Bing Liu over Minding the Gap

‘Huiselijk geweld is een cyclus van veel meer dan alleen geweld’

Bing Liu

Het regiedebuut Minding the Gap over skaten als uitweg uit jeugd­trauma’s van de 29-jarige Bing Liu wordt wereldwijd goed ontvangen. ‘Uiteindelijk plaatst dit de kijker in de schoenen van iemand in een gewelddadige relatie.’

Met documentaire Minding the Gap maakt de 29-jarige Chinees-Amerikaanse filmmaker en cameraman Bing Liu een overrompelend filmdebuut. Wat begint als een skatefilm over drie jonge vrienden (waaronder de maker zelf) wordt in anderhalf uur uitgediept tot een empathisch portret van drie jongens die, elk op hun eigen manier, het huiselijk geweld uit hun jeugd proberen te verwerken.

Skaten als uitweg uit jeugdtrauma’s: dat was het startpunt voor de documentaire, waar Liu al in 2012 aan begon te werken. In zijn vrije tijd, naast allerlei klusjes in de filmindustrie. Toch was Minding the Gap niet van meet af aan ingezet als zo’n intens persoonlijk project, vertelde de maker tijdens documentairefestival IDFA, waar zijn film eind 2018 zijn Nederlandse première had. “Ik reisde het hele land door, sprak overal skaters. Maar het viel pas op zijn plek toen ik terugging naar Rockford, het industriestadje onder de rook van Chicago waar ik zelf opgroeide, en daar Kiere ontmoette.”

Kiere bleek de hoofdpersoon die hij nodig had – oprecht en volledig open over de jeugdtrauma’s die hij met zich meedroeg. “In ons allereerste interview op zijn zolderkamertje praatte hij heel open over hoe hij mishandeld werd door zijn vader. Kort daarna zag ik mijn jeugdvriend Zack voor het eerst in jaren weer. Hij was met zijn hoogzwangere vriendinnetje Mina, dus daar lag ook direct een verhaal. Zo ging het om hun verhalen draaien.”

En om uw eigen verhaal. “Dat kwam later; ik ben mezelf pas onderdeel van het verhaal gaan maken toen we al drie jaar bezig waren. Ik zocht naar een manier om de verhalen van Zack en Kiere intiem te vertellen, om in hun privélevens te wroeten, zonder dat het als exploitatie zou voelen. Daarvoor was het nodig om mijn ervaring met huiselijk geweld ook expliciet te maken.”

U houdt een knappe balans in uw weergave van Zack, een enorm charismatische jongen maar ook iemand die dreigt de cyclus van huiselijk geweld zelf voort te zetten. “Eigenlijk is het een simpele formule: je moet als kijker een beetje verliefd op hem worden, voordat hij de dingen gaat doen die je tegenstaan. Ook als maker heb ik enorm met hem geworsteld. Met Kiere ging het eerste gesprek meteen over het omgaan met onze jeugdtrauma’s. Bij Zack werkte dat niet; telkens als ik erover probeerde te praten, wimpelde hij het af. Hij was heel onvoorspelbaar, en op een zeker moment wist ik zelf ook niet meer wat ik moest geloven. Dat was frustrerend, maar uiteindelijk plaatst het de kijker ook in de schoenen van iemand in een gewelddadige relatie. Je bent verliefd op iemand die je steeds weer pijn doet, maar je ook steeds weer verleidt om terug te komen. Veel films over huiselijk geweld tonen alleen de ellende, maar als je er zelf in zit, is er een cyclus van veel meer emoties: hoop, vreugde, liefde, pijn, verraad, wantrouwen en dan weer hoop.”

Die cyclus zie je Kiere in de film ook doormaken. Hij praat daar met een ontwapenende openheid over. Hoe kreeg u dat voor elkaar? “Het zit erin dat ik niet oordeel, denk ik. Mensen hebben goeie voelsprieten – ze merken het direct als je motieven niet oprecht zijn, als er geen echte nieuwsgierigheid en empathie is. Als dat er wel is, ontstaat er bijna vanzelf een veilige ruimte waarin mensen zich bloot durven te geven.”

Verandert de aanwezigheid van de camera daar iets aan? “Niet echt. Mensen die zeggen dat de camera intimiteit in de weg staat, geven die camera te veel macht. Het klinkt voor mij als een smoesje. En omdat ik zo lang draaide – ik had 226 draaidagen – werd het voor hen onmogelijk om constant op hun hoede te zijn. Dus het draait om geduld en niet doordrammen als je voelt dat iemand ergens niet voor in de stemming is.”

Het moet een monsterklus zijn geweest om uit al dat materiaal een film te destilleren. “Dat viel eigenlijk best mee. Ik monteerde gaandeweg: telkens als we een goede scène hadden gedraaid, zette ik die meteen in elkaar. Dus toen mijn co-editor Josh Altman er eind 2017 bij kwam, waren alle scènes gebouwd en lag er al een rough cut. De grootste uitdagingen waren de grotere structuur, en mijn eigen verhaal binnen de film – dat werkte nog totaal niet.”

Wat ontbrak eraan? “Mijn verhaal is in feite een spookverhaal – het bestaat alleen binnen de verhalen van Kiere en Zack. Dus hun verhalen moesten kloppen voordat we überhaupt over mijn verhaal na konden denken. En omdat het over mijzelf gaat, had ik allerlei blinde vlekken. Ik heb bijvoorbeeld mijn moeder geïnterviewd, een gesprek van twee uur. Wat ik daar uit haalde was allerlei uitleg – ik dacht dat het ging om mijn achtergrond, zodat het publiek mijn jeugd beter kon begrijpen. Josh trok juist het ene moment eruit waarin een directe confrontatie plaatsvond. Daar had ik zelf geen zicht op.”

Dat interview moet een zwaar moment zijn geweest zijn. “Er waren natuurlijk moeilijke momenten in dat gesprek, maar eigenlijk viel het wel mee. Ik denk dat mensen hun eigen relatie met hun moeder op die scène projecteren, en de meeste mensen hebben een hechtere band met hun moeder dan ik.”