Estibaliz Urresola Solaguren over 20.000 especies de abejas

'We infantiliseren te vaak de blik van een kind'

Establiz Urresola Solaguren. Foto: Laia Lluch

Het Baskische landschap dient als achtergrond voor de zoektocht naar identiteit in deze innemende debuutfilm over Lucía, een achtjarig transgender meisje op weg naar zelfacceptatie. “Ik wil dat mensen na het zien van de film nadenken over hoe ze zelf naar trans personen kijken.”

Het is een oude traditie in Baskenland dat grote levensgebeurtenissen worden gedeeld met de bijen. Bij een geboorte of sterfgeval vertel je de naam van de desbetreffende persoon aan de heilige insecten, als het ware om grote veranderingen in de menselijke wereld te verenigen met de natuurlijke wereld.

Nadat een achtjarig transgender meisje over dit gebruik leert, besluit ze in het Spaanse 20.000 especies de abejas de bijen te vertellen dat ze voortaan als Lucía door het leven wil gaan. Want als ze het de bijen kan vertellen, dan kan ze het toch ook met de rest van de wereld delen?

Debuterend regisseur Estibaliz Urresola Solaguren laat de twijfels en onzekerheden zien die voorafgaan aan dit levensbepalende moment. Met compassie en respect zet de film uiteen hoe een jong mens op zoek gaat naar haar innerlijke waarheid, zelfs wanneer dat bestaande familiedynamieken op scherp stelt.

20.000 especies de abejas is zo meer dan alleen een film over een trans persoon. Solaguren zoomt in op de complexe relatie tussen ouders en kinderen, en zet zo haarfijn uiteen hoe hardnekkig geïnternaliseerde genderpatronen en geërfde onzekerheden kunnen zijn. Om bij de metafoor van de bijen te blijven: het is een film over de hele bijenkorf en niet over een enkele bij.

En toch beklijft de zoektocht naar Lucía’s identiteit het meest, al is het maar door het uitzonderlijke spel van Sofía Otero, die als jongste acteur in de geschiedenis van de Berlinale een Zilveren Beer won. Tijdens de afgelopen ceremonie van de European Film Awards in Berlijn stond regisseur Solaguren stil bij haar innemende film en de manier waarop ze deze gevoelige materie wilde behandelen in haar debuut.

20.000 especies de abejas

Na het kijken van 20.000 especies de abejas beklijft het gevoel dat Lucía nog steeds aan het voorportaal staat van iets groots. Ze kan weliswaar beter overbrengen wie ze is, maar is alsnog een jonge trans vrouw die opgroeit in een wereld die vrij vijandig staat ten opzichte van gemarginaliseerde groepen. Was het uw intentie om die onzekerheid onderdeel te maken van de film? “Natuurlijk. Het is immers een bitterzoete film. Lucía’s overwinning is dat haar familie begrijpt wie ze is, maar ze moet vervolgens ook de wereld aankunnen. Want wie staat er naast haar, behalve haar familie? In die zin wil ik het publiek niet te veel troost geven met een eind goed, al goed. Ik wil dat mensen na het zien van de film nadenken over hoe ze zelf naar trans personen kijken.”

Als er iets opvalt aan hoe Lucía’s transitie getoond wordt, is het de enigszins blasé houding die veel van haar leeftijdgenootjes hebben over haar gender. Ik begreep dat dit u ook opviel tijdens de casting van Lucía, dat met name volwassenen problematiseren en kinderen veel meer aannemen als gewoon? “Het was zo verfrissend om met kinderen over dit onderwerp te praten. Vooral omdat talloze mensen me hebben verteld dat deze film in elk klaslokaal vertoond zou moeten worden. Na een tijdje vroeg ik me af of niet vooral volwassenen deze film zouden moeten zien, want de kinderen met wie ik praatte hadden er geen moeite mee om de thema’s te begrijpen. Het zegt misschien iets over het verschil tussen de blik van een volwassene en de blik van een kind. Het valt me sowieso op dat we de blik van een kind te vaak infantiliseren, alsof zij niet in staat zijn om de waarheden in de wereld te herkennen. Dat roept ook allemaal complexe connotaties op in het geval van jonge trans mensen. Er is de aanname dat jonge kinderen niet weten wat goed voor hen is, dat ze nog te jong zijn om over hun eigen identiteit te beslissen. Wederom infantiliseren en onderschatten we hier het kind.”

Ik zie dat u dat infantiliseren heeft willen vermijden met deze film. “En die ambitie gaat ook zitten in het narratief. Meerdere mensen hadden een meer dramatische of tragische film verwacht, waarin ik de transkwestie lekker zou aandikken. Dit is hoe we nou eenmaal gewend zijn om naar verhalen over trans personen te kijken en dat wilde ik juist niet. Natuurlijk is het leven van iemand in transitie complex en ingewikkeld en verwarrend, maar dat is het leven altijd. Bovenal hoeft dat niet altijd mooie en positieve ervaringen in de weg te zitten. Daarbij had ik altijd in mijn hoofd: deze film gaat over een trans meisje van acht, dus veel kinderen die trans zijn gaan deze film ook zien. Ik wil dat ook zij een gezonde en verantwoorde representatie op het grote doek kunnen zien.”

Een toegevoegde laag is de ingewikkelde familiedynamiek tussen meerdere generaties vrouwen uit één familiestamboom. Het laat zien dat niet alleen Lucía op zoek is naar haar eigen identiteit. Waarom was het voor u zo belangrijk om haar verhaal in dat grotere kader te plaatsen? “Mij werd altijd aan de hand van Simone de Beauvoir verteld dat je niet als vrouw geboren wordt, maar dat je er één wordt. Daar was ik het altijd mee eens, maar in een transnarratief roept dat allerlei vragen op: word je een vrouw of ben je het al? Is identiteit iets compleets eigens of is het een product van de relaties die je aangaat en de blik die anderen op je hebben? Natuurlijk is het al die dingen tegelijkertijd en ik wilde dat spanningsveld onderzoeken. Als we het hebben over alle vrouwen in de film, dan hebben we het over een meerstemmige familie-eenheid van totaal unieke individuen die desalniettemin één cruciaal aspect met elkaar gemeen hebben: de schaamte die ze als zelfdiscipline hebben moeten aanleren binnen het patriarchale systeem, waardoor bepaalde grenzen en conventies nooit doorbroken worden. Wat Lucía vervolgens durft en doet in de film, is ergens ook een overwinning voor de andere vrouwen in haar leven.”

Het is interessant dat u het woord schaamte gebruikt, omdat uw eerdere korte films ook over schaamte gaan. Het is een uiterst sterke emotie en film is enorm geschikt om de rommeligheid van schaamte te ontleden. Waarom komt u er steeds op terug? “Schaamte kan enorm geïnternaliseerd zijn. In mijn geval wist ik niet eens dat ik altijd terugkwam op dit onderwerp totdat de Spaanse regisseur Celia Rico Clavellino als mijn mentor in een scriptlab vertelde dat ze het zo interessant vond dat ik altijd films over schaamte maakte. Dat was een openbaring. Ik wist niet eens dat ik hier zo mee bezig was. Sindsdien heb ik er een bewuste missie van gemaakt om dat thema te behandelen, om te onderzoeken hoe schaamte een onderdeel is van elk individu in de scripts die ik schrijf. Zo belandde ik bij het werk van Martha Nussbaum, een filosoof die schrijft over schaamte als mechanisme van zelfcontrole voor gemarginaliseerde mensen binnen het patriarchaat. Die ideeën behoren tot de voornaamste inspiratiebronnen voor mijn eigen werk.”