maken voor Ally Derks, de vorige directeur van het IDFA, die zo mogelijk nog politieker is. Hij gaat over varkens, kippen en koeien. Niet over de slacht, want dat zou te makkelijk zijn. Maar ik heb de afgelopen maanden geheel tussen deze dieren geleefd.
Aquarela begint waar ¡Vivan las antipodas! eindigde, op het Baikalmeer. Dat was met een oude vrouw die zei dat ze in haar volgende leven als water terug wilde keren. Tijdens de opnames heb ik dat niet eens goed gehoord; dat kwam pas toen we gingen monteren. Na het Baikalmeer dienden de locaties zich eigenlijk als vanzelf aan: het ijs op Groenland; de storm op de Atlantische Oceaan. Er was geen scenario of vooropgezet plan. We hebben simpelweg het water gevolgd.”

Victor Kossakovski
Victor Kossakovski

Veel van die beelden zijn een symbool voor de opwarming van de aarde geworden. “Zelfs als er geen klimaatverandering zou zijn, dan nog moeten we onze ecologische voetafdruk verkleinen. Het is een morele kwestie. We kunnen niet doorgaan met het uitputten van de aarde, met het vervuilen van het milieu. Ik zal je wat zeggen, ik heb de afgelopen maanden bijna alleen maar kippen gefilmd. De wetenschappelijke en politieke discussies lijken soms net een hanengevecht. De een kraait en de ander kraait harder. Laten we al die wetenschappers maar eens bij elkaar zetten en zeggen: jongens, jullie mogen niet meer naar buiten tot jullie eruit zijn. Ondertussen, als iemand die de hele wereld rondreist, kan ik je wel zeggen: dit kan zo niet doorgaan. En zo lang we niet weten hoe het precies in elkaar zit, moeten we ons als aardbewoners heel bescheiden opstellen en ophouden de wereld te vernietigen. Er drijven plastic eilanden in de oceanen die zo groot zijn als Europa. We moeten ons schamen.”

Soms is het bijna een horrordoc. Met framerates waar je ogen van uit hun kassen knallen en decibellen die je trommelvliezen doen sidderen. “Het moest een wake up call zijn. Er worden honderden films over de opwarming van de aarde gemaakt, en er verandert niets. Ik wilde geen propaganda maken. Ik kan nooit een film maken zonder hem voor me te zien. Dus werd mijn belangrijkste vraagstuk een esthetische vraag: hoe film je water? Dat kan niet in korte shots. Je hebt tijd nodig om de kracht en de dynamiek van water te laten zien. Daarom hebben we ook op 96 beeldjes per seconde gefilmd. Dat benadert op dit moment zo goed mogelijk de zintuiglijke ervaring van stromend water. Wat dat betreft verwijst de titel Aquarela ook naar de schilderkunst. De huidige technologie is een nieuw soort penseel. Het materiaal was zo heavy dat ik me vrij voelde om er een metal-soundtrack onder te zetten. We hebben soms 180 geluidslagen tegelijk. Ik wilde op alle fronten wat meer rock ‘n’ roll zijn dan in mijn eerdere films.”

Aquarela is te zien op het International Documentary Filmfestival Amsterdam.