Orwa Nyrabia over IDFA 2023
'Film is veel meer dan storytelling en overstijgt hokjes'

Orwa Nyrabia. Foto: Roger Cremers/IDFA
IDFA 2023 begint vorm te krijgen. Vandaag maakt het festival bekend dat Wang Bing de eregast is en dat Peter Greenaway de Lifetime Achievement Award krijgt. In gesprek met Filmkrant licht IDFA-directeur Orwa Nyrabia de keuzes toe en vertelt hij over drie focusprogramma’s, het afschaffen van het onderdeel Masters, de lessen van corona en de psychologische overwinning op Cannes.
“Een rollercoaster”, noemt Orwa Nyrabia de afgelopen maanden. Niet alleen vanwege de voorbereidingen voor IDFA 2023 maar ook omdat voor volgend jaar maart de officiële opening gepland staat van het eigen theater in het Vondelpark. Binnenkort wordt begonnen met testdraaien.
“Documentairemakers verdienen een eigen plek”, benadrukt de IDFA-directeur. “Een thuis waar het hele scala aan documentaire films aan bod komt, van journalistiek onderbouwd onderzoek tot de meest experimentele genrebender. Die breedte van het documentaire filmveld is niet nieuw, maar wel nieuw is het conservatisme dat alles wil afbakenen en in hokjes stoppen.”
Over vernieuwing gesproken, zijn er ook veranderingen in de opzet van het festival? “Er is één grote verandering doorgevoerd. We hebben het programmaonderdeel Masters geschrapt en daarvoor in de plaats is Signed gekomen. Masters leunde teveel op een historisch begrip van grootsheid en de canon. Daardoor kom je vrijwel automatisch uit bij oude mannen. We hebben jarenlang gediscussieerd hoe we de genderbalans konden rechttrekken, maar na verschillende pogingen moesten we concluderen dat de ongelijkheid in het concept zit ingebakken. Het criterium voor Signed is een sterke, persoonlijke signatuur en dat kan dus ook jonge en obscure makers betreffen.
“Signed bevat 20 tot 25 titels. Eén daarvan is The Echo van Tatiana Huezo, een van de beste filmmakers van Latijns-Amerika. Sommige mensen noemen haar nog steeds ‘veelbelovend’ – wat nooit zou gebeuren als zij uit New York zou komen. Ze is inmiddels bijna vijftig en heeft een flinke lijst films op haar naam staan. Een andere titel is Four Daughters van Kaouther Ben Hania, een hybride docudrama dat de grote verrassing was van Cannes. Het was daar één van de twee films die de bijna twintig jaar durende afwezigheid van documentaires in de competitie doorbraken.”
Waarom is dat zo belangrijk? “Cannes is het laatste grote festival dat een conservatieve opvatting over documentairefilms huldigde: documentaires zijn het bonusmateriaal op de dvd en alleen speelfilms zijn echte cinema. Dat er twee documentairefilms meedraaiden in de competitie betekent dat de documentaire definitief een plek heeft veroverd in de grotere wereld van cinema. Dit was de laatste veldslag.”
De andere documentairefilm in de Cannes-competitie van dit jaar was Youth (Spring) van Wang Bing. Hij is meteen ook de eregast voor IDFA 2023. Wat waren de redenen om voor hem te kiezen? “Wang Bing komt al jaren in aanmerking als eregast. Hij behoort tot de top documentairemakers van de afgelopen 20, 25 jaar. Zijn films voldoen niet aan westerse definities of normen aangaande documentairefilms en passen in geen enkel format. Bovendien is hij een unieke stem in China, wat op zich al geen sinecure is. Hij inspireert een hele generatie Chinese filmmakers.”
Hoe zal Wang aanwezig zijn op het festival? “We tonen een retrospectief van zes films, waaronder zijn eerste internationaal erkende meesterwerk, het negen uur durende West of the Tracks (2002). En natuurlijk zijn meest recente film. Op de eerste vrijdag van het festival ga ik met hem in gesprek.
“Voor zijn top 10 weigerde Wang een Sight & Sound-achtig lijstje samen te stellen. In plaats daarvan selecteerde hij tien films uit hedendaags China, waarvan de oudste dateert van 1999. Dit wordt echt een ontdekkingstocht – meer dan de helft van de titels is volstrekt onbekend buiten China. Tel bij deze top 10 de competitiefilms uit China en omringende landen en ik durf wel te zeggen dat IDFA 2023 de rijkste en meest complexe verkenning van Oost-Azië is die je je kunt voorstellen.”
Kunt u iets meer vertellen over het andere retrospectief op IDFA 2023, dat voor veel bezoekers herinneringen aan de jaren ’90 zal oproepen? “Dat is gewijd aan Peter Greenaway, die ook de Lifetime Achievement Award krijgt. Hij werkt vanuit een perspectief dat voorbij het onderscheid tussen documentair en fictief gaat. In elk van zijn speelfilms zit een documentair element en al zijn documentaires bevatten fictieve elementen. En hij weigert kunst versimpeld te definiëren als storytelling. Een paar decennia geleden zei Greenaway al dat cinema sterft omdat het zijn ziel verkoopt aan verhalen. Daar kun je het niet mee eens zijn – de huidige mainstream cinema is immers sterk plot gedreven – maar het is interessant om van hem te horen waar we nu staan.”
Ook de focusprogramma’s hebben traditioneel een reflectief karakter. Hoe zit dat dit jaar? “Dat geldt zeker voor het programma 16 worlds on 16, dat is samengesteld door senior programmeur Laura van Halsema. Het zijn zestien titels die illustreren welke invloed 16mm-film heeft gehad op de geschiedenis van de documentairefilm. Door dit format werd het mogelijk onafhankelijker film te maken, met een lager budget en op plekken in de wereld waar weinig filminfrastructuur is. Cinema vérité is mogelijk gemaakt door 16mm en experimentele documentairefilms zouden nooit zo’n vlucht hebben genomen zonder 16mm.”
Het tweede focusprogramma heet Fabrications. Wat moeten we ons daarbij voorstellen? “Dit programma is samengesteld door Sarah Dawson. Het draait om de simplificering dat wat spontaan voor de camera gebeurt waar en echt is, terwijl een geënsceneerde handeling dat niet zou zijn. De tien films in dit programma laten zien dat je de waarheid niet kunt laten zien door hem simpelweg te filmen. Het gaat niet om objectiviteit versus subjectiviteit, maar over de rol die verbeelding heeft in documentairefilms. Een documentairemaker is niet alleen maar een goede researcher, maar maakt ook ethische en esthetische keuzes.”
Het derde en laatste focusprogramma komt uit uw eigen koker. “Ik heb er nog geen naam voor, maar het behelst een vorm van anti-programmering waarbij ik het selectieproces heb overgelaten aan de filmmakers. Ik heb de briljante Sky Hopinka uitgenodigd, een native American filmmaker die veel werk maakt over geschiedenis en representatie. Na vertoning van zijn nieuwste film Powwow People ga ik met hem in gesprek en daarna neemt hij het stokje over. Hij heeft zelf een filmmaker uitgenodigd die hem inspireert, die op zijn beurt weer een maker heeft uitgenodigd. Het is een estafette met vijf filmmakers die de verbondenheid van het creatieve proces laat zien.”
Zijn er op dit moment nog meer tipjes van de sluier op te lichten? “Veel moet nog definitief worden gemaakt, maar de nieuwe film van Steve McQueen zullen we zeker tonen. Occupied City is echt een opmerkelijke film, waarin McQueen terugkeert naar het snijvlak tussen film en beeldende kunst. Het is geen rechttoe-rechtaan verhaal en ook geen verfilming van Bianca Stigters boek Atlas van een bezette stad – Amsterdam 1940-1945. Het is een liefdesverhaal op het niveau van film maken.”
Het lijkt inmiddels alweer lang geleden en sommigen zullen de herinnering ook verdrongen hebben, maar nog geen twee jaar geleden had IDFA – net als de rest van de maatschappij – te maken met de coronapandemie. Zijn er nog lessen uit die periode die invloed hebben gehad op het functioneren of de structuur van IDFA? “In 2019 had de filmwereld, inclusief IDFA, een verzadigingspunt bereikt. We liepen tegen de existentiële vraag aan: hoe kunnen we vooruitgang begrijpen als iets anders dan alsmaar meer en groter? Na de pandemie is iedereen hijgerig bezig weer terug op het oude niveau te komen en dat is een gemiste kans. IDFA mag zich gelukkig prijzen met een relatief snel herstel en de mogelijkheid zich te ontworstelen aan de cyclus van groei, waardoor je meer activiteiten moet ontwikkelen en daar weer meer financiering voor moet vinden. Het theater in het Vondelpark lijkt op groei maar gaat over consolideren en IDFA meer structuur geven. Het festival is voor de hele wereld en wat we de rest van het jaar in het Vondelpark doen, is primair gericht op Nederland en de gemeenschap van documentairemakers.”
En wat komt er zoal aan bod in het theater? “Een groot probleem, dat we ook zullen bespreken tijdens het festival, is de zwakke bestaanszekerheid van filmmakers. Die discussie is dit jaar goed losgebarsten in Nederland maar speelt al enkele jaren in het buitenland. Het heeft te maken met de filmeconomie die makers bijna dwingt één film per jaar te maken als ze hun hoofd boven water willen houden. Nogal wat filmmakers beleven een armoedeval na het maken van een film, en dan komt er vaak geen volgende meer. Ik steek ook de hand in eigen boezem. Wij festivals zijn hier deels schuldig aan door film te behandelen als een product.”
Wat kan je daar als festival aan veranderen? “Wij willen een platform zijn waar filmmakers zich veilig genoeg voelen om hun ongenoegen te uiten. Vorig jaar, toen we dertig jaar IDFA Forum vierden, hebben expliciet de deur opengezet voor kritiek. IDFA Forum was het allereerste financieringsforum voor documentairefilms ter wereld en het model is internationaal gekopieerd. We hebben daarmee carrières vooruit geholpen en samenwerkingsprojecten mogelijk gemaakt, maar terwijl we de documentairefilm vooruit probeerden te helpen hebben we ook bijgedragen aan de commodificering ervan. Het is belangrijk om ons daarvan bewust te zijn. Nu is het tijd om te luisteren en kritiek te incasseren. Wij hebben geen lange tenen en ik hoop dat deze houding besmettelijk is. In de hele industrie – de grote festivals, fondsen, televisie en zelfs de pers – wil iedereen toch vooral horen hoe goed ze zijn.”