Huibert van Wijk over Echo

Deconstructie van een samengesteld gezin

De Filmkrant spreekt de regisseurs van de nieuwe reeks korte documentaires gemaakt in het kader van Teledoc Campus. In Echo onderzoekt Huibert van Wijk hoe de gezinsspanningen van zijn jeugd nog altijd door echoën in zijn huidige leven. “Een familieband lijkt iets natuurlijks, maar het is ook fictie die je met elkaar aan het creëren bent.”

“Niet echt een leuk en functionerend gezin, inderdaad”, lacht de moeder van Huibert van Wijk nadat ze vertelt hoe zij en haar man in verschillende kamers moesten zitten tijdens het avondeten. Reden: de driftbuien van adoptiezoon Tim, die nogal moeilijk deed tegen zijn nieuwe moeder. En zo is er wel meer aan de hand in het samengestelde gezin dat ontstond nadat vader en moeder Van Wijk elkaar tegenkwamen tijdens een gescheiden-ouders-weekend. Haar zoon Joris bedreigde zijn nieuwe vader met een mes, zijn dochter Kirsten ging al op de middelbare school uit huis. Het wilde maar niet echt lukken met die nieuwe familie.

Als reddingspoging kwam daar Huibert, het enige kind dat vader en moeder daadwerkelijk samen kregen. Of althans, zo heeft hij dat altijd gevoeld: de lijm die het nieuwbakken gezin bij elkaar moest houden. Maar was dat wel terecht? In het intieme, vaak schurende maar soms ook grappige Echo probeert Van Wijk daar aan de hand van een oud familieportret antwoord op te krijgen. Want wat zien de Van Wijks eigenlijk wanneer ze naar die foto kijken? Een groep waar een band tussen bestaat? Of een juist samengeraapt boeltje dat eigenlijk niets deelt? En hoe echoën die (scheef)gegroeide familiebanden door in Van Wijks eigen leven?

Huibert van Wijk

Eigenlijk geeft de documentaire zelf er een antwoord op. Maar toch: waarom op deze publieke manier jullie gezinsbanden onderzoeken? “Het idee voor Echo begon omdat ik nooit kinderen wilde, bijna op het pathologische af. Het is dus niet dat ik huilende baby’s verschrikkelijk vond of elk weekend naar de kroeg wilde. Eerder voelde ik altijd een soort onverwerkte pijn en overtrokken verantwoordelijkheidsgevoel dat me ervan weerhield er überhaupt over na te denken. Kon de oorsprong daarvan liggen in het voorbeeld dat ik vroeger thuis zag? Want als laatstgeborene heb ik me die spanningen en verontwaardiging binnen ons gezin altijd aangetrokken. Hoe ik daardoor gevormd ben, wilde ik op een visuele manier onderzoeken.”

Je doet dat door een oude familiefoto te recreëren en tegelijkertijd je familieleden te ondervragen. Waarom koos je voor die vorm? “Wat ik interessant vind aan familiefoto’s is dat ze een ideaalbeeld laten zien. Wie een fotoboek samenstelt, laat zich van z’n beste kant zien. Als gezin doe je dat ook natuurlijk, waardoor die foto voor mij een symbool werd van onze familiedynamiek. Omdat binnen ons gezin geen van de kinderen ‘helemaal’ familie van elkaar is, stonden de banden altijd op scherp. Je doet dan extra je best aan een ideaalbeeld te voldoen: als ik een schoolvriendje vertelde over mijn halfbroer Joris, corrigeerde m’n moeder me altijd: ‘Niet half, maar je hele broer!’ En omdat mijn andere broer Tim geadopteerd was, zag je ook altijd meteen dat we geen traditionele  familie zijn. Door die foto te deconstrueren en vanuit verschillende perspectieven te belichten, kon ik doordringen tot de kern van onze familieverhoudingen.”

Was het moeilijk je familie te overtuigen mee te doen? “Ik vond het heel spannend om hen te vragen, maar wat je merkt is dat de camera een kader schept voor gesprekken die je normaal niet zou voeren. Wanneer je tijdens het kerstdiner of onderweg in de auto bepaalde vragen zou stellen, krijg je weerstand. Maar wanneer je er een kunstmatige constructie omheen zet, wordt dat anders: vooral bij mijn broer zit nog altijd veel verontwaardiging over vroeger, maar omdat zo’n productie je bijna dwingt om goed naar elkaar te luisteren werd dat veelal weggenomen.  Film is wat dat betreft een effectieve arena om dit soort verborgen dingen bespreekbaar te maken. Kijk ook maar naar Stories We Tell van Sarah Polley, een inspiratiebron. Daarin gebruikt ze ook fictieve elementen om tot een diepere waarheid te komen. Soms noemde ik onze film ook wel eens Photos We Take.”

Hoe was het om zowel filmmaker als onderwerp te zijn? “Lastig, omdat je in beide rollen een tegengesteld belang hebt. Als mens ben ik vooral geneigd om confrontaties uit de weg te gaan, maar als filmmaker wil je die juist opzoeken en zet je dingen op scherp. Ik heb dat opgelost door voor de draaidagen als filmmaker te denken – dan kijk je heel goed naar de spanningsboog, naar het verhaal dat je vertellen wil.  Maar tijdens het draaien zelf was ik vooral gezinslid. Het zijn ook persoonlijke dingen die ik vraag. Ik wilde wat dat betreft zo open mogelijk zijn. Pas tijdens de montage heb ik weer de makerspet opgezet – om het verhaal te laten ontstaan.”

Er komt nogal wat boven water in de film. Praten jullie nog wel met elkaar? “We hebben zelfs een betere band gekregen. Dat is ook iets wat ik geleerd heb tijdens het maken: dat je als gezin allerlei ficties en kunstmatige omgangsvormen creëert. Je speelt allemaal een rol, omdat je denkt dat dit van je verwacht wordt. Maar als je daar doorheen prikt, blijkt dat iedereen er ook  anders tegenaan kijkt. Met Echo hebben we dat als gezin opengebroken en is er een hele nieuwe dynamiek ontstaan. We komen nu bijvoorbeeld elk kwartaal samen. Dat deden we voor de film echt niet.”


Echo is te zien op zondag 1 december om 23:10 op NPO 3.