Sergei Loznitsa over Donbass

De diepste bodem van de hel

Sergei Loznitsa

Sergei Loznitsa geeft in zijn zwartgallige, satirische Donbass een grotesk beeld van de dagelijkse realiteit in het Oekraïense conflict­gebied, want: ‘Het groteske is de enige vorm waarin we nog kunnen tonen wat er op dit moment in de wereld aan de hand is.’

Sergei Loznitsa werd geboren in Wit-Rusland (toen het nog onderdeel van de Sovjet-Unie was) en leerde het filmmaken in Moskou. Inmiddels woont hij in Berlijn. Maar sinds het conflict tussen Rusland en Oekraïne in 2014 oplaaide, noemt hij zichzelf expliciet een Oekraïense filmmaker – hij groeide op in Kiev, waar hij tien jaar voor hij zich op het filmmaken stortte ook zijn universitaire graad in toegepaste wiskunde behaalde.
In zijn gevierde documentaire Maidan (2014) toonde Loznitsa al de Oekraïense volksprotesten in 2013 en 2014. Toen leek er hoop te gloren. Nu toont Loznitsa het harde leven in het oorlogsgebied aan de oostelijke grens van het land in zijn vierde speelfilm Donbass, waarmee hij op het afgelopen filmfestival van Cannes de regieprijs in de tweede competitie Un Certain Regard won.

De film bestaat uit een reeks vignetten van het dagelijkse leven in het gebied, waar Russische en Oekraïense legertroepen elkaar bevechten en ondertussen allerlei criminele bendes lokaal de macht hebben gegrepen. Loznitsa’s gewelddadige flarden lijken te erg om waar te zijn. Maar ze zijn stuk voor stuk direct gebaseerd op filmpjes die Loznitsa op diverse online videoplatforms vond, vertelde de regisseur tijdens een geanimeerd groepsgesprek in Cannes. Die wetenschap maakt de groteske chaos die de film in beeld brengt des te schokkender.

Het lijkt wel of u met iedere film extremer wordt. “Volgens mij ben niet ik het die extremer wordt, maar de wereld om me heen. Er is oorlog in mijn land, net als op veel andere plekken. De hele wereld lijkt te balanceren op het randje van oorlog en vrede. Dat doet iets met je.”

Wanneer was u zelf voor het laatst in de Volksrepubliek Donetsk? “In 2010. Dus ruim voordat het de Volksrepubliek Donetsk werd genoemd!”

U heeft het conflict dus niet aan den lijve ondervonden. “Maar ik heb wel het leven in Oekraïne, in Rusland, in de Sovjet-Unie meegemaakt. Als je denkt dat dat drastisch anders is, heb je het mis. Het enige verschil is dat er tot nu toe alleen in het Donetsbekken een openlijk conflict is. Maar datzelfde potentiële conflict bestaat latent in de hele regio. In essentie is dat een conflict tussen twee mentaliteiten: het archaïsche en de moderniteit.”

Wat bedoelt u met archaïsch? “Het is een conflict tussen een wens om terug te keren naar de Sovjet-Unie en het verlangen om onderdeel te zijn van Europa, de Europese waarden te accepteren en op een Europese manier verder te ontwikkelen. Het almaar verder afglijden van Rusland richting een stalinistische staat, dat is archaïsch. De mensen doen er niet toe, het doel heiligt alle middelen, en één persoon heeft totalitaire macht. Een complete afwijzing van de rechtsstaat, van vrijheid van onderneming, van mensenrechten – al die verworvenheden van de moderniteit.”

Komt u in uw land in de problemen als u in dit soort gesprekken dingen zegt? Lachend: “Wat is mijn land? Als we het over Oekraïne hebben: nee, daar geeft dat geen problemen. Gisteren was de vicepremier bij de première, en hij was heel lovend over de film.”

Heeft hij hem dan wel begrepen? De film is, zacht gezegd, nogal kritisch. “Zeker, maar men staat open voor kritiek. Let wel: ik heb het over Oekraïne, niet over het bezette gebied dat ik in de film toon. Uit die regio is iedereen weggevlucht. De enigen die er zijn achtergebleven, zijn de arme drommels die geen enkele mogelijkheid hebben om er weg te komen.”

De film is nihilistisch. Voelt u nog hoop? “Geen enkel conflict kan worden opgelost als de bron ervan niet wordt aangepakt. Daar lijkt in dit geval nog niemand toe bereid. Oekraïne zal dit gebied nooit afstaan aan Rusland, want dat zou Rusland aanmoedigen verder uit te breiden en meer gebieden te bezetten. Tegelijkertijd heeft Oekraïne niet de mogelijkheid het gebied terug te veroveren. Dus het conflict zal doorsudderen.”

Hoe koos u welke filmpjes u wilde recreëren? “Ik had meerdere selectiecriteria. Ik wilde verschillende aspecten van wat er gebeurt laten zien, diverse beelden van hoe de oorlog het leven daar beïnvloedt. Ik wilde mensen uit verschillende sociale lagen tonen. En een belangrijke rode draad is corruptie – eigenlijk draait alles om corruptie en diefstal.”

Waar haalde u uw filmische inspiratie vandaan? De absurditeit doet denken aan het werk van Roy Andersson. “Hij was absoluut een voorbeeld, net als Luis Buñuel. Zijn laatste film The Phantom of Liberty toonde al de ‘groteskisering’ van de wereld, die inmiddels als nooit tevoren om zich heen slaat. Het groteske is de enige vorm waarin we nog kunnen tonen wat er op dit moment in de wereld aan de hand is. Daarin is geen ruimte voor serieuze personages – als je er een held in zou zetten, wordt het direct een tragedie. In het dagelijks leven worden we constant blootgesteld aan het groteske, door alle leugens in het nieuws, en de maskers die mensen dragen om die leugens te verbergen.”

Maar bij het woord ‘grotesk’ denken we vaak aan een uitvergroting van de realiteit. Kan dat nog wel? “We leven inderdaad in een realiteit die weinig ruimte voor uitvergroting biedt; alles is al overdreven genoeg. Het doet me denken aan een Russisch gezegde: ‘Net wanneer je de diepste bodem van de hel hebt bereikt, hoor je plotseling van onder de grond iemand kloppen’. Met andere woorden: het kan altijd nog erger!”