Lichting 2021: Vincent Sparreboom over At the Feet of My Mother

'Ik wilde mezelf bewijzen dat ik iemands vertrouwen kon winnen'

At the Feet of My Mother

In de aanloop naar de Studentencompetitie van het Nederlands Film Festival interviewt de Filmkrant wekelijks vers afgestudeerd filmtalent van verschillende academies. Vincent Sparreboom (HKU) geeft in At the Feet of My Mother een indrukwekkende weergave van de familieopstelling, een therapievorm uit de systeempsychologie. “Er waren momenten tijdens het draaien dat ik door de tranen in mijn ogen niet zag of het beeld scherp was.”

In zijn vorige korte documentaire Mama mania nam Vincent Sparreboom ons mee in de relatie met zijn bipolaire moeder. Als zorgzame zoon behoedde Sparreboom haar daarin voor een dating scam. De documentaire werd geselecteerd voor Rialto for Short en door het artikel van Mariska Graveland daarover in de Filmkrant, werd Sparreboom geconfronteerd met het woord ‘parentificatie’.

“Ik wist wel dat ik een aparte relatie met mijn moeder had en dat ik daar een film over wilde maken, maar ik kende die term nog niet”, vertelt Sparreboom. “Toen ik het ging opzoeken las ik over de omkering van rollen en kinderen die op een bepaalde manier voor hun ouders zorgen. Alles viel op zijn plaats. Dat gaf een gevoel van erkenning. En tegelijkertijd dacht ik: hier kan mijn volgende film over gaan.”

Zijn research naar dat onderwerp leidde hem vervolgens naar de familieopstelling, te zien als een psychotherapeutisch tableau vivant waarin deelnemers een vraagstuk van degene die centraal staat uitspelen. “Een goede vriend vertelde me dat hij een familieopstelling had gedaan. Hij zat daarin aan de voeten van zijn moeder. De systeemtherapeut fluisterde zijn moeder in te zeggen dat het ok zo was, dat haar zoon mocht loslaten en niet meer voor haar hoefde te zorgen. Toen ik dat hoorde klonk het ontzettend herkenbaar en wist ik meteen dat hier mijn film in zat.”

Vincent Sparreboom

Wist je toen ook meteen dat jij deze keer, in tegenstelling tot bij Mama mania, niet zelf een hoofdpersoon moest zijn? “Dat was wel een van de doelen die ik mezelf had gesteld. Ik wilde aan mezelf bewijzen dat ik iemands vertrouwen kan winnen om iets persoonlijks, intiems over hen te mogen vertellen. Daarin zat voor mij ook de uitdaging in dit project. Maar het blijft natuurlijk persoonlijk.”

Hoe vond je mensen – in dit geval een groep van elf deelnemers – die ermee akkoord gaan zoiets persoonlijks als therapie vast te laten leggen? “Het is inderdaad iets heel intiems. De groep in de film heb ik daarom zelf samengesteld, die is puur hiervoor geconstrueerd. Aanvankelijk ging ik naar lotgenotenbijeenkomsten om heel organisch en rustig mensen te leren kennen, maar ik was maanden bezig en had nog maar één persoon gevonden. Mijn producent Meggy Gerritsen stelde voor om een oproep uit te zetten via therapeuten, en tot mijn verbazing kwamen er tientallen reacties binnen. Ik heb iedereen een-op-een gesproken, iets van dertig intakegesprekken die meteen over vroegkinderlijk trauma gingen. Dat waren behoorlijk heftige weken.”

Van die elf deelnemers stel je één persoon centraal: Lucien. “Klopt. Het slagen van zo’n sessie hangt van zo veel omstandigheden af en daarom filmden we de familieopstelling van alle elf de deelnemers. Toen we de opstelling van Lucien draaiden stond ik op een gegeven moment met tranen in mijn ogen. En maar hopen dat het scherp is, want ik zag het niet duidelijk meer (lacht). Wat ik heel mooi vond is dat hij graag wilde, en tegelijkertijd ook iets moest overwinnen. Je ziet ook dat hij heel loyaal is naar zijn ouders. De combinatie van weerstand en openheid vond ik heel interessant.”

Als kijker krijg je geen details over Luciens concrete situatie of trauma, maar toch voelt het ontzettend intens. Heb je getwijfeld of je te weinig informatie gaf om alles duidelijk te maken? “Dat had ik zeker. Ik had het gevoel dat er meer uitgevraagd moest worden. Deze therapeut werkt veel intuïtiever, meer op basis van observatie: hoe kijk jij weg, hoe is je lichaamshouding. In dit geval was het startpunt van de therapie een situatie die voorafging aan de opstelling. De therapeut haakte aan op een gedragspatroon van Lucien en dan gaat het niet meer om iets aanwijsbaars dat je hebt meegemaakt. Ik heb nog geprobeerd die hele situatie mee te nemen in de film, maar dat zou veel te lang worden.”

Je twee meest recente films hebben allebei een heel persoonlijke insteek. Blijf je je op zulke persoonlijke projecten richten? “Nee, ik wil zeker niet alleen maar persoonlijke films maken. Ik hoop dat ik wel uit dezelfde bron kan blijven putten, maar het steeds breder kan trekken. De zorg voor je ouders, de behoefte om gezien te worden die daaraan vastzit, dat kan je natuurlijk op veel meer mensen en thematieken betrekken. Ik hoop dat ik een beweging maak van mezelf vandaan, maar wel mezelf meenemend.”


At the Feet of My Mother is op 21 november te zien bij HKU x Melkweg in de Melkweg, Amsterdam en 10-11 december tijdens de Studentencompetitie van het Nederlands Film Festival.