Silvio Soldini over Il colore nascosto delle cose
'Als je kunt zien, ga je sneller oordelen'

Twee documentaires die hij draaide over blinden inspireerden de Italiaanse filmmaker Silvio Soldini bij het maken van deze fictiefilm. Dat merk je aan de trefzekere wijze waarop hij in de romantische komedie Il colore nascosto delle cose mensen en werelden laat botsen.
Door Ivo De Kock
Volgens semioticus Roland Barthes (1915-1980) communiceerde een advertentie voor Panzani-deegwaren ‘Italiaansheid’ via linguïstische en visuele tekens. Met dat ‘connoteren’ bedoelde hij dat er behalve de direct informatieve boodschap een tweede, onuitgesproken idee in de afbeelding besloten lag, die de nietsvermoedende consument bijna onbewust tot zich nam. Zo voelt ook Il colore nascosto delle cose Italiaans aan en ook hier is dat een kwestie van tekens en toon. Van rekwisieten, gebaren, licht, tempo en taal.
Regisseur Silvio Soldini (1958) ziet dat anders. “Het verhaal speelt in Italië en de personages zijn Italiaans maar het thema is universeel en de film internationaal,” zei de regisseur tijdens het recente Film Fest Gent. “Ik heb vaak problemen gehad met die zogenaamde Italiaanse traditie. Doorgaans worden mijn films in eigen land als te internationaal en te weinig Italiaans gezien. Dat kreeg ik te horen bij Pane e tulipani (2000), Giorni e nuvole (2007) én Cosa vogli di più (2010). Als Milanees geboren in Zwitserland ervaart men mij als on-Italiaans.” Soldini voelt zich meer verwant met Europese films dan met Italiaanse cinema, zegt hij, al is hij groot fan van Antonioni, een van de peetvaders van de moderne film. Die waardering vertaalt zich niet in Soldini’s werk. Want al kun je Il colore nascosto delle cose omschrijven als een existentiële romantische komedie, de toon is eerder luchtig dan somber. Ook al leidt de ontmoeting met de blinde Emma tot een identiteitscrisis bij Teo, een zelfverzekerde, overspelige macho, werkzaam in de reclamewereld.
Humor
Soldini’s fascinatie voor het onderwerp ontstond toen hij kennismaakte met een blinde fysiotherapeut. “Ik ontdekte een wereld die me vreemd was en waarover ik in alleen maar stereotypen dacht. Mijn idee van wat een blinde is en doet bleek niet overeen te komen met de realiteit. Dat prikkelde me om andere blinden te leren kennen en uiteindelijk een documentaire te draaien over tien blinden: Per altri occhi (2013).” Gevolgd door Un albero indiano (2014), een documentaire over de blinde beeldhouwer Felice Tagliaferri. Met de verworven kennis besloot Soldini de stap naar fictie te zetten. Volgens hem zijn de meeste films over blinden overdreven dramatisch. Daarom zette Soldini in op realisme en humor. “Dankzij het advies van mijn blinde vrienden komt het verhaal uit het echte leven”, bieden details inzicht “in hoe blinden hun leefwereld organiseren” en worden stereotypen vermeden. Sentimentaliteit omzeilt Soldini met humor en hij vermijdt overdadige pathos.
“Het was de bedoeling om twee personages te laten zien die op het eerste gezicht ver van elkaar staan,” zegt Soldini. “De een is blind, de ander werkt met beelden, met de schijn van dingen. Haar leven heeft een ander ritme, ze neemt de tijd om dingen te smaken en te voelen. Ze gaat naar de essentie van de dingen. Hij leeft in een hectische, snelle, oppervlakkige wereld.” Kunnen zien, zegt Soldini, verleidt ons om sneller te oordelen. Het is geen politieke film, meent hij, maar wel een film die iets zegt over de actualiteit: Teo staat voor een bekrompen samenleving en “via Emma ontdekt hij een nieuwe wereld, gaat hij beseffen dat het anders kan. Dat het anders moet. Wat mij boeit, zijn dingen die ons kunnen veranderen. Eigenlijk opent de man zijn ogen door een blinde vrouw tegen te komen.” Die openheid en empathie stuit “in onze conformistische samenleving op veel weerstand. Er is immers eerder een tendens naar afzondering, afkeren, vijandigheid, naar het optrekken van muren en het verstevigen van grenzen dan naar het organiseren en bevorderen van een ontmoeting met de ander.”
Claustrofobisch
Daarom vond Soldini dit verhaal over ‘verandering door kennis’ zo relevant: “Doordat we angst hebben voor wat ons scheidt worden we blind voor de zaken die we gemeenschappelijk hebben, die we delen. Dankzij Emma maakt Teo kennis met een andere wereld, krijgt hij nieuwe, andere ervaringen. Toch ontdekt hij dat Emma in wezen niet zo anders is. Emma is ook een mens met gevoelens, verlangens, dromen en herinneringen. Ze mag niet gereduceerd worden tot een ‘geval’. Precies wat wel met vluchtelingen gebeurt. Ook daar moeten we onze blik menselijker maken zodat we ons niet langer onmenselijk gedragen.” De twee bezoeken aan een donkere kamer in de film zijn dan ook heel symbolisch. “Teo’s laatste gebaar is belangrijk,” stelt Soldini, “hij stort zich in de duisternis, in zijn onwetendheid. Hij volgt Emma in haar wereld. In het begin van de film ontmoet hij Emma ook in het donker maar hij leeft dan nog in zijn eigen wereld. Wanneer de afstand tussen hen verdwijnt, kan hij ook echt haar wereld binnentreden.”
Soldini stelt niet alleen de blik van zijn mannelijke personage op de proef. Door het 4:3 beeldformaat af te wisselen met een 16:9 formaat houdt hij ook de kijker bij de les. “Samen met cameraman Matteo Cocco besloot ik om twee realiteiten te creëren,” zegt Soldini. “Die van Teo en die van Emma. Vanuit zijn standpunt verbreden het traditionele formaat en een anamorfische lens de ruimte en zien we de wereld zoals we die zelf zien. Vanuit haar standpunt kijken we naar een minder vertrouwde wereld: het beeld is vager en via het claustrofobische beeldformaat kruipen we dichter bij haar.” Een visuele manier om ons te verplaatsen in de emoties van ‘de ander’. Zoals Soldini aangeeft, “bij een film over blindheid en blinden past reflectie over kijken.” Zijn mise-en-scène is dan misschien vooral functioneel, maar hier zie je de hand van de (Italiaanse) auteur.