Benoît Delépine over Le grand soir

'Onze humor is punkhumor'

  • Datum 28-02-2013
  • Auteur
  • Deel dit artikel

Gustave De Kervern en Benoît Delépine

"De toeschouwers zijn al die voorspelbare films beu", zegt Benoît Delépine, "ze willen verrast worden door ongewone onderwerpen." Samen met Gustave De Kervern serveert hij ons daarom de anarchistische komedie Le grand soir, waarin naast Benoît Poelvoorde en Albert Dupontel zijn eigen hond de show steelt. "Hij is een echte punk, ongemanierd en oncontroleerbaar, de tegenpool van de viervoeter in The Artist!"

Door Ivo De Kock

In Cannes verzilverden Delépine en De Kervern hun punkperformance. Na de photocall op stelten te hebben gezet ‘bedreigde’ het regisseursduo op het podium Un Certain Regard-juryvoorzitter Tim Roth: "We weten waar je woont en waar je kinderen schoollopen. Geef ons geen prijs en het loopt slecht met je af!" Hilariteit alom en als beloning volgt de Juryprijs. Wanneer we de volgende dag het regisseursduo gaan interviewen, blijkt De Kervern uitgeteld met een stevige kater terwijl op de achtergrond Poelvoorde en Dupontel met in alcohol gedrenkte uitbundigheid dollen met journalisten. "Die kerels stoppen echt nooit", glimlacht Delépine, "ook niet wanneer ze nuchter zijn."

Le grand soir gaat over twee verschoppelingen, een punker en zijn net ontslagen broer, die een winkelcentrum ontregelen. Het lijkt wel een Occupy-film die een anarchistische, komische draai geeft aan het bij velen levende woedegevoel. "We maken films over personages die zich tegen de samenleving keren. In Aaltra, Avida en Louise-Michel bevrijden ze zichzelf door vriendschap, liefde, kunst; kortom door dingen die buiten de economische realiteit van geld en succes staan. In Mammuth maakt Depardieu bizarre art brut-kunstwerken en in Le grand soir rekent een familie af met alle verwachtingen. Welke richting ze uitgaan is onzeker maar het is duidelijk dat ze niet langer zullen doen wat de maatschappij verwacht. Gustave en ik ontsnapten uit de lagere middenklasse dankzij onze creativiteit en we willen tonen dat iedereen zijn leven plots op zijn kop kan zetten dankzij een beetje panache en fantasie."

Het slot is optimistisch, maar de algemene toon pessimistisch. "Alleszins hard. Er loopt ook heel wat fout. Veel mensen zijn werkloos maar van de werkenden wordt steeds meer gevraagd, terwijl bazen en aandeelhouders worden vertroeteld. De personages zijn ontroerend omdat ze aan gewone winkelende mensen vragen om een revolutie te starten. Dat is daarvoor het verkeerde moment en de foute plaats. In landen zoals Frankrijk is er relatief veel rijkdom en vrijheid waardoor de drang om in opstand te komen minder sterk is. Het komt erop aan dat elk individu zijn eigen revolutie doormaakt, vertrouwt op zijn creativiteit en weigert om nog angst te hebben."

De punk-spirit waart door Le grand soir. "Je moet een onderscheid maken tussen de stijl van de film én het personage. Zoals het personage NOT zijn er heel wat in Frankrijk, punks-met-een-hond die breken met hun familie en rondtrekken op zoek naar avontuur. De hond is voor hen gezelschap maar houdt ook de politie weg, want agenten pakken niet graag mensen met honden op. Bovendien beschermt de hond hen wanneer ze slapen. Die punkers zijn zowat solozeilers, alleen hebben ze geen sponsors nodig. We kennen hen want we organiseren al jaren op het strand van Quend-Plage-les-Pins het Festival du Film Grolandais — een soort anti-­festival van Cannes met bizarre films van linkse, anarchistische en utopistische strekking — dat een verzamelplaats voor punks à chiens werd. Onze humor is punkhumor. Droog, realistisch en rebels. Niet donker maar melancholisch."