IDFA 2024: Niki Padidar over de Youth Competition

'We zijn geneigd van boven­af naar kinderen te kijken'

Crushed

Voor het tweede jaar cureert film- en programmamaker Niki Padidar documentaires voor IDFA’s Youth Competition, met ruimte voor nieuwe vertelvormen, andere perspectieven en verwarring. “Ik vind kloppende werkelijkheden heel oninteressant.”

“‘Hahahahaha! What the fuck heb ik net gezien…?!’ Dat is mijn lievelingsreactie van kinderen op mijn werk”, zegt film- en programmamaker Niki Padidar. Ze is sinds twee jaar curator voor IDFA’s Competition for Youth Documentary, films waarbij jeugdige kijkers serieus genomen worden.

Padidar heeft een broertje dood aan betutteling en films waarin alles wordt uitgelegd. “Er moet iets worden overgelaten aan de kijker. Je mag iets grappig vinden en raar, een keer verward zijn – boos zelfs. Er worden zeker goede, waardevolle films gemaakt waar je iets van leert, maar ik zie te weinig diversiteit terug. Dat je geprikkeld wordt in je fantasie, dat je ergens lang over nadenkt, dat het om méér gaat dan informatie.

“Vorig jaar selecteerde ik bijvoorbeeld de korte animatie Headprickles [2022], bestaande uit een serie absurdistische sketches. Daarin bleef een jongen op de kermis muntjes gooien in een duidelijk lege grijpmachine. Even later zit je veel te lang naar een douchende man te kijken die uiteindelijk wegspoelt via het doucheputje. Tot slot komt er iemand met een mes tevoorschijn die teleurgesteld is dat er niemand is. Je kan denken: wat heeft dat met een documentaire te maken en wat moet een kind hiermee? Maar ik vond het een toffe manier van de maker om haar eigen angsten en de absurditeit van het dagelijks leven te verbeelden. Bovendien: het is goed om te leren dat je je verhaal ook op een andere manier kan vertellen dan met een interview of klassieke voice-over. Kinderen zien op sociale media, in de bioscoop en op televisie weinig van dit soort films en ze zijn ook zeldzaam.”

De dertien titels die ze dit jaar selecteerde, haalde ze uit zo’n 250 nationale en internationale producties, ingestuurd naar IDFA, gescout op festivals “die net even anders programmeren” of via via gekregen. Daarnaast sturen IDFA’s programmeurs van de ‘volwassen’ shorts-selectie ook regelmatig iets door. “De films in de uiteindelijke selectie hebben allemaal iets eigens, iets eigenwijs.”

Net zoals haar eigen werk. Padidar regisseerde de prijswinnende jeugddocumentaire Ninnoc (2015), waarin een tienermeisje haar eigen identiteit probeert te verenigen met de wens om bij de groep te horen. In All You See (Al wat je ziet), IDFA’s openingsfilm uit 2022, vertellen vrouwelijke immigranten van verschillende leeftijden hoe het is om een thuis te vinden in een nieuw land.

Daarnaast maakte Padidar programma’s voor de VPRO zoals Beestieboys (met Nicolaas Veul en Tim den Besten) en De Dokter Corrie Show, een NTR-programmaserie waarin Martine Sandifort op komische wijze seksuele voorlichting geeft. Padidars werk heeft dezelfde vibe als de kinderprogramma’s die in de jaren tachtig en negentig door de VPRO uitgezonden werden, zoals Theo en Thea en Rembo & Rembo. Ze knikt: “Volgens mij is niemand slechter geworden van die programma’s.”

Opboksen tegen glitters
Padidar is, met haar UvA-studie Communicatiewetenschap met specialisaties ‘Beeldvorming’ en ‘Jeugd & Media’, thuis in de materie. “We zijn geneigd om van bovenaf naar kinderen te kijken en gevaren te overschatten. Terwijl ze uit ‘enge’ elementen vaak iets nuttigs of waardevols halen.”

Het bevalt haar hoe kritisch deze doelgroep is. “Als volwassenen komen we nog weg met pretentieuze dingen – zowel in beeld als in woord. We zitten vast in een bepaald stramien van wat we mooi ‘zouden moeten vinden’. Kinderen bevragen dat direct. Waar gáát het nou over? Ze dwingen je om tot de kern te komen en zijn snel verveeld. En terecht! Veel dingen die ik zie die voor hen bedoeld zijn, waarvan je al weet hoe het gaat verlopen, vind ik óók saai en zonder enige uitdaging.” Ze merkt op dat er truttigheid in de jeugd geslopen is, omdat ouders hun kinderen tegen alles willen beschermen en vooral niet op ideeën willen brengen. Die truttigheid komt niet vanuit de jongeren zelf, denkt ze. “Ouders, docenten en omroepen; we doen allemaal aan zelfcensuur.”

Ze wil ook meer diversiteit laten zien. “Ik ben gevoelig voor representatie. Ik heb het niet alleen over kleur en afkomst, maar over elk thema. Neem een film over een transgender jongere. We zien alles over dat transitieproces, maar nooit of zo’n kind bijvoorbeeld bezig is met het klimaat, liefdesverdriet heeft of een hond die niet wil luisteren. Ik begrijp dat je wil uitleggen wat in transitie zijn betekent en wil laten zien dat zij gewone jongeren zijn, maar eigenlijk maak je ze zo exotisch. Dat geldt voor elk onderwerp: iemand die ziek is, is niet alleen maar ziek. Een moslimjongere is echt niet alleen maar bezig met religie… We hebben allemaal verschillende en tegenstrijdige kanten en die maken een film interessant.”

Het is lastig om tegen een oeverloze stroom aan verslavende sociale-mediafilmpjes op te boksen, merkt ze nu haar eigen vierjarige de eerste stapjes zet in mediaconsumptie. “Ik probeer haar programma’s als Buurman en Buurman aan te smeren, maar laatst stuitte ze opeens op YouTube op twee influencer-meisjes die unboxing video’s postten en een Elsa-kroontje uitpakten. Zoiets spreekt haar gelijk aan. Ik weet natuurlijk dat hoe meer je ‘nee’ zegt, hoe interessanter het wordt. Ik probeer nog een balans te vinden.”

Maar in een wereld waarin korte filmpjes steeds sneller gemonteerd worden, met almaar meer geluidseffecten en regenbogen, is het lastig om iets anders aan te bieden. “Als kinderen een contemplatieve documentaire zien zonder speciale effecten, kan ik me voorstellen dat ze daarvan denken: what the hell is dit?! Maar ik ben eigenwijs en vind dat ze dat toch eens moeten ervaren. En daar mogen ze best wat van vinden. Er werd van Ninnoc ook gezegd dat de film te traag en te abstract voor kinderen was, maar de film kreeg zelfs prijzen van kinderjury’s. Als wij op voorhand gaan invullen, dan geef je kinderen nooit de kans het tegendeel te bewijzen. En misschien verliezen ze hun concentratie en gaan ze over bioscoopstoelen klimmen. Maar dan kunnen we er daarna alsnog even over práten [lacht]. Kijk, Bassie en Adriaan met glitters krijgen ze toch wel. Dat hoeft niet verbannen te worden, maar het is aan ons om daar iets tegenover te zetten.”


Niki Padidars IDFA-tips

Crushed
Terwijl barrels in een autorace op elkaar botsen, vertelt een jonge vrouw in de voice-over over een gewelddadige liefdesrelatie. Padidar: “De regisseur doet er niets aan om vorm en inhoud samen te brengen. Ze laat het helemaal aan jou als kijker. Juist omdat het met een mooi liefdesverhaal begint, kan je je beter voorstellen dat een gewelddadige relatie iedereen zou kunnen overkomen. Je bent minder veroordelend.”

What’s the Film About
Tijdens een roadtrip wil een filmmaker haar kinderen seksuele voorlichting geven. Daar moeten ze niets van weten. “Dit is een realistische weergave van hoe kinderen met zo’n thema omgaan. Ik vind het zo grappig dat die moeder dat gewoon in de film laat zitten; niet alles wat je van tevoren bedenkt lukt. Een andere maker had dat eruit geknipt om haar script kloppend te maken en ik vind kloppende werkelijkheden heel oninteressant.”

My Homeland

My Homeland
In deze animatiefilm vertelt de maker hoe haar heldhaftige ouders Irak ontvluchtten. “Het is zo tof en origineel hoe zo’n onderwerp dat we al vaker zagen in een ander jasje is gestoken, met superhelden en cyborgs. Het dwingt je om naar die hoofdpersonen als veerkrachtige helden te kijken, niet als slachtoffers die iets komen halen.”

A Place to Call Home
Een vader en zijn dochters hebben na vele omzwervingen een huis in Zweden gevonden. Maar de meisjes zoeken nog hun thuis. “Ook dit biedt een ander perspectief op een bekend verhaal. In deze Alice in Wonderland-achtige wereld worden weinig woorden gebruikt. Het is een mooie, uitgeklede manier om het gevoel van ontworteling weer te geven.”

A Flower by the Road
Een meisje wordt gefilmd gedurende haar dag. Context ontbreekt, een gevoel van spanning, mysterie en in het moment zijn, overheersen. “Ik vind dit een spannende film. Wie is het meisje? Waarom is ze alleen? Wat doet ze daar langs de weg? Je kunt helemaal losgaan met je eigen fantasie. Misschien vraagt het iets meer van de kijker, maar hij is maar vijftien minuten dus je wordt niet uren aan je lot overgelaten. In hetzelfde blok zitten ook wat toegankelijkere films. ”

With Grace
In deze opgewekte raamvertelling introduceert de Keniaanse Grace (13) haar familie, het plattelandsleven en de (klimaat)uitdagingen die ze ervaren. “Als je het hebt over beeldvorming en representatie is dit een mooi filmvoorbeeld waarin kinderen uit andere delen van de wereld niet alleen maar slachtoffer zijn. Als we kinderen hier portretteren hebben ze hobby’s, overkomt ze iets en overwinnen ze dat. Terwijl ook een kind met honger hobby’s heeft. Ik vond het leuk dat ik Grace als ‘normaal mens’ leer kennen, met gevoel voor humor.”