Jacques Audiard over Un prophète
Volwassen worden in de lik
Dé Cannes-verrassing van afgelopen jaar was natuurlijk Un prophète van Jacques Audiard, een ruig verhaal over misdaad en straf, nu al getipt als een van de beste bioscoopfilms van dit jaar en een van de concurrenten voor Oorlogswinter bij de Oscars.
Toen Jacques Audiard zijn vorige film De battre mon coeur c’est arrêté (2005), ook al zo’n intense dwarsdoorsnede van de menselijke natuur, op verzoek van het Parijse gemeentebestuur vertoonde voor een gevangenispubliek was hij zo geraakt door de atmosfeer van claustrofobie en agressie dat hij zeker wist dat hij zijn volgende film in een gevangenis wilde maken. Toeval of niet, toen had hij het scenario van Thomas Bidegain over een jonge Arabier die zich in de lik tot maffiakoning ontpopt, al in zijn bezit, vertelt Audiard op het Filmfestival Cannes. “Het was nog niet eens dat mensen hun vrijheid was ontnomen, maar het was vooral de armoede, de onmenselijke armoede die me aangreep.”
Tijdens latere research hield hij zich vooral bezig met allerlei praktische zaken, zoals hoe de architectonische structuur van een gevangenis in elkaar zit: “In een echte gevangenis draaien was geen optie, de voormalige gevangenissen die we bezochten zagen er te ouderwets uit, dus we moesten de gevangenis op een set reconstrueren. Dus je moet je, ondanks de realistische stijl van de film, realiseren dat dit geen realistische film is. Dit is een film-gevangenis. Dat heeft ook voordelen, want we konden vanaf een nulpunt beginnen. Maar ik ontdekte toch dat als je een gevangenis wilt filmen, dat dan de gevangenis meer een hoofdpersoon is dan de eigenlijke hoofdpersonen. Meestel zet je de hoofdpersonen neer en daaromheen de figuranten. Nu moesten we andersom werken en eerst de gevangenis ‘aankleden’ en dan pas de hoofdpersonen neerzetten.”
Corruptie
Een coming-of-age verhaal noemt hij zijn film, of: un roman d’initiation, een initiatieverhaal. Van ‘Le prophet’ in het scenario, veranderde hij de titel in Un prophète, “om het universeler te maken.” Audiard: “Het oorspronkelijke scenario draaide veel meer om corruptie in de gevangenis, maar dat interesseerde me eigenlijk het minste. Ik zag meer in het persoonlijke verhaal. Het woord ‘profeet’ heeft twee betekenissen, een religieuze en die van iemand die iets aankondigt, een nieuw tijdperk ofzo. Malik is een nieuw type gangster, hij is een anti-Scarface. Malik is discreet, niet extreem macho, intelligent, geen patser. Hij zou zomaar een politiek adviseur of een politicus kunnen zijn.”
Un prophète is dus geen ‘gewone’ misdaadfilm, aldus Audiard. “Het is geen genrefilm. Maar aan de andere kant is de gangster zelf het grootste cliché wat er is, is de Corsicaanse maffia het grootste cliché wat er is. Maar die clichés helpen het publiek een beetje op gang en vanaf dat moment moet je het als filmmaker toch zelf geloofwaardig maken.”
“De film heeft twee belangrijke drijfveren, net zoals het leven. De eerste is om te overleven en de tweede is het streven naar normaliteit. Als Malik de gevangenis heeft overleefd wil hij daarna een gewoon leven leiden, met een baan, vrouw en kinderen.”
“Gedurende de film verandert zijn perceptie: eerst moet de gevangenis hem ‘adopteren’ en daarna moet hij zich aan de gevangenis aanpassen. Op dezelfde manier wordt hij eerst aan geweld onderworpen en wordt hij er daarna meester over. De structuur met hoofdstukken en dromen speelt daar een belangrijke rol in.”
De Filmkrant sprak Jacques Audiard tijdens een groepsgesprek op het Filmfestival Cannes.