Gonzalo Fernandez Carmona over Koolhoven presenteert: Venus

'We wilden een romantische horrorfilm maken'

Venus

De eerste middellange genrefilm die onder auspiciën van Martin Koolhoven tot ons komt, is een postapocalyptische koortsdroom over de verslaving van nostalgie. Regisseur Gonzalo Fernandez Carmona: “We zijn allemaal postmoderne junks.”

Voor de nieuwe VPRO-reeks Koolhoven presenteert kregen zes jonge Nederlandse genrefilmers ruim baan om kijkers de stuipen op het lijf te jagen. Van dystopische sciencefiction via rampenfilm naar body horror. Filmkrant spreekt met alle makers, te beginnen met Gonzalo Fernandez Carmona.

Zijn film Venus draait om Joyce (Sinem Kavus), die maar geen rust kan vinden in een postapcalyptische wereld waarin alle mannen van de ene op de andere dag zelfmoord pleegden. Joyce probeert de herinnering aan haar geliefde Job (Jonas Smulders) levend te houden, wendt ze zich tot Nostalgyl, een omstreden bedrijf dat haar letterlijk kan onderdompelen in haar roskleurige herinneringen. En dat is nog maar het startpunt van deze wilde achtbaanrit die zichzelf binnen drie kwartier meerdere keren opnieuw uitvindt.

Koolhoven presenteert kent één groot verschil met eerdere Nederlandse talentontwikkelingstrajecten: Martin Koolhoven koos en begeleidde zijn protégées zelf, er was geen aanmeldingsprocedure. “Ik werd ineens gebeld, of ik mee wilde doen aan een pitchronde”, vertelt Fernandez. “Normaal gesproken gaan dat soort dingen in Nederland allemaal schriftelijk, maar dit was via Zoom – gewoon kennismaken en verbaal je plan pitchen, heel fijn. Uit die eerste selectieronde bleven iets van twaalf of achttien mensen over. En toen heb ik drie of vier plannen uitgewerkt en die hebben we besproken, letterlijk aan de keukentafel van Martin.”

Gonzalo Fernandez Carmona. Foto: Diederick Bulstra Photography

Waren dat allemaal nieuwe plannen? “Verschillend. Ik heb een paar dingen nieuw verzonnen, waaronder het plan voor Venus, maar ook wat oudere plannen, in allerlei verschillende genres. Martin had wel zo zijn voorkeur, maar uiteindelijk zei hij gewoon: wij willen maken wat jij wil maken.”

Waarom werd het Venus? “Omdat het een nieuw plan was, sowieso. Maar het is sinds die pitch totaal veranderd, eigenlijk. Het heette eerst Witte schuld en het ging over een stelletje waarbij witte schuld een soort horrording wordt in hun relatie. Maar dat werd te ingewikkeld, te politiek. Dus we hebben alleen de basiselementen behouden – het horrorgenre en dat het gaat over de liefde. Het is veel concreter en kleiner geworden, wat veel beter is voor het verhaal.”

De film heeft nog steeds een politieke ondertoon – als je een postapocalyptische wereld neerzet waarin alle mannen zijn verdwenen, zit daar natuurlijk iets van identiteitspolitiek achter. “Ja, maar het is wat speelser. Al weet ik eigenlijk niet of je de film speels kan noemen! Ik denk dat een goeie horrorfilm, of een goeie film sowieso, allereerst onderbewust moet werken. Als zo’n thema te veel op de voorgrond komt, is het lastig om in de film te komen. Tijdens het schrijven was echt het belangrijkst dat de film een emotioneel hart moest hebben. Daardoor is die liefde meer naar de voorgrond gekomen. We wilden proberen om een romantische, sentimentele horrorfilm te maken.”

Wat was Martins betrokkenheid tijdens het maken? “Hij weet gewoon heel veel over films en over genrefilms. Ik ben ook wel een beetje een filmnerd, maar bij hem is het echt extreem. Dus we hij was een soort gids naar films die ons konden inspireren. Verder was hij vooral iemand die zei: ga je wel ver genoeg? Ben je niet te voorzichtig? Dat is superfijn, dat iemand die je echt uitdaagt om verder te gaan en door te denken. En we hebben vaak gesproken over de balans tussen geëngageerde film en exploitatieve film.”

Over balans gesproken: Venus lijkt doelbewust minder zwartkomisch dan je eerdere korte films. “Ik zie er alsnog best veel humor in, maar waarschijnlijk niet iedereen, haha. Die maskers zijn toch ook een beetje artificieel, ik vind dat heel mooi, maar het heeft een soort camp-gehalte. Maar goed: ik ben inderdaad spaarzamer geweest met ironie en humor – dan zou het te veel afstand krijgen. We wilden die liefde heel serieus nemen en zo zoveel mogelijk in het hoofdpersonage duiken. En zij heeft nu eenmaal niet echt een vrolijke blik op het leven! We zitten in het hoofd van iemand die verslaafd is en die wordt overspoeld door een depressie. En hoe verder het verhaal gaat, hoe meer dat psychedelische gevoel de overhand neemt in de vorm. Vooral met de montage is dat heel goed gelukt, vind ik. Dat het op een gegeven moment helemaal defragmenteert en alles door elkaar gaat lopen. Dat was wel van tevoren gepland, maar je weet nooit precies hoe dat gaat uitpakken.”

Je hoofdpersoon is in feite verslaafd aan nostalgie. Ze heeft een hang naar die liefde, maar dus ook naar iets wat er niet meer is, naar het verleden. Zie je nostalgie ook echt als een gevaar? “Zeker. Dat is natuurlijk nu ook aan de hand, mensen zijn verslaafd aan het verleden. Soms heb ik het idee dat we vastzitten in een loop, dat alles wordt herkauwd en opnieuw gepresenteerd. We zijn allemaal een soort postmoderne junks, toch? Alles wordt herkauwd en er is geen duidelijke visie meer op de toekomst. En waarschijnlijk wordt het alleen maar erger door AI, die zijn getraind op het verleden en op wat mensen eerder al vet vonden. Maar ik vind dat tegelijkertijd ook heel fascinerend en ik maak er ook gebruik van – voor de film gebruikten we AI voor de establishing shots, die hebben we gewoon geprompt. Maar ook als inspiratie: er zitten beelden in de film die zijn geïnspireerd op de fouten die AI maakt als je dingen invoert.”

In een Filmkrant-interview uit 2018 vertelde je over twee speelfilms waar je mee bezig was; die zijn er nog altijd niet. “We zijn nu alweer een tijd bezig met de speelfilm Neukpiet, een satire over zwarte piet. We hebben een graphic novel gemaakt en dit jaar gaan we de financiering voor de film proberen rond te krijgen. Maar speelfilms, dat is gewoon een marathon.”

En dan is het fijn om af en toe even een sprintje te kunnen trekken, zoals met Venus? “Ja, zeker. Dit was echt een superkans om iets geks te proberen en diep te duiken. Ik ben heel blij met de film en met wat we hebben geprobeerd. En ik heb wat beelden gezien van de andere afleveringen en dat ziet er ook vet uit. Ik denk dat dit wel iets unieks is in Nederland, en ik hoop dat er vaker zoiets wordt gedaan.”


Venus is op zaterdag 3 februari om 22.55 uur te zien op NPO3 en vervolgens beschikbaar op NPO Start. De zes films van Koolhoven presenteert zijn deze week ook nog te zien op het IFFR.