IFFR 2025: Jonathan Millet over Ghost Trail
'Het is een spionagethriller op menselijke schaal'

Jonathan Millet
Voor zijn fictiedebuut Ghost Trail stortte documentairemaker Jonathan Millet zich in een ondergronds netwerk dat Syrische oorlogsmisdadigers voor het gerecht probeert te brengen. Hij verpakt het grotendeels waargebeurde verhaal in een benauwende opsporingsthriller. “Alles wat ik als documentairemaker leerde over pijn, trauma en verlies, kon ik hierin kwijt.”
Het is haast een mirakel dat Hamid (Adam Bessa) de oorlog in Syrië heeft overleefd, al heeft dat hem veel gekost. Hij was een van de duizenden die werden opgesloten in Bashar al-Assads gevreesde gevangenis Sednaya, waar vijanden van het regime werden gemarteld en geëxecuteerd.
Hamid doorstond dat, maar verloor intussen zijn vrouw en dochter, die omkwamen bij een bombardement. Dit alles zien we niet, maar ontdekken we geleidelijk in Jonathan Millets Ghost Trail (Les fantômes), die begint als deze gepijnigde man door Syrische soldaten in de schroeihete woestijn wordt gedumpt.
Millets speelfilmdebuut kruipt in het brein van de getraumatiseerde Hamid, die in Straatsburg is beland met een geheime missie. Hamid heeft zich aangesloten bij een wereldwijd ondergronds netwerk dat Syrische oorlogsmisdadigers opspoort, in de hoop ze daarna voor het gerecht te brengen. Hij kwam naar Straatsburg in het voetspoor van de man die hem martelde in Sednaya.
Zijn obsessieve blik is inmiddels gefixeerd op Harfaz (gespeeld door de Palestijnse acteur Tawfeek Barhom), een kalme scheikundestudent die het merendeel van zijn tijd in de universiteitsbibliotheek doorbrengt. Is dit de wrede beul van Sednaya?
Millet destilleert een spionagethriller uit de benauwende tunnelvisie van Hamid – is hij nu echt op rechtvaardigheid uit, of toch op wraak? Tegelijkertijd is Ghost Trail gestoeld op grillig realisme: Millet is van oorsprong een oorlogsfotograaf en documentairemaker en baseerde zijn grotendeels waargebeurde scenario op jarenlange research naar dit soort geheime netwerken.

“Ik had ontzettend veel materiaal om mee te werken, dus het was een uitdaging om de kijker een zo uniek mogelijk perspectief te bieden”, vertelt Millet kort nadat de film in Cannes in première ging in het zijprogramma Semaine de la critique. “Ik wil dat het publiek ondergedompeld wordt in het brein van het hoofdpersonage, dat je de wereld door zijn ogen leert zien. Daarvoor was het nodig om de wereld om hem heen op een specifieke manier te vangen in beeld en geluid, intens en indringend. Hamid heeft lang tijd in de gevangenis gezeten. In die duisternis heeft hij anders leren horen, ruiken en zien. Zijn zintuigen staan op scherp, en ik wil dat je dat voelt.”
Deze netwerken opereren in het grootste geheim. Hoe kreeg je daar toegang toe? “Dat kostte veel tijd. Ik werkte eerst aan een documentaire over oorlogsvluchtelingen, waarvoor ik veel mensen uit Syrië heb gesproken over de vernietiging in hun levens rond 2015 en 2016. Daar begon ik flarden op te pikken over ondergrondse netwerken van mensen die naar bewijs jagen, oorlogsmisdadigers opsporen en gerechtigheid zoeken. Daar ben ik anderhalf jaar lang in gedoken. Toen wist ik: dat is de film die ik wil maken. Alles wat ik als documentairemaker leerde over pijn, trauma en verlies, kon ik erin kwijt.”
Als freelance fotograaf en filmer bracht je eerder onder meer de impact van oorlogen in kaart. Wat voor invloed heeft dat werk op jouw regie gehad? “Tijdens mijn werk voor een kleine ngo heb ik veel tijd in Syrië doorgebracht, waardoor ik ook een persoonlijke connectie heb met dit verhaal. Dat was ook mijn filmopleiding: leren hoe je mensen filmt, hoe je de werkelijkheid in beeld brengt, hoe je het iemands vertrouwen wint. Voor Ghost Trail schoten we veel op echte locaties, zoals het azc in Straatsburg en een vluchtelingenkamp in Jordanië. Mijn filmcrew, die vooral fictie gewend is, zei dan: dat gaat nooit lukken, laten we de locaties nabouwen. Maar ik zei dan: geef me wat tijd, ik praat met mensen, drink wat thee, hoor hun verhalen aan en leg uit wat ik met deze film wil doen. Uiteindelijk is het ons gelukt om op die locaties te filmen, met de echte bewoners in beeld.”
Dat realisme vermeng je met stilistische ambitie. Neem alleen al het openingsshot, waarin Hamid en andere gevangenen achterin een afgesloten truck zitten en het scherpe zonlicht van de Syrische woestijn door de gaten in de tarp geleidelijk het beeld doorklieft. “Dat shot is ontzettend belangrijk voor me, omdat het direct duidelijk maakt dat je in deze film geen totaaloverzicht krijgt. Als kijker moet je een beetje meebewegen met het hoofdpersonage en je inbeeldingsvermogen aan het werk zetten. Het is semi-realistisch, we draaiden op locatie en de helft van de mensen in beeld zijn ook echt Syrische vluchtelingen, maar tegelijkertijd creëren we fictie. Vooral het geluidsspoor hint naar de subjectiviteit van het shot: je hoort het geluid van een onderzeeër, wat dat gevoel van vastzitten benadrukt. Als kijker zit je immers ook gevangen in het brein van Hamid.”
Een interessant detail is dat de leden van het netwerk in het geheim afspreken via een online schietspel dat zich in oorlogsgebied afspeelt. “Ook dit is uit de werkelijkheid gegrepen. Ironisch genoeg is een online oorlogsgame de veiligste plek om bombardementen, terrorisme en moord te bespreken. Ik vond het een geweldig en gruwelijk idee. Wij hebben overigens een eigen videogame gebouwd waar de acteurs doorheen konden bewegen. Als we Call of Duty hadden gebruikt, was het volledige budget van de film daaraan opgegaan.”
In de kern is dit een spionagefilm “Absoluut, dit moest in een genrefilm verpakt worden. Het moet als een ademloze rit voelen waarin je geen tijd hebt om naar lucht te happen. Ik wilde de ernst van de missie vangen, zodat je voelt wat voor risico’s ze lopen. En bovenal: de intensiteit van het achtervolgen. Ik maakte een spionagethriller op menselijke schaal. We zien alles vanuit Hamids perspectief. Dat perspectief is misschien beperkend, maar wel spectaculair. De climax van de film is een strijd in woorden en blikken tussen de twee personages die tegenover elkaar aan tafel zitten. Dat is de scène. En het publiek moet dan denken: dit is de grootste strijd die ik ooit heb gezien.”
Dan moet ik aan Al Pacino en Robert Deniro in Heat denken. “Ongetwijfeld zweefde die film ergens rond in mijn onderbewustzijn. Wat Heat mij heeft geleerd is dat je niet bang hoeft te zijn om dingen lang te laten duren. Als je de suspense te pakken hebt, maakt het niet uit hoe lang het duurt. De slotscène in Ghost Trail duurt twaalf minuten, en ik ben er ontzettend trots op.”
Harfaz is een fascinerende antagonist. Misschien heeft hij ondenkbare wreedheden begaan, maar of dat echt zo is blijft gissen. Hoe was het om die balans tussen bad guy en mens van vlees en bloed te vinden? “Het is essentieel dat de kijker evenveel weet als het hoofdpersonage. Dus alles wat je over Harfaz weet, is vanuit Hamids perspectief. Aan het begin van de film krijg je alleen een shot van de achterkant van Harfaz’ hoofd, van dik vijf meter afstand. Die ambiguïteit vind ik ontzettend spannend. Is dit de schurk of niet? Wat vind ik zelf van hem? Zou hij dit kunnen doen? Uiteindelijk gaat de film niet over Harfaz. Het gaat over wat Hamid over hem weet en denkt te weten. Het is een film over projectie.”
Ghost Trail is te zien op IFFR 2025 en draait vanaf 10 april 2025 in de bioscoop.