Kornél Mundruczó over TENDER SON
Het monster en het meisje

Foto Angelique van Woerkom
Mary Shelleys Frankenstein draaide niet om de moorden van de monsterlijke creatie maar om de vraag wie het echte monster is: de uit dode materie opgetrokken kolos of de man die hem tot leven brengt en in het ongeluk stort? Kornél Mundruczós tender son — the frankenstein project is een vrije bewerking van het verhaal. We spraken Mundruczó tijdens het Filmfestival van Cannes.
Van Frankenstein is het een kleine stap naar het opvoeden van een kind. De Hongaarse regisseur Kornél Mundruczó (1975) verwijderde voor zijn bewerking alle wetenschappelijke hocus pocus uit Shelleys verhaal en verving het monster door een jongen die z’n biologische moeder opzoekt na jaren in een weeshuis te hebben gezeten. tender son speelt zich voornamelijk af in een vervallen, labyrintisch gebouw in Boedapest waar de moeder met haar dochter en haar gewelddadige echtgenoot vrijwel als enige woont. Wanneer de jongen voor een film auditie doet in één van de leegstaande appartementen gaat er iets vreselijk mis. De regisseur (Mundruczo) besluit te helpen maar blijkt zelf betrokken bij gebeurtenissen.
tender son werd in Cannes vorig jaar ten onrechte slecht ontvangen maar dat kun je de critici niet aanrekenen. Een film als dit zie je niet vaak. Door wisselingen in tempo en ook een beetje in stijl, door z’n theatrale setting en z’n schijnbaar tegenstrijdige toon dwingt de film de kijker verschillende keren z’n oordeel en z’n verwachtingen bij te stellen. Het is een gewaagde film, somber en warm tegelijk die confronterend, koelbloedig geweld verzoent met een empathisch pleidooi voor de verschoppeling, de dader.
Hond
"Ik wil dat je huilt", zegt Mundroczós personage tijdens de auditie tegen de jongen, die zoals iedereen in de film geen naam heeft. "Ik ben aan het huilen", zegt hij met een uitgestreken gezicht. We geloven de jongen. Dat een stoïcijns gezicht zoveel expressie heeft, illustreert de kracht van de film maar het laat ook Mundruczós uitstekende casting zien. Hij vond de jongen (Rudolf Frecska) in een weeshuis waar die op zesjarige leeftijd was achtergelaten. "Z’n verleden was in z’n gezicht te lezen en daar hou ik van. Rudolf is in werkelijkheid precies als in de film. Even zwijgzaam. Even op zoek naar liefde als een hond. Als ik geen enkele aanwijzing gaf, dan nog had hij precies zo geacteerd. Zo’n acteur heeft grote invloed op het verhaal. Dat is bij mij altijd zo. Nadat ik een thema heb, schrijf ik eerst een korte opzet en dan ga ik op zoek naar de acteurs. Pas daarna schrijf ik het scenario omdat het verhaal voort moet komen uit het karakter en de persoonlijkheid van de acteurs."
Hoeveel van Mundruczó zelf zit er dan in het personage van de regisseur? "Mijn personage kan van niemand houden", zegt hij onderkoeld, schijnbaar zichzelf tegensprekend. Daarnet heeft hij toch echt zitten vertellen hoe fantastisch het is om een gezin te hebben. Maar het blijkt juist het gezin te zijn dat hem veranderd heeft. "Als de jongen arriveert, dan leert de regisseur wat het is om van iemand te houden", implicerend dat hem hetzelfde is overkomen. Over de reden om de rol van de regisseur te spelen is Mundruczó cryptisch. Twee keer heeft hij het over de ars poëtica en lijkt hij in z’n rommelige Engels te willen zeggen dat zijn films meer dan bij andere regisseurs uiterst persoonlijke projecten zijn omdat hij ze wil laten rijmen met de werkelijkheid, onder meer door acteurs te kiezen die dicht bij hun personages liggen. "Ook de titel heeft die dubbele betekenis. Ook de film zelf is een Frankenstein-project. Dat is wat wij regisseurs doen: monsters maken. Of nee, spiegels."
Ruïne
"Het gebouw is een metafoor voor de oude, labyrintische wereld van Boedapest en misschien ook wel voor onze onderlinge verhoudingen. Net als in de kwantumfysica kun je van een verhouding op een bepaald moment in de tijd nooit positie en richting tegelijk bepalen. Je weet nooit of iets wordt opgeknapt of een ruïne is. In het oorspronkelijke scenario zaten veel verschillende locaties maar dit gebouw paste zo goed in het verhaal dat we er meteen elke fucking scène wilden opnemen. De kracht van die locatie was dat het middendeel van de film iets theatraals krijgt." Niet echt elke fucking scène dan, want het eerste en het derde deel spelen zich buiten het gebouw af. "Die delen wilde ik zo conventioneel mogelijk filmen. Ze spelen zich voornamelijk in een auto af zodat het verhaal iets vloeiends krijgt. Maar zodra het monster opstaat in het middendeel, zodra de jongen aan het moorden slaat, verander ik het ritme en de manier van filmen. Dan beweegt de camera staccato, alsof we met monsterstappen door het huis lopen."
Circus
Het gezin is een geliefde metafoor voor de maatschappij en dat is hier ook het geval. "Net als Frankenstein creëert de samenleving monsters, maar in plaats van dat op te lossen, ontkent men, en wil men die monsters zo snel mogelijk uit zicht brengen. Waardoor er steeds nieuwe komen. Maar er zit ook nog een ander, abstracter verhaal in. Dat gaat over de mythe van de maker en de creatie. Net als in Shelleys verhaal kun je je afvragen of dat twee verschillende dingen zijn. Misschien is de creatie wel hetzelfde als de schepper, is het een spiegelbeeld. Dat denk ik. Dus wanneer de tender son terugkeert, is hij een reflectie van alle andere personages.
"Niets gebeurt bij mij zo maar. Zelfs de sneeuw in de film heeft een speciale betekenis, een spirituele betekenis. Het is water, maar het is bevroren. Dus het is koud. Maar sneeuw heeft ook iets warms. Sneeuw verwijst voor mij naar een gelukkige tijd en ik denk voor veel anderen ook. Ik wilde er een atmosfeer mee creëren die warm en koud tegelijk is."
Een paar dagen eerder in Cannes was hij de Hongaarse filmgrootheid Miklós Jancsó tegengekomen, struinend over de Croisette. Hij vroeg of Jancsó meeging naar z’n persconferentie. "Ik vertelde dat ik aan de journalisten graag wilde uitleggen dat wij als Hongaren een eigen filmstijl hebben. Een stijl die triest is, maar echt. Jancsó heeft die stijl bedacht. Hij was de eerste die een film in slechts twintig shots maakte. Ook Scorcese zei dat laatst nog. Maar Jancsó wilde niet mee. Hij had genoeg van de filmbusiness. Ik ben blijven zeuren en uiteindelijk ging hij toch mee en zat daar op mijn persconferentie. En ik was trots."
Ronald Rovers