Fiona Tan over History’s Future
'Als je je geheugen kwijt bent, dan ben je jezelf kwijt'
Een man zonder herinneringen dwaalt door een Europa dat zichzelf opnieuw moet uitvinden in History’s Future van Fiona Tan. ‘We zijn op een cruciaal punt in de geschiedenis aangekomen: het einde van een tijdperk en het begin van een nieuw, waarvan we nog niet weten hoe dat er precies uit gaat zien.’
Door Sasja Koetsier
History’s Future van debuterend regisseur en beeldend kunstenaar Fiona Tan opende tijdens het Internationaal Film Festival Rotterdam de Tigercompetitie. Daar sprak de Filmkrant met haar, over identiteit en geheugen — thema’s die ze al onderzocht in een omvangrijk oeuvre van fotoseries, video-installaties, documentaires en korte films. En ook: over onzekere tijden, en de troost van de bioscoop.
De zoektocht in de film speelt zich af op verschillende niveaus: er is een fictieve verhaallijn, maar daar doorheen lopen documentaire fragmenten. Naast de persoonlijke identiteit van de hoofdpersoon staat ook de collectieve identiteit van Europa op het spel — alles bij elkaar een complexe constructie.
Hoe ontstond die constructie? "Het hoofdpersonage is volstrekt fictief, hij is een voertuig dat jou meeneemt op reis door Europa en vanuit zijn gezichtspunt wordt de film verteld. Dat idee ontstond naar aanleiding van de zeer recente geschiedenis, alles wat hier de afgelopen acht jaar is gebeurd. In die zin is het heel simpel. Ik probeer voor mijzelf in kaart te brengen welke gevoelens er nu leven, en dat zijn gevoelens die dus ook in mij, als inwoner van Europa, leven. Maar die gevoelens zelf zijn vrij complex. Misschien maakt dat de constructie wel ingewikkeld."
Plus het feit dat er nog geen antwoord is, geen conclusie. "Nee, omdat we er middenin zitten. Het begon met een hypotheekcrisis in Amerika. Dat werd een bankencrisis, die overwaaide naar Europa. De bankencrisis is een algehele financiële crisis geworden, wat vrij snel een politieke crisis werd. Dat is een sociale crisis geworden en dat heeft geleid tot een filosofische, ethische crisis. Het is wat je noemt een rolling catastrophe — voordat we het ene probleem onder controle hebben, dient het volgende zich al aan. Er wordt ook vaak over gesproken alsof het om een natuurramp gaat, met woorden als tsunami, vloedgolf. Dat is ook het beeld dat ik erbij heb: dat je in de branding zwemt en de controle kwijt bent, dat je steeds precies op het verkeerde moment boven komt.
"Ik vroeg me af: waarom voelen we ons zo? In het werk van sociologen als Manuel Castells, Rosalind Williams en Zygmunt Bauman vond ik handvatten, waardoor ik het beter kon plaatsen. We zijn op een cruciaal punt in de geschiedenis aangekomen: het einde van een tijdperk en het begin van een nieuw, waarvan we nog niet weten hoe dat er precies uit gaat zien. Williams, van wie ik die term rolling catastrophe heb, beschrijft hoe we de toekomst altijd hebben beschouwd als een stijgende lijn. Nu, voor het eerst, is het niet meer zo zeker dat onze kinderen het beter gaan krijgen dan wij. Moet ik mijn kinderen nog adviseren om te gaan studeren? Of is dat straks net zo achterhaald als het idee van een vaste baan? Leven we niet inmiddels allang in liquid times zoals Zygmunt Bauman dat noemt?"
Wat vinden we daarvan terug in de film? "Wat al deze sociologen doen, is een verhaal vertellen. Dat is nog steeds hoe we de wereld leren begrijpen: via verhalen. Vroeger bij het kampvuur, nu met technologische middelen — dat verklaart ook waarom cinema zo’n centrale plaats inneemt in onze cultuur. Zo groeide ook mijn wens om een keer een speelfilm te maken. Een film die mensen in de bioscoop zien, dus inclusief het hele ritueel daaromheen en de ervaring die dat oplevert — een heel andere ervaring dan wanneer je een expositie bezoekt."
En daar hoort dan ook die hoofdpersoon bij… "… die zelf naar de bioscoop vlucht, om er te slapen. Omdat het daar zo lekker rustig is! Ja, dat is een beetje tongue in cheek, want de arthouse cinema is natuurlijk erg bedreigd. Daarom begint de film met een spiegelbeeld: vanuit de bioscoopzaal kijk je naar een man in een bioscoopzaal. En hopelijk kun je je daardoor met hem identificeren."
Stond al vast dat hij Iers zou zijn? "Ik wilde graag een Engelstalige acteur, maar de Britten die ik interessant vond waren vaak al opgeslokt door televisieseries. Daar zit de macht tegenwoordig; een bedrijf als HBO kan een acteur gewoon voor een half jaar of een jaar blocken. Toen ben ik breder gaan zoeken en zo ontdekte ik Mark O’Halloran en zijn werk. Hij bleek ook nog eens scenarist, wat heel goed past bij het karakter dat hij speelt: iemand die zijn eigen verhaal schrijft."
Hoe kreeg dat personage vorm? "Ik ben altijd gefascineerd geweest door geheugenverlies en heb er een aantal interessante casestudy’s over gelezen. Geheugen zit heel dicht bij identiteit — als je je geheugen kwijt bent dan ben je jezelf kwijt. Ik voelde dat mijn personage iemand moest zijn die de weg kwijt is, en geheugenverlies was een manier om dat vorm te geven. Dus ging ik onderzoeken hoe amnesie precies werkt. Toen bleek dat mensen met ernstig geheugenverlies ook veel problemen hebben met plannen, met naar de toekomst kijken."
De toekomst is het onderwerp van een reeks interviews die je deed met ‘echte’ mensen. Kun je daar iets over vertellen? "Dat is een andere lijn die de film draagt. Ik heb zo’n vijftien mensen, allemaal heel verschillend en verspreid door heel Europa, hetzelfde lijstje met vragen voorgelegd. Bijvoorbeeld: Wat zou je doen als op een ochtend wakker werd en je niet kon herinneren wie je was? Als je op reis zou gaan, welke drie dingen zou je meenemen? Wat heb je lief/wat haat je aan je leven? Wat zouden we moeten meenemen naar de toekomst?"
Heb je daar zelf een antwoord op? "Iemand vroeg me eerder vandaag welke drie dingen ik zou meenemen, en mijn antwoord was: een camera, een notitieboek en een appel. Ik moet kunnen creëren en kunnen reflecteren. En ik moet iets te eten hebben. Maar de mensen die we interviewden, kwamen met de prachtigste antwoorden. Compassie bijvoorbeeld, of humor; heel belangrijk om mee te nemen naar de toekomst."