Sven Bresser over Free Fight

'Ben ik nu wéér een drie­hoeks­ver­hou­ding aan het onderzoeken?'

De Filmkrant interviewt alle makers van de films in de dertiende One Night Stand-reeks. Deze week Sven Bresser die met Free Fight het verhaal vertelt van twee broers in de wereld van mixed martial arts. Een atypische gevechtsfilm waarin vooral het gevecht met zichzelf centraal staat. Want hoe gaan zij om met het verlies van hun moeder? Bresser: “Als je in die wereld emotie toelaat, dan ben je zo uitgeschakeld.”

Op het afgelopen Nederlands Filmfestival leek Sven Bresser binnengehaald als de nieuwe ‘golden boy’ van de Nederlandse film. Zijn korte film L’été et tout le reste werd eerder al geselecteerd voor de filmfestivals van Venetië en Toronto en kreeg in Utrecht een Gouden Kalf. Zijn One Night Stand Free Fight werd maar liefst twee keer genomineerd: als beste tv-drama én voor allebei de hoofdrolspelers. Op het moment van spreken is hij net terug van het Spaanse filmfestival in Valladolid waar hij onder meer een diner met de Spaanse koningin bijwoonde. En dan te bedenken dat hij nog maar twee jaar geleden is afgestudeerd aan de HKU. “Ik heb officieel mijn diploma pas sinds een paar weken. Ik moest nog wat theoretische dingen uit het tweede jaar inhalen.”

Je nieuwe film Free Fight is, anders dan de titel en de MMA-setting doet vermoeden, vooral een film over een innerlijke strijd. Hoe is het idee ontstaan daar iets over te maken? “Het waren twee fascinaties die zich gingen verweven. Enerzijds de fascinatie voor de relatie tussen mijzelf en mijn broer. De fascinatie voor gesloten karakters die kwetsbaarheid wegduwen. Ik denk dat veel jonge jongens dat doen. Maar ja, in het dagelijks leven vraag ik me nog vaak af in hoeverre je niet altijd een schild op houdt in sommige situaties.
“Anderzijds was er de fascinatie voor de MMA-wereld. Ik volg die sport al zo’n drie jaar. Eerst vond ik het een walgelijke sport waar ik niet naar zou moeten kijken. Ik zag het als een soort ramptoerisme. Maar ik begon me er toch in te interesseren. Het is een pure en primaire sport waarbij mensen het uiterste uit hun lichaam halen. Ze stappen een kooi in om elkaar uit te schakelen. Het heeft iets heel ‘oers’. Maar daartegenover staat een hele theatrale, gecreëerde show, bijvoorbeeld in de aanloop naar het gevecht. In die wereld zijn kwetsbaarheid en gevoelens een taboe. Als je dat toelaat en met emotie de ring instapt, dan vecht je niet meer op techniek en geef je openingen in bijvoorbeeld je dekking. Dan ben je zo uitgeschakeld.”

Sven Bresser
Sven Bresser

Was het al snel duidelijk dat je film ook over twee broers moest gaan, aangezien de relatie met je eigen broer deels de aanleiding was? “Ja, daar is het volgens mij wel mee begonnen. Mijn afgelopen drie films gaan telkens over twee goede vrienden of een bepaalde broederschap. Daar kom ik dan altijd later pas achter, dat ik opeens denk: ‘Oh, gaat het nu wéér over twee guys en een meisje’. Uiteindelijk neem ik dat wel voor lief, maar het zijn wel van die reality-checkmomenten waarop ik denk: ‘Ben ik nu weer zo’n driehoeksverhouding aan het onderzoeken?’ Maar ja, ik geloof ook wel dat een verhaal jou kiest. En jij kiest er dan uiteindelijk voor om ermee door te gaan, of niet.”

Hoe vertaalde jullie broederband zich naar deze film? Voor mij ging de film vooral over masculiniteit en hoe mannen onderling, zoals je zelf al zei, vaak moeilijk hun harnas laten vallen. “Ja, ik zag dat eerst best wel zwart-wit. Ik dacht dat mijn broer er minder goed in is zijn emoties te tonen, of in ieder geval daarover te praten. Ik heb daar misschien beter mee leren omgaan in mijn leven. Maar langzamerhand, tijdens het schrijven, kwam ik erachter dat ik ook heel erg lijk op het Matthias-personage [de meer geharde broer, AZ]. Het echte leven is vaak te ingewikkeld voor een film, waardoor je het wat zwart-witter moet houden. Dat zijn van die grappige dingen: ik schreef het als een extreme uitvergroting van mijn broer, maar kwam er toen achter dat ik in sommige gevallen net zo ben.”

Je bent nog maar net bezig maar er is wel al een duidelijke gevoelige en toch humoristische signatuur in je films te herkennen. Hoe zou jij die zelf omschrijven? “Ik ben altijd op zoek naar een juiste balans tussen humor en drama. De verstilling en het cartooneske van een stripverhaal, dat zie ik in veel films van me terug. Dat vind ik ook interessant om te combineren: een heel tragische scène maar dan wel op die cartooneske of humoristische manier verteld. Toch durf ik nog niet echt te zeggen dat ik één vaste stijl heb. Ik denk dat die nog heel erg aan het evolueren is en dat die door blijft evolueren.”

Free Fight wordt uitgezonden op zaterdag 3 november rond 22:00 op NPO3.