Christian Frei en Maxim Arbugaev over Genesis 2.0

'De weder­geboorte van de mammoet is de manifestatie van iets veel groters'

Wat hebben de zoektocht naar mammoetresten op een onherbergzaam eiland en experimenten op het gebied van gentechnologie met elkaar te maken? Genesis 2.0 geeft het antwoord. De Zwitserse documentairemaker Christian Frei werkte voor zijn nieuwe film samen met coregisseur Maxim Arbugaev, die met adembenemende beelden terugkwam van zijn Siberische expeditie. Tijdens IDFA waren beide regisseurs in Amsterdam.

Wat was de aanleiding voor deze film: de mammoet of de synthetische biologie? Frei: “Beide! Ze kwamen samen. Ik lees veel en was geïntrigeerd geraakt door die grootse ondertitel van George Church’s boek Regenesis: ‘How Synthetic Biology Will Reinvent Nature and Ourselves’. Terwijl ik midden in het hoofdstuk zat waarin hij beschrijft hoe hij de wolharige mammoet wil herscheppen, stuitte ik bij toeval op de foto’s van Evgenia Arbugaeva en ontdekte ik die oerwereld van de slagtandenjacht. En ik realiseerde me dat die twee met elkaar te maken hebben, want nu er steeds meer mammoetslagtanden gevonden worden, groeit ook de kans op de vondst van een goed geconserveerd karkas waaruit DNA kan worden gewonnen voor dat futuristische regeneratieproject. Ik zag een geweldige kans om in één film verleden en toekomst met elkaar te verbinden. En via Evgenia kwam ik in contact met haar broer [legt zijn hand op Arbugaevs schouder], die een bijzonder getalenteerde jonge documentairemaker bleek te zijn!”

U kende de Nieuw-Siberische Eilanden al voordat u er deze film maakte? Arbugaev: “Ja, mijn zus en ik groeiden op aan de Oost-Siberische kust en ik was al twee keer op de eilanden geweest. De ivoorjagers komen uit dezelfde streek als ik. Dat hielp allemaal om me tijdens de expeditie op mijn gemak te voelen. Omdat ik in 2012 al een expeditie had meegemaakt, wist ik ongeveer wat ik wilde laten zien. Mijn uitgangspunt was om jager onder de jagers te worden en net als zij dagelijks die twintig à dertig kilometer af te leggen. Oorspronkelijk waren het vooral vissers uit een paar kleine dorpjes in de buurt van de eilanden, maar nu er meer ivoor gevonden wordt komen ze ook uit andere delen van Rusland. Er gaan nu jaarlijks ruim driehonderd mannen naartoe en er wordt twintig tot dertig ton aan slagtanden opgegraven.”
Frei: “Het is een gold rush. Een paar hebben enorme mazzel, sommigen komen met lege handen thuis. En elk jaar overlijden er één of twee.” Arbugaev: “Je raakt er makkelijk verdwaald, want het is er altijd mistig, en het is een eindeloze toendra die er precies hetzelfde uitziet waar je ook kijkt. Er zijn ijsberen, en de rotskust is ook verraderlijk.”

De logische link tussen het verleden en de toekomst is Semyon Grigoriev, directeur van het mammoetmuseum in Jakoetsk en broer van een van de jagers, die met behulp van een DNA-monster uit een van de gevonden karkassen een mammoet wil klonen. Toch begint uw deel van dit verhaal op de iGEM Giant Jamboree in Boston, waar studententeams hun genetische innovaties presenteren. Frei: “Ik wilde het enthousiasme van deze studenten overbrengen, en dat zij net als de jagers onontgonnen terrein verkennen. Zij gaan ook vol verwachting op avontuur, en die emotie had ik nodig omdat ‘mijn’ deel van de film anders niets meer te bieden had dan laboratoria en petrischaaltjes. De wereld die Maxim laat zien is heel visueel, je ziet wat ze doen. Het uitkammen van een terrein door met stokken in de grond te prikken is het perfecte beeld van een zoektocht. In een laboratorium kun je met een direct cinema-benadering veel minder goed uit de voeten.
“Die jamboree was ook een goede plek om George Church te introduceren. De manier waarop de studenten op zijn bezoek reageren laat zien wie hij in deze wereld is: een superster. Wat Semyon Grigoriev hoopt te realiseren is één manier, maar wat Church probeert te doen is pas echt futuristisch. Hij wil olifanten-DNA zo herschrijven dat er een nieuw soort mammoet uit ontstaat.”

Er hangt een soort dreiging over de film, of een waarschuwing op zijn minst. Wat boezemt u in relatie tot de ontwikkelingen in de wetenschap het meeste angst in? Frei: “Ik wil het niet formuleren in termen van angst, want angst is een banaliteit: alles wat nieuw of onbekend is, maakt ons bang. En toch willen we het ook ontdekken. De studenten die ik in Boston zag worden gedreven door de wens om de wereld beter te maken. Ze willen mensen zoals Angelina Jolie genezen, die door toedoen van één gen een sterk verhoogde kans heeft op agressieve borstkanker. Maar het is een kleine stap tussen de mensheid genezen en verbeteren. Zelf ben ik erfelijk belast met kaalheid, wat ik niet als een probleem ervaar – maar wat als ik besluit om dat wel te doen? George Church probeert veroudering en dood te verhelpen, hij is daar heel serieus mee bezig. Wat zou dat betekenen voor de verzorgingsstaat? En bij de Chinese Nationale Genenbank wordt doodleuk gezegd dat mensen met een defect op hun genoom in de toekomst helemaal niet meer geboren hoeven te worden. Dat is schrikwekkend, want mijn idee van de schoonheid en de waarde van het leven is niet dat elke mogelijke handicap wordt geëlimineerd. Ik zie deze film als een eerste verkenning van dit enorme verschijnsel dat voor onze neus staat. De wedergeboorte van de mammoet is de manifestatie van iets wat nog veel groter is.”

De beelden van de slagtandenjacht worden in- en uitgeleid door een gedicht dat een waarschuwing bevat tegen het verstoren van de aarde. Arbugaev: “De relatie met de natuur speelt een prominente rol in onze cultuur, en er rust inderdaad een taboe op het opgraven van mammoetresten. Daarom wordt er bij een vondst ook iets teruggegeven. Toen mijn groep na een maand nog niets had gevonden werd ik enorm zenuwachtig en ik nam me voor om zelf ook een dankoffer te brengen wanneer we een slagtand zouden vinden. Maar toen dat eenmaal gebeurde ging ik zo op in het filmen dat ik het vergat. Op de terugweg kantelde mijn slee en belandde mijn camera op de bodem van een plas. Het duurde vijf dagen voor hij weer werkte; daarna heb ik het dankritueel nooit meer vergeten…”
Frei: “Die dichtregels komen uit een groot voorouderepos, zoals je dat in elke cultuur wel vindt. Wat ik mooi vond aan deze regels is het vrouwelijke perspectief. In beide onderwerpen van de film kun je een genderaspect ontwaren: het penetreren van moeder aarde, en de droom om op autonome wijze leven te creëren. Zonder esoterisch te worden, is het wel interessant dat zoveel culturen dit soort taboes hebben.”

Bedoelt u dat dit mist in de wetenschappelijke cultuur? Frei: “Ik hou van wetenschap, begrijp me niet verkeerd. De wetenschappelijke wereld is ontzettend belangrijk en het baart me zorgen dat de geest van de Verlichting op dit moment meer en meer wordt bedreigd door allerlei samenzweringstheorieën en anti-vaccinatieverhalen die vooral via sociale media worden verspreid. Ik zie het niet als mijn rol om in mijn film de wetenschap toe te juichen, maar ik ben er ook niet op uit om elke nieuwe ontwikkeling als gevaarlijk en kwaadaardig af te schilderen, dat is zeker niet de boodschap van deze film. Maar wanneer de westerse wereld allerlei gevoelige zaken exporteert naar China en ook Rusland, waar een gebrek is aan ngo’s en vrije media om te reflecteren op wat er in laboratoria gebeurt, dan brengt dat grote risico’s met zich mee.”