Pablo Berger over Blancanieves
'The Artist is de ambulance waar ik achteraan kan rijden'

Pablo Berger (foto Nichon Glerum (IFFR))
Blancanieves bewijst dat The Artist geen incident was: ook deze zwart-witte, zwijgende film weet een groot publiek te behagen. De Sneeuwwitje-vertelling staat bol van de filmverwijzingen, want regisseur Pablo Berger is "eerst filmliefhebber en dan pas filmmaker".
Door Joost Broeren
Terwijl men in Hollywood inzet op digitaal en 3D, is er in Europa een select groepje filmmakers die de andere kant op denkt en voor grote publieksfilms teruggrijpt op de oorsprong van de film: zwijgende cinema. Na het grote succes van The Artist (Michel Hazanavicius, 2011) is er nu het Spaanse Blancanieves, dat het sprookje van Sneeuwwitje verplaatst naar het Spanje van de jaren twintig.
Maar denk niet dat het een gimmick is, bezweert regisseur Pablo Berger, die al sinds 2003 aan het project werkte: de vorm komt onlosmakelijk voort uit zijn verhaal. "Ik zag een serie foto’s van stierenvechtende dwergen uit het fantastische boek España oculta van Cristina García Rodero uit 1989, die twintig jaar het land afreisde om foto’s te maken van de fiesta’s in allerlei dorpen", legt Berger uit. "Direct stelde ik me daarbij voor dat Sneeuwwitje in stierenvechterspak tussen die dwergen in zou staan. Daarna vielen alle puzzelstukjes op hun plek: natúúrlijk kan Sneeuwwitje vermengd worden met Todd Brownings Freaks; natúúrlijk kan de koning veranderen in de grootste stierenvechter aller tijden; natúúrlijk wordt de goede koningin dan een beroemd zangeres. Sprookjes zijn fantastisch bronmateriaal voor een filmmaker, want niemand maalt erom of je respectvol met de bron omgaat. Ik benaderde het zoals een jazzmuzikant een compositie aanpakt. Dat verhaal van de gebroeders Grimm, dat ik van haver tot gort ken, was de basismelodie, maar waar ik dat wilde kon ik improviseren met andere elementen: verhaallijnen toevoegen, nieuwe karakters bedenken."
Lasagne
De knipoog naar Todd Brownings filmisch rariteitenkabinet Freaks uit de jaren dertig is overigens lang niet de enige filmische verwijzing die in Blancanieves voorbij komt. Integendeel: de film staat bol van de citaten uit de (zwijgende) films van filmmakers die Berger bewondert. "Franse makers als Jacques Feyder, Jean Epstein en Abel Gance; Pabst en Murnau in Duitsland; Scandinaviërs als Victor Sjöström en Carl Dreyer. Ik ben een groot liefhebber van de zwijgende film, sinds die tijd is er niets écht nieuws gebeurd. De komst van geluid is in feite een stap terug: film werd gefilmd theater."
Maar denk niet dat Blancanieves aanvoelt als een film die na decennia ergens in een kluis werd teruggevonden: net als The Artist is de film sprankelend en wervelend. "Ik wilde geen nostalgische film maken. Vergeet niet: Abel Gance was de meester van de snelle montage; Dreyer gebruikte al extreme close-ups, vol échte emotie zonder make-up; bij Murnau was de camera al constant in beweging. Maar ik kan geen film maken die alleen op andere films is gebaseerd — er zit juist heel veel van mijzelf in Blancanieves. Zie het als een lasagne: die hommages zijn één laag. Maar er is ook een laag humor, en een laag verrassing. En de dikste laag, de saus die alles bindt, is de emotie, en die komt vanuit mijzelf. Natuurlijk: de film kijkt terug en speelt met de vertelstijl van de zwijgende film, en de cinefiel kan al die verwijzingen eruit puzzelen, maar het publiek dat niet intiem bekend is met de zwijgende film kan er óók van genieten. Blancanieves heeft niet het tempo van een film uit de jaren twintig en voor de ruim vijfhonderd shots met visuele effecten gebruikten we de nieuwste technieken. Maar hij is wél opgenomen op celluloid, op Super-16mm met kleine camera’s zodat we ze overal konden plaatsen."
Voor gek verklaard
Dat Berger in zijn brede opzet geslaagd is, heeft het grote succes van de film in Spanje wel bewezen. Dat moet een opluchting zijn geweest, na de acht jaar scharrelen en schrapen om de film gemaakt te krijgen. "Direct nadat mijn eerste film Torremolinos 73 in 2003 was uitgekomen, gaf ik dit scenario aan mijn producent. Maar toen op pagina één al de opmerking ‘zwart-witte zwijgende film’ zag staan, verklaarde hij me voor gek. Hij was ervan overtuigd dat de film er nooit zou komen, en dat er zelfs áls hij gemaakt zou worden geen publiek voor zou zijn."
Juist toen Berger met veel pijn en moeite het budget voor zijn film bij elkaar had gekregen en de opnamen op het punt van beginnen stonden, werd The Artist in Cannes gepresenteerd. "Dat was schrikken — ik was acht jaar bezig geweest, en ineens ging iemand met mijn idee aan de haal! Maar al snel ben ik The Artist gaan zien als de ambulance waar ik met mijn auto achteraan kan rijden. Want als er een publiek voor The Artist was, dan zou er ook een publiek voor mijn film zijn. Dat is ook zo gebleken — ook andersom, trouwens: in Spanje vertelden mensen me dat ze The Artist zijn gaan kijken omdat ze Blancanieves mooi vonden."