Cyrus Frisch over OOGVERBLINDEND

Wat moet je met alle misère?

  • Datum 29-01-2016
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Na blackwater fever is enfant terrible Cyrus Frisch terug met oogverblindend. Even tegendraads qua vorm, even sociaal geëngageerd. "Waarom zou je in godsnaam geld en energie in een film steken zonder het doel te hebben om de wereld te verbeteren?"

Cyrus Frisch (foto Angelique van Woerkom)

Het blijft een zeldzaamheid in een op consensus gerichte filmcultuur, maar Nederland is ten minste één regisseur rijk die een broertje dood heeft aan conventies en volop de controverse zoekt. Cyrus Frisch laat in zijn nieuwste film oogverblindend een anderhalf uur durend telefoongesprek horen tussen twee maatschappelijk geïsoleerden, die vrijwel niet in beeld komen. Via de beestachtige straattaferelen die de vrouw (Georgina Verbaan) vanachter het raam van haar Amsterdamse grachtenpand gadeslaat mondt de conversatie uit in een ooggetuigenverslag van de man (Rutger Hauer), over zijn medeplichtigheid aan de misdaden tegen de menselijkheid van de Argentijnse junta. Het festivalpubliek in Buenos Aires reageerde emotioneel op Frisch’ pleidooi voor het helpen van onze lijdende medemens. "Wat een krankzinnige ervaring! Huilende meisjes in het publiek, oude mannen die me geëmotioneerd kwamen omhelzen, dranghekken voor de bioscoop", schreef de regisseur vanaf het Argentijnse filmfestival Bafici.

Film als massatherapie. "Nou nee, dat gaat wat ver. Ik heb het gewoon draaglijk gemaakt om over de boodschap na te denken. Mijn vorige films vergeef me en blackwater fever moesten mensen tot het uiterste tergen, met als doel hun geweten te prikkelen. Met oogverblindend wilde ik het publiek juist op een prettige manier emotioneren, noem het vertederen of ontroeren. Daarom zijn die reacties belangrijk voor mij. Anders zou ik het gevoel hebben dat mijn missie volledig was mislukt."

Een andere toon, maar dezelfde boodschap: hoe wij wegkijken van de ellende van andere mensen. U wilt niet alleen ontroeren, maar ook dat we ons schuldig voelen, misschien zelfs medeplichtig. "Ik heb in de eerste plaats geprobeerd mijn eigen gevoel op orde krijgen. Lang dacht ik andermans leed te mogen negeren. Want wat moet je met alle ellende die kranten en televisiezenders dagelijks over je uitstorten? En dat zonder handleiding voor hoe het te verwerken. Een misdaad, vond ik het. Georgina stelt zich in de film dezelfde vraag: heb ik niet het recht om mijn ogen te sluiten voor de misère die ik op straat zie? Rutger geeft haar indirect antwoord. Zijn verhaal maakt duidelijk dat als iedereen zo’n houding zou hebben, er op een dag zomaar dertigduizend mensen verdwenen kunnen zijn, zoals onder het moorddadige regime van Videla gebeurde."

Daarmee doet u toch een appèl op de kijker? Dat we door niet langer weg te kijken, de humanitaire wereldproblemen kunnen oplossen? "Zeker weten. Je bent er daarmee natuurlijk nog niet, maar het zou het gevoel van verantwoordelijkheid naar anderen in ieder geval enorm vergroten. Een eerste stap naar het ideaal van de best mogelijke wereld. Maar het is ook een kwestie van de juiste duiding. Het nieuws brengt bijzaken van bijzaken, waardoor de essentie uit het zicht verdwijnt. Ik wil mijn publiek helpen met het onderscheiden van de bij- van de hoofdzaken."

Bent u niet bang om te worden weggezet als een didactische filmmaker? "Dat vind ik geen enkel bezwaar. Sterker, ik redeneer precies omgekeerd. Waarom zou je in godsnaam geld en energie in een film steken zonder het doel te hebben om de wereld te verbeteren? Het is de verantwoordelijkheid van kunstenaars om duidelijk stelling te nemen. Vroeger wist ik maar half wat ik wilde vertellen. Als je het maar lekker vaag houdt, projecteren mensen er vanzelf grootse dingen op. Eigenlijk is dat het makkelijkste wat je kunt doen. Het is een aanpak die getuigt van lafheid."

Hoe bent u bij de vorm gekomen van oogverblindend, waarin we de acteurs wel horen maar nauwelijks zien? "Voor vergeef me filmde ik vanachter het raam van mijn huis aan de Gelderse Kade taferelen op straat. Dronken zwervers die door de politie worden opgepakt, een masturberende man, de spiegeling van het zonlicht op de gracht. Ik deed er toen niets mee, maar had vanwege mijn passieve voyeurspositie wel een schuldgevoel opgebouwd. Daaruit ontstond de telefoondialoog tussen een vrouw uit Amsterdam en een man uit Buenos Aires, geschreven op die 150 uur beeldmateriaal."

Wat blijft, is de associatieve relatie tussen wat er verteld en wat er getoond wordt. "Bij het monteren besloot ik volledig in het hoofd van Georgina te kruipen. Het is dus een heel subjectieve film. Of het gesprek echt plaatsvindt, weet ik niet eens zeker. De beelden bij Rutgers verhalen over Argentinië zijn haar interpretatie. De film gaat dwars door alle seizoenen, van bladeren aan de bomen tot sneeuw langs de gracht. Dat kan alleen vanuit Georgina’s gevoelstoestand, met herinneringen en fantasieën. Ze is een hoog-sensitief personage dat die ellende buiten op straat helemaal niet kan handelen. Dat gevoel had ik ook een beetje toen ik daar woonde."

U bent heel expliciet in uw boodschap, maar u kiest een radicale, ongebruikelijke vorm. "De meeste regisseurs deinzen ervoor terug het publiek aan het werk te zetten. Ze bedenken een pakkend verhaal met drie of vijf aktes en vullen dat zo prettig mogelijk in. De kijker hoeft niets meer te doen en denkt daardoor niet na over wat hij ziet. Ik kies voor een vorm die je meer ruimte laat. Dan blijft de boodschap beter hangen."

Niels Bakker