Monique van Schendelen

De kunst van filmpromotie

  • Datum 26-09-2013
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Foto Angelique van Woerkom

Als filmjournalisten het jammer vinden dat je als filmpublicist stopt met je werk, heb je het goed gedaan. Het overkomt Monique van Schendelen (64), die eind dit jaar met pensioen gaat. Voor één keer prijst ze geen film aan, maar praat ze over zichzelf en het publiciteitsvak.

Door Jos van der Burg

Natuurlijk, we hadden het kunnen weten. Toen er schoolverkiezingen waren op het gymnasium in Heemstede waarop Monique van Schendelen zat, verzorgde zij de verkiezingscampagne. Ze wilde niet in de leerlingenraad zitten, maar wel campagneleider zijn. "Enthousiasmeren en wervende teksten op lakens schrijven, lag me beter." Toch duurde het nog even voordat Van Schendelen, die opgroeide in een tien kinderen — acht meiden, twee jongens — tellend katholiek gezin, de weg naar de publiciteitswereld vond. Van Schendelen had namelijk naast organisatietalent ook een creatieve kant. In haar jeugd won ze tekenwedstrijden, die haar geen kinderachtige prijzen opleverden maar reisjes naar Rome, Londen, Parijs en New York. De kunstacademie lag voor de hand, maar ze zakte voor het toelatingsexamen van de academie in Utrecht. "Mijn werk was niet kunsterig genoeg." Erg rouwig was ze niet over de afwijzing. "Ik voelde dat ik niet goed genoeg was om het echt te maken in de kunst. Dat zou armoede worden en daar voelde ik niet voor."
Die laatste opmerking illustreert dat Van Schendelen ook al vroeg een flinke dosis pragmatisme en nuchterheid bezat. Ze had het niet van vreemden. "Mijn ouders wilden dat al hun kinderen, zowel de jongens als de meiden, een goede schoolopleiding kregen en een vak leerden. We moesten ons eigen brood kunnen verdienen." Kwam dat even goed uit dat hun dochter Monique nog een talent had. "Ik was op het gymnasium heel goed in wiskunde en heb zelfs nog aan de Wiskunde Olympiade meegedaan." Wie inmiddels denkt dat Van Schendelen alles kon: dat was niet zo. De keuze voor een universitaire studie wiskunde was geen succes ("’waar begin ik aan, dacht ik in de collegezaal"). Ook de overstap naar rechten pakte niet goed uit, want ook bij die studie haakte ze af. "Ja, de start was niet ideaal", zegt ze lachend.

Margarita’s
Van Schendelen bleek een kwaliteit te hebben die bepalend werd voor haar werkzame leven. "Ik ben ongeduldig en wil de handen uit de mouwen steken." Met die instelling rolde ze de muziekindustrie in. Eerst als medewerker bij het platenlabel van Philips ("Ik mocht kasten opruimen"), maar al snel bij CNR Records. Daar leerde ze het publiciteitsvak. "Ik kreeg een autootje onder mijn gat om met platen naar Hilversum te rijden. Ik moest er dj’s bewerken, zodat ze onze platen zouden draaien." Ze leerde er "hard werken, knokken voor mijn product en timen, het op het juiste moment iets aan iemand vragen." Ze leerde nog iets, wat ze van thuis niet had meegekregen. "Ik zag dat mensen die niet op het gymnasium maar op de Mulo hadden gezeten, ook iets in hun mars konden hebben."
Na CNR volgden EMI Bovema ("Pussycat brak er in mijn tijd door met Mississippi") en Barclay, waarna ze hoofd publiciteit werd bij het label Ariola. Uit haar hoofd somt ze een lange lijst bands op van wie ze de platen promootte: Herman Brood, Gruppo Sportivo, Phoney And The Hardcore, The Bintangs, maar ook buitenlandse groepen, waaronder Spandau Ballet, Orchestral Manoeuvres In The Dark en The Specials. Mooie tijden waren dat, zegt ze, met veel maffe gebeurtenissen, zoals het (publiciteits)huwelijk van Herman Brood met Nina Hagen, dat gevierd werd in de tuin van Ariola. Van Schendelen maakte Brood ook mee tijdens de in drugs en drank gesmoorde poging om in de Verenigde Staten door te breken. "Amerikaanse journalistes smolten voor hem als hij ’s ochtends met grote Margarita’s interviews deed, maar hij stond ook voor anderhalve man en een paardenkop handtekeningen uit te delen in winkelcentra."

Kakelen
Ze had in de muziekindustrie kunnen blijven, maar dan zou ze een echte manager zijn geworden en dat trok haar niet. "Ik ben geen manager. Als hoofd publiciteit bij Ariola ging ik nog steeds zelf op pad." Enter de filmwereld, want Van Schendelen werd woordvoerder van Filmnet, een van de eerste twee Nederlandse betaalzenders. Dat was in 1985. Wie Van Schendelen nu kent van haar compacte informatieve persberichten zal verbaasd zijn dat haar eerste persbericht bij Filmnet in de prullenbak verdween. "De marketingjongen vond het niet goed. Achteraf had hij helemaal gelijk." De overstap naar de filmwereld paste bij haar, want ze was altijd al een filmliefhebber. "Het hele spectrum sprak mij aan. Ik ging net zo makkelijk naar een arthouse- als een commerciële film." Een jaar lang was ze wekelijks te gast in een VARA-radioprogramma om over film te praten, in de woorden van Van Schendelen: "Met flair en enthousiasme kakelen".
Lang verhaal kort: Filmnet raakte in de problemen en ontsloeg bijna alle medewerkers, waarna advocaten in de arena verschenen. Voor Van Schendelen sleepten zij er een ontslagvergoeding uit. "Het was een aardig bedrag, dat ik braaf opzij heb gezet voor mijn pensioen." Daarna is ze nooit meer in dienst geweest bij een bedrijf. Haar werk als freelancer — haar eerste klant was distributeur Concorde Film van Robert Wijsmuller — leidde snel tot de oprichting van haar publiciteitskantoor MVSP (Monique Van Schendelen Publiciteit). In de zevenentwintig jaar die volgden heeft ze de publicitaire promotie gedaan van vele honderden films. Haar werkwijze? "Ik werk planmatig, omdat ik overzicht en controle wil hebben. Elke operatie begint met een persbericht, want dat dwingt me om essentiële zaken te formuleren. Persberichten moeten compact zijn. Verder vind ik het belangrijk dat ik van iedere recensent weet hoe hij over film schrijft. Daarom ben ik geabonneerd op alle kranten en haal ik iedere morgen Metro en Spits. Ook lees ik de opiniebladen. Dat is essentieel om in te schatten of een recensent iets kan met een film."
Bij recensenten zoekt ze altijd naar ‘een haakje’, waarmee ze aan de gang kan. Als voorbeeld noemt ze de eerste persvoorstelling van Martin Koolhovens Oorlogswinter. "We hadden geen idee hoe de film zou vallen, omdat Zwartboek al uit was en het een jeugdboekverfilming was. Toen jij na de persvoorstelling mompelde dat de film beter was dan Zwartboek, had ik een haakje. Ik wist toen dat ik een weg kon bewandelen met de film. Er hoeft maar één iemand zoiets te zeggen en dan heb ik iets waarmee ik aan de slag kan."

Doktersromannetjes
Van Schendelen is nooit een film tegengekomen waaraan geen haakje viel vast te maken. "Dat komt doordat de meeste films tussen, laat ik het positief zeggen, een vijf en een acht zitten. Het is aan mij om bij recensenten van een vijf een zes en van een zes een zeven proberen te maken." Lachend: "Daar ben ik misschien wel een beetje handig en gehaaid in. Ik wil graag winnen." Het knappe van Van Schendelen is dat ze altijd de indruk wekt bij recensenten dat winnen maar bijzaak is. Ze zit recensenten niet op hun nek. "Ik zal nooit meteen na de film vragen wat een recensent van de film vindt. Dat doe ik niet, omdat ik dat ook niet zou willen. Ik vind dat hijgerig. Een film moet bezinken. Ook vind ik dat de band met de mensen in het speelveld niet te hecht moet zijn. Ik hou van een zekere afstand. Ik heb collega’s die gezellig iedereen kussen, maar dat doe ik niet." Ze zegt het niet, maar straalt wel uit dat ze er trots op is dat recensenten haar waarderen "zonder dat ik ze om de hals val, slijm of op mijn knieën lig".
Omgekeerd waardeert zij recensenten ("de meesten zijn ongelofelijke filmliefhebbers, die met hun kritische oog iedereen scherp houden"), maar ze heeft ook kritiek. "Ik vind dat critici niet iedere film moeten afzetten tegen de betere arthousefilms. Het is in de filmwereld net als in boekenwereld: je hebt literatuur, maar ook streekromans en doktersromannetjes. Die moet je niet met elkaar vergelijken. Daarin ben ik wel eens teleurgesteld. Een film als Verliefd op Ibiza is gewoon een hartstikke leuke pretentieloze film. Geen film die Cannes haalt, maar één waar veel mensen met plezier naar kijken. Ik vind dat die film ten onrechte door sommige media is afgeserveerd." Ze wil er niet mee zeggen dat artfilms worden overgewaardeerd. "Eigenzinnige artfilms moeten vooral gemaakt blijven worden, net als kleine dichtbundels. Kranten moeten daar veel aandacht aan besteden, maar recensenten moeten niet denigrerend doen over Nederlandse genrefilms."
"Er is heel weinig en heel veel veranderd in de Nederlandse filmwereld. Uiteindelijk gaat het om het speelveld en dat is niet veranderd. Het is nog steeds een ‘people’s business’. Je hebt te maken met distributeurs, producenten, regisseurs, acteurs en de media. Het enige nieuwe is dat acteurs tegenwoordig allemaal een agent hebben. Mijn taak is het genereren van zoveel mogelijk publiciteit met inachtneming van de gevoeligheden van alle partijen. Daarbij gaat het vooral om free publicity. Dat is allemaal niet veranderd, maar vroeger was het allemaal wel veel kleiner. Er gingen veel minder films uit."
Van Schendelen uit de filmwereld, het zal wennen zijn. Zelf kan ze het ook nog niet helemaal geloven. "In principe ga ik eruit, maar zeg nooit nooit." Wat ze ermee bedoelt? Ik ga zeker niet weer karren trekken, maar een adviesdingetje of met iemand een koffietje drinken kan ik me nog wel voorstellen." Na een stilte. "Ik hoop dat je van al dit geleuter wat kan bakken."

De tien gebo­den van Monique van Schendelen

Van film houden
Hard willen werken
Geen uurtje factuurtje
Gefocust zijn
Verlies kunnen nemen
Niet rancuneus zijn
Straight zijn
Niet kussen
Mensenkennnis hebben
Realistisch zijn