Lichting 2025: Tim Smink over Closing Hour
‘Je kan met animatie ook volwassen horror maken’
Closing Hour
In aanloop naar de Studentencompetitie op het Nederlands Film Festival interviewt Filmkrant afgestudeerde filmtalenten van verschillende academies. Ergens halverwege de Japanse en Franse animatietradities maakte Tim Smink (HKU) met Closing Hour een realistisch ogende, ingetogen horrorfilm voor volwassenen – die langer lijkt dan z’n acht minuten. “Ik hoop dat ik misschien een trend kan zetten.”
Als enige in zijn afstudeerjaar aan de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht (HKU) maakte Tim Smink een echte horrorfilm, “met spanning, bloed, monsters en dat soort dingen”. Zijn korte animatie Closing Hour ziet hij als voorbeeld van het soort “volwassen horror” waarvan hij hoopt dat het ooit een serieuze plek kan veroveren in Nederland. Voorlopig richt Smink zijn blik op de twee animatielanden die hem het sterkt beïnvloed hebben: Frankrijk en Japan.
Ik heb de indruk dat horror langzaam meer geaccepteerd raakt in de Nederlandse filmwereld. Hoe ligt dat momenteel op de HKU? “Ik heb veel steun gekregen voor Closing Hour, ook omdat het binnen de studie toch nog wel uniek is. Studenten en docenten reageerden echt enthousiast. En motiveerden me vooral om de volwassener thema’s te versterken.”
Maar het blijft ongewoon? “Bij studenten merk ik wel dat horror populairder wordt. En er waren dit jaar ook andere films met horrorelementen. Maar Closing Hour was wel de enige die echt vol ging voor horror, spanning, bloed, monsters en dat soort dingen. Ik hoop dat ik hiermee misschien een beetje een trend kan zetten en dat mensen zien van, oh ja, je kan met animatie dus ook volwassen horror maken.”

Ik zag toevallig net de speelfilm Together [Michael Shanks, 2025], waarin realistische relatieproblemen worden vertaald naar monsterlijke horror – net als in Closing Hour. Jouw film zou daarbij een geweldige voorfilm kunnen zijn. “Dat zou echt top zijn, als zoiets kon. Ben ook benieuwd naar die film. En ja, ik begon met het idee van een toxic relatie tussen een man en een vrouw. En dat er dus duidelijk iets mis is met hem. Hij is misschien gewelddadig, hij blijft appjes sturen, hij is een beetje stalkerig. En daarmee wilde ik de horrorkant op. En van hem dus letterlijk een monster maken. En dat die vrouw dan letterlijk de relatie in de hens zet. Zo van, ik geef het op, je bent een monster, ik stop hiermee.”
Als je het zuiver realistisch zou verfilmen, zou je niet zo ver kunnen gaan. “Je kan echt lekker over de top met horror. Realisme is een beetje te droog voor mij. Ik houd van impact en met animatie kun je met meer wegkomen, omdat het al een laag verwijderd is van de realiteit. En misschien raak je de kijker dan juist wel meer.”
Toch blijf je in je stijl wel dicht bij live action. “Ik dacht dat als ik meer richting een cartoonstijl zou gaan, dat ik dan publiek zou kwijtraken. Zoiets als Cartoon Network – Ed, Edd n Eddy, The Powerpuff Girls. Als ik dan over de top ga, wordt het misschien te komisch.”
Hoewel, als je de Powerpuff Girls in de fik zou steken, zou dat bij een deel van het publiek best hard aan kunnen komen. “Haha, ja, dat is waar. Maar ik merk ook dat ik gewoon meer empathie voel voor personages die realistischer zijn. Die meer op ons lijken.”
Ook je camerawerk en montage volgen wat we kennen uit live-action films. “Ik houd ook gewoon erg van live action. Ik ben klassiekers gaan kijken, zoals Alien [1979] en The Thing [1982]. Ik wilde het ingetogen houden. Als ik heel gestoord ga doen met camerabewegingen of abstracties, raak ik denk ik ook weer mensen kwijt. En sowieso houd ik meer van stilstaande beelden met een sterke compositie, waarin mensen acteren. En als het dan enger wordt, gaat de camera meer bewegen. Net als in live action.”
Closing Hour duurt acht minuten, maar voelt langer. Je zou kunnen denken: ik laat hem langer lijken door er zo veel mogelijk in te proppen. Maar jij doet het tegenovergestelde. Aan het begin neem je bijna een minuut om iemand een sigaret te laten roken. En het werkt. “Ik heb shots zo veel mogelijk uitgerekt, om te kijken hoever ik kon gaan om de spanning op te bouwen. En om de kijker empathie te laten voelen voor de personages. Dus daarom heb ik haar de eerste minuten alleen een sigaret laten opsteken, ze hoort misschien iets, ze zit op haar telefoon, en op die manier bouw ik het langzaam op totdat er abrupt iets gebeurt. En toen dacht ik, oké, ik ga het ook nog zo lang mogelijk rekken zonder muziek, maar met alleen een soort brom, als een koelkast die een beetje herrie maakt. En niet zoals veel klassieke horrormuziek die al voorspelt waar het heen gaat. Ik wilde niks voorspellen. En de kijker zo lang mogelijk met het gevoel laten zitten: oh shit, waar ben ik nu in beland?”
Ik herken anime in je film, maar het voelt tegelijk Europeser. “Mijn grootste inspiraties waren inderdaad anime en een paar Franse shorts en series. In anime is veel horror te vinden. Ik ben bijvoorbeeld gek op Junji Ito, een mangaschrijver die heel heftige bodyhorror maakt en eigenlijk hetzelfde doet als ik: alledaags beginnen, met bijvoorbeeld een meisje dat naar school gaat, en dat haar leven dan opeens overhoop wordt gegooid doordat haar vader een monster blijkt. Ik merk ook dat anime goed over genres heen kan stappen, van actie naar horror naar thriller, en niet bang is voor heftiger beelden dan we in Nederland gewend zijn. En daarnaast had ik Franse voorbeelden. Mijn grootste inspiratie was waarschijnlijk Jérémie Périn, die in 2011 een muziekvideo heeft gemaakt, DyE Fantasy. Die keek ik toen ik een onschuldig jongetje was en nog helemaal niet into horror. Toen zag ik voor het eerst, oh, animatie kan heel shockerend zijn en bloederig en volwassen. Daarvoor dacht ik dat het alleen voor kinderen was. Vooral deze muziekvideo gaf me het idee: zoiets zou ik misschien ook wel willen doen.”
Jouw stijl doet me inderdaad denken aan Frans-Japanse combinaties. Bijvoorbeeld Michael Dudok de Wits The Red Turtle [2016], die hij voor de Japanse studio Ghibli maakte met een Frans team. Of Le sommet des dieux [2021] van Patrick Imbert, een mangaverfilming. “Dat lijkt inderdaad een beetje op mijn stijl. Het is ook dat ik erg houd van de details in anime, maar afhaak bij de grote ogen. Terwijl de Franse animatie meer uitgaat van gewone proporties, waarbij ik me makkelijker kan inleven.”
Heb je de ambitie om hiermee verder te gaan? “Ik hoop het. Ik ga eerst op vakantie, want dit was een heel lange film om te maken. Maar daarna wil ik verdergaan met animeren aan de actiehorrorkant. Ik heb ook al ideeën voor andere shorts, ook met realistische settings en personages en dat het dan opeens switcht naar horror. Hopelijk ziet een fonds daar wat in. Maar eerst wil ik meer aan mijn techniek werken. En misschien ziet een animatiestudio Closing Hour en denkt: wij hebben wel behoefte aan iemand zoals jij.”
Denk je dat dat in Nederland kan? “In Nederland zou ik niet meteen weten welke studio behoefte heeft aan horror; ik denk dat de studio’s in Frankrijk meer bij mij passen. Maar eerst mijn Frans een beetje bijspijkeren. En als ik echt veel beter wordt, kan ik gaan kijken naar Japan. Maar dat is echt een droom voor later.”
Tijdens het Nederlands Film Festival (26 september t/m 3 oktober 2025) is een selectie van de afstudeerproducties van de Nederlandse film- en kunstacademies te zien.