Boudewijn Koole over Kauwboy
De sporen van de dood
Twee prijzen sleepte Boudewijn Koole tijdens het afgelopen Filmfestival Berlijn in de wacht voor zijn debuutfilm Kauwboy, een intens verhaal over een lone rider van negen, kauwtjes, kauwgombellen, liefde en verlies: “Als kind ben je gewend dat er van alles is dat je niet snapt.”
Rennen. Razen. Racen. Negenjarige Jojo gaat de strijd aan met zijn vader. Elke dag als hij in zijn autootje het huis verlaat, zet Jojo het op een lopen om zijn vader bij het viaduct over de snelweg uit te kunnen zwaaien. Hij rent niet. Hij vliegt.
Het is een wedstrijd op leven en dood, want Jojo en zijn vader hebben wat uit te vechten. Eenzaamheid. Verdriet. Troost ook. Dat proces wordt in gang gezet als Jojo op een van zijn vluchten een uit het nest gevallen kauwtje vindt.
Na zijn veelgeroemde One Night Stand Maite was hier (2009) ging tijdens het afgelopen filmfestival van Berlijn in het Generation KPlus Kauwboy van Boudewijn Koole (1965) in première en werd bekroond met de prijs voor de beste debuutfilm (uit alle programmaonderdelen) en de ‘Grand Prix of the Deutsches Kinderhilfswerk’ als ‘Beste Film’.
Een jongetje en een vogel. Ik moest meteen aan Kes van Ken Loach denken. Hommage? “Toen ik een jaar of tien was heb ik zelf een kauw gehad, of een kraai was het. Het was zomer, ik zat op mijn zolderkamer en die kraai vloog recht op mij af. Hij was door iemand anders al tam gemaakt en ik lokte hem met spiegeltjes en kippenvoer. Na een tijdje wist hij wanneer ik uit school kwam en dan zat hij al klaar. Op een gegeven moment is hij ook mijn kamer in gevlogen en heeft hij al mijn posters van de muur getrokken. Ik dacht dat mijn zusje dat gedaan had. Toen heb ik wraak genomen en in haar kamer al haar posters van de muur getrokken. Maar dat bleek later die kraai te zijn geweest.
“Die kraai heb ik verloren toen ik hem een maand of drie later aan mijn vriendjes op straat liet zien: ‘Kijk hoe cool man, ik heb een kraai.’ Toen floot ik en toen kwam ie. En op dat moment kwam er een ander vriendje op z’n fiets aanrijden, en sleng…”
Dus de vader van Jojo krijgt gelijk… “De vader heeft volledig gelijk. Dat is het wrede. Of ze vliegen weg of ze gaan dood. Dat is met tamme vogels zo. Maar het kind is uiteindelijk wijzer.”
Maar met Ken Loach heeft het dus niets te maken? “Ik ben een ontzettende fan van Ken Loach. De manier waarop hij met acteurs werkt, niet alle informatie prijsgeven, dat zijn dingen die ik nog wel verder zou willen uitproberen. Met een kind doe je dat automatisch al een beetje. Ik heb Rick Lens die de hoofdrol speelt ook niet het hele scenario laten lezen.”
Bij een film als deze draait alles om het vinden en regisseren van de juiste hoofdrolspeler. “Dat komt aan op goede casting. Met behulp van filmpjes, foto’s. Ik probeer iedereen op hetzelfde spoor te krijgen. Joost Conijn heeft ooit een filmpje gemaakt over de kinderen van Amsterdamse islamitische stadsnomaden, Siddieqa, Firdaus, Abdallah, Soelayman, Moestafa, Hawwa en Dzoel-kifl (2004), dat heeft ter inspiratie gediend. En daar op de muur zie je voorbeelden van wat voor soort jongetje we zochten, en daar hangt het jongetje uit Kes ook bij. Maar wie je zoekt bestaat niet. En een goede castingagent weet dat. Op een gegeven moment kwam dit jongetje binnenlopen. In tegenstelling tot alle anderen zat hij een beetje onderuitgezakt op z’n stoel. En toen ik hem zei dat het ook over iets verdrietigs ging en vroeg of hij dat kon spelen, zei hij: ‘Mijn ouders zijn gescheiden, dus ik weet wat dat is.’ Volgens mij zei hij dat daar voor het eerst. Zo’n stoer mannetje, maar ook met een verborgen pijn die je direct raakte. En op de casting-dvd hoorde ik op de achtergrond een kauw.”
Echt? “Echt. Er zijn driehonderd jongens langs geweest. Ik heb allerlei vogels op de achtergrond gehoord, spreeuwen, merels, want het werd langzaam lente, we kwamen steeds dichter bij onze draaiperiode, en voor het eerst hoor ik op de achtergrond ‘kja, kja’.”
Voor een kinderfilm is hij tamelijk heftig. “We schatten hem in vanaf negen jaar. Maar als volwassene kijk je anders. Als volwassene heb je van alles meegemaakt. Dus je kijkt met die psychologische ervaring. Je snapt dat er iets met de vader van Jojo moet zijn en je voelt alle diepte. Daarom wordt de film vrij pittig. Voor een volwassene gaat hij echt over onderwerpen als dood, afscheid nemen, relaties, vasthouden aan dingen. Een kind heeft die ervaring niet, en zal de film dus als veel lichter beleven. Er zit een kauw in, en kauwgomballen, en een meisje, en die vader, ja, die doet zo gek.
“Dat sluit meer aan bij hoe ik me herinner dat ik als tienjarige de wereld ervoer. Er waren altijd dingen tussen mijn ouders, maar ik zag alleen maar de buitenkant. Dat ze ruzie maakten bijvoorbeeld, maar niet dat daar al uren van gesprekken aan vooraf waren gegaan. Als kind ben je gewend dat er van alles is dat je niet snapt.”
Je hebt meerdere producties voor kinderen gemaakt over zware onderwerpen. Heb je daar iets mee? “Weet je wat het gekke is? Een op de vijf kinderen heeft te maken met huiselijk geweld. Een op de vijf. Dat is iets wat ze allemaal meemaken. Wat je niet tegen je vriendje zegt, niet tegen je moeder, niet tegen je oma. Dat. En de dood. In elke klas zit een kind dat een broertje, zusje, vader of moeder heeft verloren. Tweehonderdduizend kinderen per jaar. Een op de vier meisjes heeft te maken met seksueel geweld. Een op de tien jongens wordt misbruikt. Dus het gebeurt de hele tijd. Dus waarom zou je kinderen daartegen beschermen in de cinema? Ik denk come on, daar moeten films over worden gemaakt.
“Die grote thema’s trekken me. Liefde, oorlog, dood. Voor Villa Achterwerk van de VPRO heb ik een serie over de dood gemaakt, ook omdat ik merkte dat volwassenen daar niet met kinderen over praatten. Maar dat was begin jaren negentig. Daarna is er heel veel veranderd in onze samenleving. In die serie wilde ik uitzoeken hoe kinderen naar de dood kijken, en of dat anders is dan volwassenen. Toen vond ik een jongetje dat vijftien dagen in coma had gelegen, Gilliard. Hij had een hersentumor gehad en hield heel veel van film. Hij had een enorme fantasie. Onze vriendschap was gebaseerd op een gedeelde liefde voor illusie. Tijdens het draaien kwam de kanker terug. Ik zat naast zijn bed en toen durfde ik hem pas te vragen hoe hij de dood zag. Hij lag op het randje en ik dacht dat hij het grote geheim had. Toen kreeg hij een glimlachje. En ik zei: ‘Gilliard, ik voel dat jij veel slimmer bent dan ik.’ En dat was-ie. Hij was al een jaar lang aan het strijden met veel grotere vijanden dan ik ooit heb gezien. En hij: ‘Ja dat klopt.’ Toen schoot ik alweer in de lach. Ik vroeg hem wat belangrijk was, maar hij zei: ‘Nee, daar moet je zelf achter komen.’ Maar hij kon me één ding vertellen: ‘Vriendschap. Dat is heel belangrijk.’ Dat moment was een van de meest bijzondere dingen in mijn leven.
“Sindsdien lijken deze onderwerpen op mijn pad te komen. Ik vind het ook spannend om dit soort verhalen aan kinderen te vertellen, omdat het dan nog moeilijker wordt en daardoor archetypischer. Als je een groot thema pakt en je moet het aan kinderen uitleggen, dan gebeurt er iets spannends in het proces voor jou als maker.”
Wat is dat spannende? “De dood is net als de liefde een van de grote mystieke dingen van het leven. Waarom leven we? Als je op het randje van een ravijn staat voel je wat belangrijk is. Dan ervaar je het leven.
“Het is onverfilmbaar. De dood kun je niet filmen. Je kunt een dood lichaam filmen. Maar niemand weet wat het is. Je moet al je associatieve vermogens inschakelen. Je kunt alleen de sporen van de dood filmen.
“Volgens de Amerikaanse scenariogoeroe Christopher Vogler zit er in elk verhaal een fase waarin je de dood tegenkomt, in welke gedaante dan ook.”
In Kauwboy merk je vooral door de visuele stijl dat dit niet zomaar een film over een jongetje met een vogel is. Je zit met de camera heel dicht in de belevingswereld van Jojo. Wil je met die stijl zijn isolement en eenzaamheid onderstrepen? “Ja, misschien. Dat kan. In mijn One Night Stand Maite was hier (2009) zie je dat ook. Je begint met wat dialoog en op een gegeven moment verliezen we het bijna. Dat gebeurt hier weer. Nadat die kauw het huis uit is gegooid en zijn vriendinnetje Yenthe een beetje uit het beeld verdwijnt, heeft het jongetje niemand meer om mee te praten.
“Ik begin de film-jubelstemming te voelen op het moment dat ik dan zo’n scène met die baksteen kan draaien. Dat zijn alleen nog maar shots. Dan raakt de film echt los van het narratieve. Je raakt je oriëntatie kwijt. Je raakt uit de tijd. En daar gaat film over. Over tijd. Dat je daarmee speelt.”
Er zitten ook een soort foto-achtige sequenties in. Daarmee wrik je de tijd nog meer uit zijn voegen. “Het is geïnspireerd door iets wat ik zelf doe. Ik fotografeer veel. En in plaats dat ik daar een fotoboek van maak, zet ik het in montageprogramma Final Cut. Dat heeft een bijzonder effect. Soms staat het stil, soms loopt het. Je doet iets met de tijd. Dat liet ik aan cameraman Daniel Bouquet zien en die was daar heel enthousiast over. Dan gaat het echt los. De vraag is hoever je daarin durft te gaan. Er zit iets. Wat weet je ook niet precies. Een foto zet de tijd stil, maar er gebeurt meer.
“De fotografie is geïnspireerd door het werk van Leonie Purchas. Dat is een jonge Engelse fotografe wier werk ik ooit in Foam had gezien. Ze had een band-dia gemaakt met foto’s uit een jaar uit het leven van haar moeder. Toen ontdekte ik weer de kracht van foto’s met muziek. Dat is anders dan bewegend beeld. Het heeft een heel sterke esthetische kracht. Dus dat zijn we gaan proberen.
“In de montage hadden we een bak prachtige foto’s en die zijn terechtgekomen op momenten die met de moeder te maken hebben. Dat heeft misschien iets te maken met wat je eerder vroeg, over waarom het zo boeiend is om dit soort moeilijke onderwerpen te verfilmen. Misschien komt het omdat je de tijd stopt. Het heeft te maken met schoonheid. Waardoor je in een soort magisch kijken schiet. Dat hoop ik althans dat er met de toeschouwer gebeurt. Dat hij op plekken komt waar hij anders niet komt. Als je alleen maar narratief bezig bent stuur je veel meer de gedachte. Hiermee kom je op een ander niveau.”
Nederlanders in Berlijn
De Nederlandse film was goed vertegenwoordigd op het afgelopen Filmfestival Berlijn. In de wandelgangen was te horen dat het met de FIPRESCI-prijs voor de Beste Film in het Forum bekroonde Hemel van Sacha Polak best in competitie had kunnen draaien. Maar de grootste verrassing was misschien wel Kauwboy van Boudewijn Koole. Na zijn veelgeroemde One Night Stand Maite was hier (2009) beleefde Kauwboy zijn wereldpremière in het Generation KPlus-programma en won de prijs voor de beste debuutfilm (geselecteerd uit alle festivalonderdelen) en de ‘Grand Prix of the Deutsches Kinderhilfswerk’ als ‘Beste Film’. Ook Klaartje Quirijns, wier portret Anton Corbijn Inside Out vanaf 22 maart in Nederland te zien is en van wie tijdens het Movies that Matter Festival de documentaire Peace Versus Justice wordt vertoond, en Meral Uslu, wier Snackbar vanaf 5 april in de filmtheaters gaat draaien, waren voor het festival geselecteerd.